FINANCIEEL OVERZICHT Van ƒ0,50 (op het formaat, tot voor kort bekend als dat van ƒ0,50). Vanzelfsprekend kan de volmacht worden beperkt tot een enkel geval. Ook dan moet de volmacht worden gesteld op gezegeld papier van 0,50. Opzegging borgstelling. Vraag: Kan een borg voor een crediet zijn borgstelling opzeggen? Antiv.: De rechtspraak gaat in de richting, dat een borgtocht voor een crediet in lopende rekening door de borg kan worden opgezegd, tenzij uitdrukkelijk is overeengekomen, dat de borg deze bevoegdheid niet heeft. Ingeval van opzegging dient de borg echter de goede trouw in acht te nemen. Of de borg zijn borgstelling kan opzeggen, hangt dus af van de vraag of hij de borgstelling al dan niet is bepaald of deze opzegbaar is. Kan de borg inderdaad opzeggen, dan blijft de borg aansprakelijk voor het laagste saldo, dat sedert de opzegging is voorgekomen. Uitoefening ouderlijke macht. I 'raag: Wie oefent de ouderlijke macht uit over minderjarigen, die met hun moeder hier ver blijven, terwijl de vader in Indonesië is? rlntie.: Blijkens art. 356 nieuw van het B.W. wordt de ouderlijke macht over de minder jarige kinderen uitgeoefend door de ouders tezamen. Verkeert echter een der ouders in de onmogelijkheid om de ouderlijke macht uit te oefenen, dan oefent de andere ouder haar alleen uit. N.o.nt. is de vader, die in Djakarta vertoeft, niet in de mogelijkheid om de ouderlijke macht uit te oefenen. De vrouw treedt dus op als wettelijke vertegenwoordiger der kin deren-. Tot de belangrijkste gebeurtenissen van de af gelopen maand moet in de eerste plaats worden gerekend de publicatie van het rapport van de Sociaal-Economische Raad, uitgebracht op ver zoek van de afgetreden regering ten aanzien van het te voeren monetair-financiële beleid. Dit rapport is daarom zo belangrijk, omdat het de richtlijnen aangeeft, welke als basis moeten dienen voor het toekomstige regeringsprogram. Het rapport laat het volle licht schijnen op de wonde plekken in 's lands financiële en economi sche bestel en geeft een reeks van middelen aan, die elk voor zich of in combinatie kunnen wor den aangewend tot het herstel van het monetaire evenwicht. Hieronder wordt, zoals men weet, verstaan een toestand, waarbij er evenwicht is in de betalingsbalans. Uitgaande van de thans bestaande verhoudingen van inkomens, prijzen, belastingen en dergelijke, berekent de Sociaal- Economische Raad (dit is het toporgaan van de Publiekrechtelijke Bedrijfs<irganisatie, benoemd door werkgevers- en werknemersorganisaties en de Kroon), dat er voor het lopende jaar nog 1100 millioen aan nieuwe middelen moeten worden gevonden. Het Nederlandse volk moet dus meer produceren en minder verbruiken, om het even of dit laatste geschiedt door vermin dering van het verbruik dan wel van de inves teringen, dus van de bedrij fsuitbreidingen. De beperking van deze laatste zal natuurlijk vooral of uitsluitend zodanig moeten geschieden, dat onze toekomstige export er niet door wordt geschaad, daar wij anders van de wal in de sloot terecht komen. Ter bereiking van het doel wordt o.a. aanbevolen verzwaring van de be lastingen, (waarbij blijkbaar in de eerste plaats gedacht wordt aan indirecte belastingen) en afroming van de z.g. zwevende koopkracht, met name door omzetting van kort lopende in lang lopende staatsschuld, voorzover de verhoogde belastingen het teveel aan koopkracht niet on schadelijk maken. De keuze, welke ten slotte uit de aangegeven middelen door de nieuwe regering zal worden gedaan is natuurlijk van allesoverheersende be tekenis voor de verdere ontwikkeling op geid en kapitaalmarkt. Het mag wel als vaststaand worden aangenomen, dat er over de noodzaak tot drastische bezuiniging die geringer zal kunnen zijn naarmate er meer wordt geprodu ceerd aan exporteerbare goederen geen ver schil van mening tussen de voormannen der politieke partijen bestaat. Wèl is zulks het geval ten aanzien van de verdeling van de nieuwe lasten over de verschillende volksgroepen. Hoe dit ook zij, de talrijke beschouwingen, welke vooral onder de invloed van de kabinets crisis aan 's lands monetaire moeilijkheden zijn

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 18