van ons land. Wij zien dus, dat debetpost no. 7
ook thans nog een belangrijke is.
Inzake de door de regering getroffen maat
regelen op liet gebied van het betalingsverkeer
met het buitenland, is aan De Nederlandsclv
Bank een belangrijke taak toebedeeld. De bruto-
deviezenpositie van De Nederlandsche Bank
komt ongeveer tot uiting in de postenpapier
op het buitenland, tegoed bij correspondenten
in het buitenland, buitenlandse betaalmiddelen
en debetpost no. 9: Vorderingen in g'uldens op
vreemde circulatiebanken en soortgelijke instel
lingen. De netto-deviezenpositie van de Bank
wordt benaderd door de bruto-deviezenvoorraad
te verminderen met de creditposten 9 e (Vrije
saldi van vreemde circulatiebanken en soortge
lijke instellingen) en 10 (Crediteuren in vreemde
geldsoort). Over deze posten nog een enkele
opmerking. Na de oorlog heeft Nederland, ter
regeling van het betalingsverkeer met het buiten
land, met verschillende landen z.g. bilaterale
(tweezijdige) betalingsaccoorden gesloten. Deze
bilaterale betalingsaccoorden worden weer in
twee categorieën onderscheiden
a. die, waarbij de wederzijdse transacties in
principe moeten worden gefactureerd resp.
betaald in de valuta van het exporterende
land (twee-rekeningaccoorden)
b. die, waarbij de wederzijdse transacties in
principe slechts kunnen worden gefactu
reerd, resp. betaald in de valuta van één dei-
beide betrokken landen (één-rekening-
accoorden). Indien één van de landen een
zwakke valuta heeft, is het gebruikelijk, dat
de sterkste van de beide valuta's gebruikt
wordt.
Bij één-rekeningaccoorden loopt het betalings
verkeer vrijwel steeds over een guldensrekening
bij De Nederlandsche Bank. Aldus ontstane
vorderingen vindt men aan de debetzijde onder
debetpost no. 9: Vorderingen in guldens op
vreemde circulatiebanken en soortgelijke instel
lingen. Schulden vindt men aan de creditzijde
onder het hoofd: Vrije saldi van vreemde
circulatiebanken en soortgelijke instellingen.
Schulden vindt men aan de creditzijde onder
het hoofd: Vrije saldi van vreemde circulatie
banken en soortgelijke instellingen.
Bij twee-rekeningaccoorden houden de desbe
treffende centrale banken bij elkaar een saldo
aan. De in dit verband ontstane schulden aan
het buitenland vinden wij aan de creditzijde van
de weekstaat onder de post: Vrije saldi van
vreemde circulatiebanken en soortgelijke instel
lingen; de vorderingen uit deze hoofde zijn aan
de debetzijde vermeld onder een van de posten
van debetpost no. 8.
Debetpost no. 10 vereist weinig toelichting.
Alleen valt hierbij op, dat wanneer wij de aan
de creditzijde der staat vermelde posten, welke
voor belegging in aanmerking komen, optellen,
wij zullen zien, dat bijna dit gehele bedrag aan
de debetzijde onder de post beleggingen is op
genomen.
De post Diverse rekeningen is een sluitpost,
waarop niet verder zal worden ingegaan.
Wat de passiefzijde van de weekstaat betreft,
behoeven o.i. de eerste vijf posten weinig toe
lichting. Het enige wat hierover valt op te
merken is het betrekkelijk kleine kapitaalbedrag
ten opzichte van de reserves. Van de door de
Bank te maken winst moet volgens art. 36 van
de Bankwet 1948 20 worden gestort in
het reservefonds en wel zolang, totdat dit
fonds gelijk aan het kapitaal is geworden
(F 20.000.000.
De post Bijzondere reserve is op de weekstaat
voor het eerst vermeld in 1922. Zij is ontstaan,
doordat op de afgifte van goud winst werd ge
maakt, welke winst op deze reserverekening-
werd gebracht.
Ook over de postenBankbiljetten in omloop
(oude en nieuwe uitgifte) en de in omloop zijnde
bankassignaties valt niet zoveel meer te zeggen.
Wat bankassignaties zijn is reeds vermeld, ter
wijl wat de uitgifte van de bankbiljetten betreft
nog kan worden opgemerkt, dat de bank hier
aan haar bestaansgrond ontleent, want voor de
uitgifte van renteloze biljetten ontvangt de
Bank bij credietverlening rentegevende wissels
en andere fondsen. Ook is reeds opgemerkt, dat
de uitgifte van de bankbiljetten niet meer aan
bepaalde dekkingsvoorschriften gebonden is. De
uitgifte van bankbiljetten is 1111 afhankelijk
geworden van andere factoren, doch vanzelf
sprekend zal ook nu nog getracht worden de
uitgifte zoveel mogelijk binnen de perken te
houden. Een kenmerk van de post Uitgegeven
bankbiljetten is, dat zij het meest spreekt tot de
verbeelding van de gemiddelde mens. De erva
ring leert, dat van de weekstaat meestal alleen
de post Uitgegeven bankbiljetten wordt nage
gaan, terwijl men de overige posten laat voor
wat ze zijn. Sommige dagbladen gaan zelfs zo
ver, dat van de weekstaat der Nederlandsche
Bank alleen het bedrag aan uitgegeven bank
biljetten wordt opgenomen, waarbij dan nog
wordt aangegeven, welke mutatie heeft plaats
gevonden vergeleken met de vorige week.
De hoeveelheid uitgegeven bankbiljetten vormt
met de in omloop zijnde bankassignaties en de
8