voerde artikelen en grondstoffen afnemen. De
belastingverhogingen moeten ons land tevens
in staat stellen tot het dragen van de zwaardere
militaire lasten, waarvan toch nog 250 mil-
lioen door leningen te dekken blijft.
Wij hebben reeds meermalen gewezen op het
feit, dat ons volk er een levensstandaard op na
kon honden, die vèr uitging boven de door ons
land door productie, scheepvaart en anderszins
geleverde prestaties, louter dank zij de Marshall
hulpverlening. Hiermede kon tot nu toe het
gat in de betalingsbalans (over 195° 1200
millioen) worden gedicht. Nu worden wij
echter tot de werkelijkheid teruggebracht, niet
alleen door het samenvallen van de enorme
prijsstijging der door ons land ingevoerde
grondstoffen en de geleidelijke beëindiging of
althans sterke vermindering van de Ameri
kaanse economische hulpverlening, doch even
zeer door het vastlopen van de Europese Beta
lingsunie. De vrijmaking van de Europese
handel onder dit nieuwe betalingsstelsel moet
thans helaas als volkomen mislukt worden be
schouwd. Doordat West-Duitsland aan de grond
zit, neemt onze schuld aan de E.B.U., die reeds
omtrent een half milliard gulden beloopt, ster
ker toe. I Iet gehoopte evenwichtsherstel is ook
in de kring van de Westeuropese handelspart
ners helaas uitgebleven en in plaats van een
terugkeer naar een vrij, dreigt een meer gebon
den handels- en betalingsverkeer. Toch menen
wij niet al te pessimistisch te mogen zijn. Aan
de tegenwoordige internationale politieke en
economische verhoudingen kan stellig geen
duurzaam karakter worden toegekend. Een
internationale politieke ontspanning lijkt lang
niet uitgesloten en komt het daartoe, dan zou
daarmede het sein zijn gegeven voor een scherpe
prijsdaling op de grondstoffenmarkten. Blijft
de toestand echter gespannen, dan zullen de
Ver. Staten ons waarschijnlijk wel de behulp
zame hand blijven reiken, indien ons volk met
terdaad toont, zelf evenzeer tot offers bereid
te zijn.
Als vaststaand mag o.i. worden aangenomen,
dat vroeg of laat een scherpe terugslag der
internationale prijzen zal intreden, daar in vele
gevallen de vraag- en aanbodsverhoudingen de
bereikte hoogte niet wettigen en de prijsstijging
door de voorraadvorming een geforceerd karak
ter heeft gekregen. Wanneer die ommekeer een
maal goed aan de gang is, zal ons volk de
vruchten gaan plukken van de nieuwe koers,
welke thans met het regeringsbeleid is ingesla
gen. Want naar gelang de subsidies in het
binnenland kleiner zijn, zal een internationale
prijsdaling des te sneller haar weerslag vinden
in een prijsdaling in het binnenland en aldus
betrekkelijk spoedig leiden tot een verhoging
van de levensstandaard. En wel des te meer,
omdat de Nederlandse uitvoerproducten, die
veel minder in prijs zijn gestegen dan die van
de ingevoerde grondstoffen hierin schuilt
een der belangrijkste oorzaken van onze moei
lijkheden door de te verwachten prijsval ook
in veel mindere mate zullen worden getroffen.
Opmerkelijk was, dat de effectenbeurs in haar
koersbeweging geen inflationistische verwach
tingen tot uitdrukking heeft gebracht. Men
stond als het ware met het geweer aan de voet,
in afwachting van de verdere ontwikkeling,
onmachtig wellicht ook, zich op zo korte ter
mijn reeds een zuiver beeld te vormen van de
plotselinge veranderingen terzake van lonen,
prijzen en belastingen. Het agio voor Ameri
kaanse fondsen daalde ten opzichte van een
maand geleden zelfs met 0111 en nabij 3 tot
krap 10 waaruit blijkt, dat er geen sprake
was van een vlucht uit Nederlandse in deze
fondsen. Wel bestond er meer belangstelling
voor de Nederlandse dollarleningen, doch ook
de kooplust hiervoor droeg geen dringend ka
rakter. De koersen van de zuiver locale aan
delen zijn betrekkelijk weinig veranderd en
schommelen eigenlijk al sedert lange tijd zeer
weinig. Hetzelfde geldt voor de paar laatste
maanden ook voor de beleggingsmarkt. Hier
ondervonden staatsfondsen van twee kanten
steun: de 33^ lening 1947 wordt op
grond van de aflossingsvoorwaarden regel
matig voor rekening van het Rijk gekocht, wan
neer de koers beneden 97 ligt. Bovendien
profiteert deze lening van ruilaankopen met op
brengsten, verkregen door verkoop op de Am
sterdamse beurs van aandelen met een inter
nationaal karakter, zoals Koninklijke en Uni-
lever, afkomstig uit binnenlandse depots.
Of minister Lieftinck nu eindelijk tot een ver
hoging van de rentevoet zal overgaan, valt
moeilijk te voorsj>ellen. Een dergelijk besluit
zou goed passen in het nieuwe beleid, dat grote
spaarzaamheid en matiging van de bestedingen
eist. Het antwoord op deze vraag zal echter in
hoge mate afhangen van de weg, die de minister
zal volgen tot het verkrijgen van de benodigde
nieuwe middelen. Hanteert hij hiertoe de stok
21