ei>et>ekvi4^evi In het kort Spreekuur Alkmaar Op Vrijdag u Mei en 8 Juni zal de juridische afdeling haar spreekuur in het Landbouwhuis wederom om 10.15 uur v.m. waarnemen. De afdeling inspectie hoopt op Vrijdag 25 Mei en 22 Juni aanwezig te zijn. Spreekuur in Leeuwarden De afdeling inspectie zal haar spreekuur op Vrijdag 11 Mei en 8 Juni houden in het Oranje hotel om 11 v.m., terwijl dit vanwege de juri dische afdeling zal geschieden op Vrijdag 25 Mei en 22 Juni. Inspectie Friesland Voor onze kassiers in Friesland delen wij mede, dat de heer W. Wissema thans telefonisch is te bereiken te Leeuwarden onder nummer 8/01. Administratie Door de Centrale Bank zijn uitgegeven: form. 238 inperkingsformulier voor credieten met borgstelling, form. 238a inperkingsformulier voor hypothe caire credieten. Naar aanleiding van opmerkingen van enkele banken betreffende de redactie dezer formulie ren is thans één formulier 238 ontworpen, dat de beide oude formulieren vervangt. LT gelieve dit in de formulierenlijst in het Hand boekje aan te tekenen (blz. 518 en 526). Verzonden circulaires No. 5 van rubriek I dd. 9 April 1951 Toezending formulier rentevoet 1951 - No. 6 van rubriek I dd. 21 April 1951 Verhoging debetrente. No. 2 van rubriek III dd. 31 Maart 1951 Ovcrbruggingsoogstcredieten aan tuinders. No. 4 van rubriek IV dd. 9 April 1951 Reisdeviezen voor niet-zakelijke reizen. No. 2 van rubriek V dd. 13 April 1951 Provisiereglement. No. 8 van rubriek VIII dd. 2 April 1951 Lijsten Rijksdienst voor Landbouwherstel. No. 9 van rubriek VIII dd. 3 April 1951 Terugzending niet-gebruikte vacantiebonnen boekjaar i95o/'5i. No. 10 van rubriek VIII dd. 3 April 1951 Vacantiefondsbonnenbevoorrading i95i/'52. No. 10 van rubriek VIII dd. 3 April 1951: (aan enkele banken) verkoop vacantiebonnen. 6 April 1951 rectificatie op 110. 9. Verhoging salarissen personeel Evenals de vorige malen is geschied, willen wij ook bij deze laatste loonronde de besturen van de aangesloten banken in overweging geven de loonsverhogingen volledig toe te passen. I)e financiële crisis van 1844 Niet voor de eerste maal is het, dat Nederland onder financiële moeilijkheden gebukt gaat. In 1818 bedroeg de totale staatsschuld 1.822,5 millioen. De rente hiervan ad 15,4 millioen (of 2,80 per hoofd der bevolking) drukte als een loden last op het budget van de Staat. In de jaren daarna nam deze druk nog steeds toe; in 1822 bedroeg zij 3,45 per hoofd, in 1830 3,85 en in 1844 was zij zelfs gestegen tot 14,60 per hoofd der bevolking. Het was nood zakelijk ingrijpende maatregelen te nemen. In 1843 werd Floris Adriaan van Hall minister van Financiën. Hij zag in, dat noch inkrimping der gewone uitgaven, noch verhoging der be lastingen afdoende verbetering kon brengen, doch dat een middel moest worden gevonden om de jaarlijkse rentelast te verminderen. In 1843 stelde Van Hall voor de uitgifte van een vrij willige lening van 127 millioen tegen de voor die tijd lage rente van 3 Door de opbrengst dezer lening zou het mogelijk zijn de rente van de lopende staatsschuld belangrijk te vermin deren. Als „stok achter de deur" werd een vermogens- heffing in eens voorgesteld, voor het geval de lening niet zou worden voltekend. Ondanks veel verzet werd de desbetreffende wet door de Tweede Kamer met 32 tegen 25 stemmen aan genomen, terwijl ook de Eerste Kamer haar accepteerde. Plaatsing van de lening, zij het met moeite, gelukte. Dank zij Van Hall's maatregelen sloot de be groting i846/'47 voor het eerst na lange jaren met een voordelig saldo. De rente der staats schuld bedroeg in 1848 per hoofd der bevolking 11,85 en was in 1857 gedaald tot 10,25, mede ook te danken aan de periode van finan cieel herstel, die in 1844 aanbrak. (Dr. I. J. Brugmans, Welvaart en Historie). 17

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 17