opgerichte renteverrekenende N.V. Bouw- kas Noord-Nederlandse Gemeenten verkeert nog in een experimenteel beginstadium; de eerste jaren kenmerkten zich door een over dreven propaganda. De lange looptijd der hypotheken (b.v. 30 jaar) zal leiden tot zeer lange wachttijden, tenzij de kas, die behalve de rendabele bouwkosten ook (met garantie van de gemeenten) een groot deel der on rendabele bouwkosten financiert, er op den duur in slaagt een zeer groot bedrag aan vreemd geld aan te trekken." De bouwkas is het niet met ons eens en schijft: „Wij zijn van mening, dat onze propaganda niet overdreven is, integendeel, wij trachten altijd onze deelnemers zo goed en zo volledig mogelijk voor te lichten o.a. door middel van ons mededelingenblad. Verkeert onze bouwkas nog in een experi menteel begin tadium? Dat lijkt ons wel wat sterk uitgedrukt. Wij willen niet zeggen, dat wij in alle opzichten al langs gebaande wegen gaan, dat kan ook niet, nu de om standigheden zich nog al eens wijzigen - wij denken hierbij o.a. aan de vervanging van de Financieringsregeling Woningbouw 1948 door de Premieregeling Woningbouw 195° maar over het geheel staan toch onze koers en onze werkwijze vast." T11 deze uiteenzetting van de zijde der bouwkas kunnen we geen aanleiding vinden tot herziening van onze mening, welke is gegrond op de wijze, waarop de propaganda in de praktijk wordt ge loerd. Laten we de praktisch oncontroleerbare mondelinge propaganda voorlopig buiten be schouwing, dan vinden we in de schriftelijke propaganda, zoals deze door middel van circu laires wordt gevoerd, reeds voldoende grond voor het door ons gestelde. Zo lazen we in een der eerste door deze bouw kas verspreide circulaires „Stel, men spaart voor een huis van 2500.Men moet dan sparen 5.— per maand of 60.per jaar. Na verloop van b.v. 4 jaren (kan ook 11a 1 of 2 jaren) komt men in aanmerking voor een huis. De bouw van dit huis wordt voorlopig gefinan cierd door het Rijk. Men krijgt dit huis in huurkoop en betaalt dan niet langer huur, maar aflossing op de hypotheek." Bijna ten overvloede moeten we opmerken, dat een huis van 2500.ook in 1946 ondenkbaar was, dat een spaartijd van 1 tot 4 jaren een illusie is, dat een voorlopige financiering door het Rijk uitgesloten is en dat er van huurkoop geen sprake is. Ongetwijfeld moet een dergelijke propaganda (op z'n zachtst uitgedrukt) overdreven worden genoemd, toch kon de bouwkas daardoor veel deelnemers aantrekken, al bleven de onvermij delijke teleurstellingen niet uit. Blijkens het jaarverslag over 1948 werd tot 31 December 1948 voor rond 1.4 millioen aan contracten toegekend. In diezelfde periode werd echter i'oor rond 2,7 millioen aan contracten ge royeerd, zodat in die periode de teleurstelling onder de deelnemers bijna tweemaal zo groot was als het resultaat der toekenningen. Was het nog mogelijk om uit het jaarverslag 1948 dergelijke gegevens te putten, het jaarver slag over 1949 verschaft over de toetreding van nieuwe deelnemers, de toekenningen, de roye menten, de wijze van aantrekking en de looptijd van het vreemd geld, enz. geen gegevens. Daar deze en andere gegevens uitermate belangrijk zijn en onontbeerlijk om enig inzicht te verkrij gen in de ontwikkeling van de wachttijd, is het voor de buitenstaander en ook voor de nog sparende deelnemer niet mogelijk de door cle bouwkas gegeven belofte tot het verstrekken van hypotheek enigermate op praktische waarde te schatten. liet is naar onze mening ook niet juist, wanneer een bouwkas zich bij haar propaganda al te zeer baseert op een te dier tijde geldende steunrege ling van de overheid, indien het er om gaat nieuwe deelnemers aan te werven, daar die- steunregeling meestal slechts voor één of enkele jaren geldt, zodat het praktisch uitgesloten moet worden geacht, dat de nieuwe deelnemer onder diezelfde steunregeling zal kunnen bou wen. Een dergelijke propaganda maakt het systeem der bouwkassen tot een gevaarlijk experiment, daar de deelnemers geneigd zijn de overheidssteun te zien als een der gepropageerde voordelen van het systeem, vooral indien die propaganda plaats vindt min of meer onder gezag van de bij de bouwkas aangesloten gemeenten. (Wordt vervolgd.) 1 3

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 13