Economische Integratie
Eén van de begrippen, welke in zeer korte tijd
de algemene belangstelling hebben veroverd, is
wel dat van de integratie. Vrijwel dagelijks kan
men dit woord in de pers of anderszins tegen
komen en dan als regel op het terrein van de
economie.
De Stichting voor de Landbouw heeft in haar
orgaan, de Mededelingen onlangs een kort
en duidelijk overzicht gegeven over economische
integratie, daarbij enerzijds ingaand op de vraag
wat economische integratie eigenlijk is en ander
zijds wijzend op de moeilijkheden, welke zij
oplevert. Wij menen goed te doen uit deze uit
eenzetting een en ander in ons blad over te
nemen ten dienste van onze lezers.
Allereerst dan de vraag: ,,Wot is economische
integratie?"
De term economische integratie betekent één
wording van meerdere staten op economisch
gebied. Een algehele integratie is slechts moge
lijk binnen de grenzen van twee of meer staten,
welke door een volledige economische unie ver
bonden zijn. Een algehele economische inte
gratie veronderstelt immers, dat de grenzen
tussen de staten op economisch terrein geen be
tekenis hebben, zodat er dus slechts van één
markt sprake is. Zulks houdt in, dat er dan een
vrije uitwisseling van goederen mogelijk is
tussen de landen, welke aan de integratie deel
nemen. Dit vrije verkeer van goederen mag dus
niet gehinderd worden door maatregelen als
kwantitatieve in- of uitvoerbeperkingen, invoer
rechten of exportheffingen, binnenlandse sub
sidies en subsidies bij export (voor zover ze in
de deelnemende landen niet gelijk zijn), devie-
zenbepalingen, enz.
Een volledige economische integratie veronder
stelt echter ook, dat er tussen de deelnemende
landen een geheel vrij verkeer van de verschil
lende productiefactoren mogelijk is. Kapitaal,
arbeidskrachten en ondernemers moeten zich
dus in dit gebied van de economische integratie
vrijelijk kunnen verplaatsen, zonder te stuiten
op maatregelen, welke dit vrije verkeer tussen
dt deelnemende landen aan scherpere bepalingen
binden dan voor de verplaatsing van productie
factoren m de deelnemende landen gelden. Wil
er van een volkomen economische integratie
sprake zijn, dan moeten ook de voorwaarden
voor de productie in de ruime zin van het
woord, dus b.v. ook voor handel en verkeer),
voorzover de productievoorwaarden niet voort
spruiten uit factoren van natuurlijke aard, voor
de burgers van de deelnemende landen gelijk
zijn.
Een dergelijke volledige economische integratie
tussen meerdere staten is niet mogelijk zonder
een gelijke economische, monetaire, financiële,
sociale en agrarische politiek in deze landen, liet
is duidelijk, dat zulks alleen mogelijk is, wanneer
de verschillende staten op economisch gebied
een politiek van algemene staatsonthouding
zouden voeren dat in twee of meer politiek
geheel zelfstandige staten een volledig gecoördi
neerde sociaal-economische politiek wordt ge
voerd.
W anneer men bij de huidige pogingen om tot
economische integratie in West-Europa te ko
men, ervan uitgaat, dat de verschillende staten
een zeer grote mate van politieke zelfstandig
heid zullen behouden, dan impliceert dit dus,
dat niet gestreefd kan worden en ook niet
gestreefd wordt naar een algehele economi
sche éénwording, maar naar een grotere mate
van economische vrijheid tussen de West-
europese landen, dus naar afschaffing of ver
mindering van de maatregelen, welke aan dit
i ij economisch verkeer in de weg staan. En
speciaal wordt hierbij gedacht aan een vermin
dering van de belemmering met betrekking tot
het goederen- en geldverkeer in West-Europa.
W anneer op economisch gebied een toestand
\an een betrekkelijk vrij verkeer tussen verschil
lende staten geschapen wordt, dan worden zo
meent men grote mogelijkheden geboden
voor een betere internationale arbeidsverdeling
en productiespecialisatie. Dan zal elk land zich
speciaal toeleggen op de voortbrenging van die
producten, waarvoor het gelet op de ver
schillende van belang zijnde factoren (lierdne
klimaat, kwaliteit van de grond, natuurlijke
hulpbronnen en rijkdommen, capaciteiten van
ondernemers en arbeiders, enz.) relatief het
meest geschikt is. Tiet heeft dan immers geen
/in en het is economisch niet verantwoord om
b.v. in een bepaald land op grote schaal tarwe
te telen, terwijl dit in andere deelnemende lan
den veel goedkoper kan geschieden.
14
If aarom streeft men naar economische inte
gratie
11' 1 1 oofe'