Het borgstellingsfonds voor de landbouw Aan de creditzijde a. de creditpost Vrije saldi van vreemde cir culatiebanken en soortgelijke instellingen" is vervangen door „Saldi voortvloeiende u t betalingsaccoorden". In verband met deze naamsverandering zijn enige posten, die aanvankelijk onder dit hoofd voorkwamen, naar een ander hoofd overgebracht en wel b. de nieuwe op de weekstaat opgenomen post „Andere saldi van niet-ingezetenen". Hier onder worden de guldenssaldi van niet-in gezetenen geboekt, niet voortvloeiende uit betalingsaccoorden c. de creditpost no. 10 van de oude weekstaat „Crediteuren in vreemde geldsoort" is ver vangen door „Saldi luidende in buitenlandse geldsoorten" <1. de op de oude weekstaat voorkomende pust „Geblokkeerde saldi" is in verband met de afw ikkeling van de geldzuivering komen te vervallen e. de creditpost „Andere vrije saldi" is gewij zigd in „Andere saldi"; t'. onder aan de weekstaat komt nu een aan tekening voor, die aangeeft het totale bedrag aan Nederlands schatkistpapier, waarin gul denssaldi, voortvloeiende uit betalings accoorden, zijn belegd. Dit bedrag is geenverplichting van de Bank en behoort dus niet op de balans thuis. Voor de beoordeling van de deviezenpositie is dit bedrag echter wel van belang. De deviezenpositie 1111 kan uit de volgende pos ten gevonden worden i. Vorderingen en geldswaardige papieren luidende in buitenlandse geldsoorten. Buitenlandse betaalmiddelen. 3. Vorderingen in guldens voortvloeiende uit betalingsaccoorden. 4. Saldi voortvloeiende uit betalingsaccoorden 5. Andere saldi van niet-ingezetenen. 6. Saldi luidende in buitenlandse geldsoorten. 7. Nederlands schatkistpapier, waarin guldens saldi, voortvloeiende uit betalingsaccoorden» zijn belegd. De deviezenreserve vinclt men door het totaal van de posten 1, 2 en 3 te verminderen met de som der posten 4, 5, 6 en 7. De deviezenreserve is dus (i-j-2-j—3I (4 3 iI- totale deviezenvoorraad krijgt men door bij deze uit komst nog de voorraad goud te tellen. Wij begrijpen, dat onze beschouwing over De Nederlandsche Bank mank gaat aan onvolledig heid en dat deze onvolledigheid de oorzaak kan zijn van onduidelijkheid. V ij moesten echter wel beknopt zijn, omdat een uitgebreide be schouwing van theoretische en praktische vraag stukken in dit verband niet op zijn plaats is. Wij hopen echter onze lezers met dit korte ar tikel toch enig inzicht te hebben gegeven in de gang van zaken bij de instelling, die ook voor onze organisatie van zoveel belang is. In de Raiffeisen-Bode van October 1950 (blz. 21 komt een korte mededeling voor over het landbouwgarantiefonds. Wij kunnen thans mededelen, dat dit fonds, dat de naam heeft gekregen van borgstellingsfonds voor de land bouw, tot stand zal komen. Uit de tegenwaarde fondsen van het plan-Marshall zijn voor dit fonds 25 millioen gulden beschikbaar gesteld. Zoals uit de raam borgstellingsfonds voor de landbouw reeds blijkt, is het geenszins de be doeling, dat deze gelden rechtstreeks ter be schikking van de landbouwers zullen worden gesteld, doch dat het fonds de terugbetalingen van leningen zal garanderen, die door de boe renleenbanken, aangesloten bij de Coüp. Cen trale Raiffeisen-Batik of bij de C'oöp. Centrale Boerenleenbank te Kindhoven, aan landbouwers worden verstrekt voor bepaalde doeleinden, nl. voor de technische verbetering en de opvoering van de productiviteit en rentabiliteit van het be drijf, vooral het kleine boeren- en tuinders- Slechts voor een bepaald aantal in de bestaande plannen omschreven doeleinden zal het fonds de verstrekte leningen garanderen. Voor de individuele boer zijn van belang wer ken ter verbetering van het bedrijf, drainage en verdere verbetering van akkers en weiden, bedrijfsruimten, verbetering van de bed rij fs utillage. In het desbetreffende persbericht wordt verder genoemd verbetering van veebeslag, aanschaf 7

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 7