Enige bijzonderheden over De Nederlandsche Bank (Slot). De eerste weekstaat van De Nederlandsche Bank in 1951 gaf enkele belangrijke wijzigingen te zien. In de eerste plaats viel op, dat enkele posten van de nieuwe weekstaat, vergeleken met de laatste weekstaat van 1950, voor aanzienlijk verschillende bedragen waren opgenomen. Hoe wel deze wijzigingen feitelijk buiten onze be spreking vallen, daar wij ons in dit artikel uit sluitend hebben bezig gehouden met de samen stelling van de weekstaat, zullen wij ze in het kort nog even memoreren. Op de weekstaat van 27 December 1950 werd debetpost no. 3 (Schatkistpapier, door de Bank overgenomen van de Staat ingevolge overeen komst van 26 Februari 1947) opgenomen voor 1.350.000.000.op de weekstaat van 1 Januari 1951 voor 1.650.000.000.het geen dus een stijging betekent van 300 mil- lioen. Deze stijging is veroorzaakt, doordat De Nederlandsche Bank van de Staat voor 300 millioen schatkistpapier heeft overgenomen. Tot deze stap werd overgegaan, omdat het tegoed van het Rijk bij De Nederlandsche Bank een laagterecord had bereikt. Door de Staat moesten nog enkele grote betalingen gedaan worden en daar het tegoed bij De Nederlandsche Bank hiervoor niet meer voldoende was, werd tot ge noemde stap overgegaan. I11 een toelichting werd destijds gezegd, dat het Rijk zo spoedig mogelijk de 300 millioen zou aflossen. Een belangrijke aflossing heeft inmiddels reeds plaats gevonden. Een wijziging, die ook direct in het oog liep, was de toename van de goudvoorraad. Verge leken met de laatste weekstaat van 1950, gaf de eerste weekstaat van 1951 een stijging van de goudvoorraad aan van niet minder dan 301 millioen. Deze toename van de goudvoorraad is het gevolg geweest van een omzetting van dollars in goud. In een toelichting op de week staat werd gezegd, dat met het oog op de be langrijke en nog steeds toenemende verplich tingen ten opzichte van de Europese Betalings- unie, welke verplichtingen begin 1951 nagenoeg (Vervolg van pag. 5) 165 millioen) en bloembollen 112 mil lioen). In weerwil van de vele problemen, waarvoor onze uitvoer van agrarische voortbrengselen in 1950 is gesteld geworden, heeft de export in dit jaar een respectabele omvang bereikt. 300 millioen bedroegen, tot het bovenstaande besloten werd. Thans zullen wij de veranderingen nagaan, die hebben plaats gehad in de samenstelling van de weekstaat. Het is een algemene klacht van hen, die enige kennis hebben gekregen van de inhoud van de weekstaat van De Nederlandsche Bank, dat deze staat niet geeft, wat ze eigenlijk zou moeten geven. Het is met de weekstaat precies zoals met vele andere balansen, zij is onduide lijk. Plaats gehad hebbende veranderingen wor den wel aangegeven, doch de oorzaak van deze veranderingen wordt niet vermeld. Het is nu de taak van de ingewijden om uit de verande ringen, zoals die worden aangegeven, hun ge- volgtrekkingen te maken. Dit brengt natuurlijk het risico met zich mee, dat een verkeerde con clusie getrokken kan worden. Vooral ten aan zien van de deviezenpositie van De Nederland sche Bank rijzen vaak tal van vragen. Men heeft 1111 getracht wat licht in deze zaak te brengen door in de opstelling van de posten, welke de deviezenpositie aangeven, een wijzi ging aan te brengen. Bovendien werden nog enkele andere minder belangrijke veranderin gen aangebracht. De wijzigingen zijn de vol gende: (zie voorbeeld weekstaat Raiffeisen- Bode Februari j .1. Aan de debetzijde a. de posten Papier op het buitenland" en Tegoed bij correspondenten in het buiten land" zijn ondergebracht in de post „Vor deringen en geldswaardige papieren, luidende in buitenlandse geldsoorten" b. de post „Buitenlandse betaalmiddelen" wordt onder een afzonderlijk hoofd opge nomen c. de post „Vorderingen in guldens op vreemde circulatiebanken en soortgelijke instellin gen" is geworden „Vorderingen in guldens voortvloeiende uit betalingsaccoorden". Onder dit hoofd zullen alleen die vorderingen worden geboekt, voortvloeiende uit betalings accoorden met het buitenland, volgens welke het verkeer uitsluitend over een guldensreke ning wordt geleid. De vorderingen, die niet meer onder dit hoofd vallen, zijn naar de „Di verse rekeningen" overgebracht. 6

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 6