KRONIEK UIT EIGEN KRING De gemoedelijkheid bij onze banken kan men als een der belangrijkste factoren van haar succes beschouwen. Spaarders zowel als debi teuren ten plattelande zijn niet gesteld op amb telijke behandeling en al is bij vele van onze banken de loketbediening ingeburgerd, men weet zich persoonlijk bekend met kassier en personeel en deze persoonlijke bekendheid schept een sfeer, die men in het drukke steedse maatschappelijke verkeer niet bespeurt. Een niet steeds goed te praten gevolg hiervan is, dat men het met noodzakelijke dingen soms niet te nauw neemt, telefonische of mondelinge opdrachten niet schriftelijk bevestigt, spaar boekjes thuis laat als men wil inleggen of disponeren of andersom de hoekjes gemakshalve op het kantoor van de bank laat liggen. Neemt een kassier hiertegen geen stelling, dan komt hij in botsing met de bestaande voorschriften, op welker naleving de inspectie toezicht uit oefent. Om dit te voorkomen ziet de kassier er (ook al weer in de sfeer van de gemoedelijkheid) soms geen been in de bestaande leemten op eigen houtje aan te vullen door b.v. ontbrekende giro- opdrachten te vervaardigen en te voorzien van de handtekening van de opdrachtgever en zelfs is het een enkele maal voorgekomen, dat men kasbescheiden op dezelfde manier „tekende". Of hier opzet in het spel was, wij wagen het niet een oordeel uit te spreken. Toch menen wij, dat iemand, die zich niet bewust is, dat een dergelijke handelwijze fout is, niet geschikt is voor de functie van kassier. Zodra aan de vol komen betrouwbaarheid van een kassier met recht getwijfeld wordt, kan en mag hij niet langer gehandhaafd blijven. Het belang van onze organisatie eist in deze een strakke houding. In de afgelopen maand werden enkele ringver- gaderingen gehouden, waarin o.a. ook de rente- politiek en de wenselijkheid van onderling over leg behandeld werden. In dit verband willen wij nog opmerken, dat de bij de begrotingen ingediende staat van geschatte uitgaven (salarissen, exploitatiekosten, enz.) door ons wordt beoordeeld, maar dat een in stemming met de opgemaakte begroting niet inhoudt, dat wij onze goedkeuring hechten aan de post salarissen, indien deze een verhoging ten opzichte van 1950 vertoont. De vaststelling der salarissen is immers uitdrukkelijk voorbe houden aan bestuur en raad van toezicht. Het is ons al meermalen opgevallen, dat bij onze jonge kassiers, die na 1945 in functie traden, gebrek aan begrip bestaat omtrent de samen hang van onze organisatie. De administratie is keurig in orde, maar aan kennis van statuten en huishoudelijk reglement van de eigen bank en diverse instellingen van de Centrale Bank hapert het. Het handboekje, de Raiffeisen-Bode en de statuten van de bank kunnen hier zeer goede diensten bewijzen en niet te vergeten het jubi leumboek 1948 van de Centrale Bank. Ook voor nieuw benoemde leden van bestuur en raad van toezicht is bestudering van deze geschriften van groot belang. Enige ti 1 cl geleden is nogal gediscussieëerd over het voor en tegen van het gebruik van de z.g. ball-pointpen. Dezer dagen ontvingen wij van een onzer banken een volmacht, die ongeveer 0 maanden geleden getekend was met een ball pointpen. Door inwerking van vocht en zonlicht was de handtekening totaal verdwenen. Gezien deze ervaring moeten wij er op aandringen om het gebruik van deze pen tot een minimum te beperken, in elk geval deze niet te gebruiken bij ondertekening van schuldbekentenissen, crediet- acten, volmachten, kwitanties en checpies. Wij herinneren nog aan de inzending van de voorraad oude premiezegels van het B.P.L., welke 11a 15 Februari niet meer mogen worden verkocht en voorzover dit nog niet geschied mocht zijn ten spoedigste alsnog aan de N.Y. Enschedé te Haarlem moeten worden opge zonden. In verhand met vragen, die wij van enkele banken ontvingen, deelt het B.P.L. ons mede, dat werkgevers, die na 15 Februari nog zegels moeten plakken over 1950, dit kunnen doen met nieuwe zegels. Zoals bekend moeten de oude premiezegels, die- in de periode van 15 Februari tot 30 Juni voor cliënten in nieuwe zegels zijn omgewisseld, aan de Centrale Bank worden toegezonden. Wij ontmoeten bij onze onverwachte kascon trole nogal eens tijdelijk niet geboekte stukken. Onnodig te zeggen, dat dit onjuist is en dat zoveel mogelijk alle kasstukken direct in kas boeken of op kasstaten behoren te worden in geboekt. Dit is, vooral bij het opsporen van kas- verschillen, een eerste vereiste. Wie de schoen past, trekke hem aan 3

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 3