11 SSV|^ 14 j icSC Grondstoffen In een onopvallend berichtje, afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek, worden enkele cijfers gegeven, die onze economische benauwenis duidelijk in het licht stellen. Het gaat over de prijzen van ingevoerde grondstof fen. Wanneer we de prijzen voor 1948 op 100 stellen, krijgen we voor de maand November 1950 een indexcijfer voor staafijzer van 113, voor plaatijzer 118, voor rood koper in staven 207, geel koper in staven 163, lood in blokken 152, zink in blokken 238 en blik 144. De dagbladen melden verder, dat op 22 Januari op de Australische wolveilingen alle vooraf gaande records geslagen werden en als s we de statistiek van de buitenlandse goederenmarkten, gesloten landen een aantal die het weekblad Economische Voorlichting" publiceert nagaan, dan zien we dat in verge lijking met een jaar geleden de rubberprijs met 80 is gestegen, katoen ging bijna 50 om hoog, maïs 30 'VHetzelfde beeld biedt het prijsverloop voor hout, cement, huiden, leer enz. Een onzer economische tijdschriften (Econ. Stat. Berichten van i3-i2-'5o) wijst er op, dat het nog geen jaar geleden is, dat de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking de uitspraak deed, dat er geen accuut schaarse goe deren meer bestonden. Thans zijn de problemen van grondstoffenvoorziening en -prijzen voor regeringen en bedrijfsleven voorwerp van dage lijkse zorg. Het blad spreekt van een aardver schuiving, vnl. veroorzaakt door Korea", maar tot op zekere hoogte mede door de voortdurend stijgende „normale" behoefte van het Ameri kaanse bedrij fsleven, dat 60 van het wereld- verbruik van koper voor zijn rekening neemt; voor lood is dat cijfer 40 voor zink 50 voor tin 47 voor natuurrubber 46 voor wol 30 voor katoen 35 De V.S. zijn meer dan vroeger voor hun grondstof fenvoorziening afhankelijk van import. Iedere stijging van de Amerikaanse grondstoffenaankopen heeft voor West-Europa belangrijke consequenties, vooral daar het aanbod van de meeste grondstoffen betrekkelijk inelastisch is. Het beeld, dat de wereldmarkt der grondstof fen biedt, voorspelt niet veel goeds. Het lijkt er op, dat ieder land z'n reserves aan vreemde valuta zover aanspreekt als maar enigzins toe- laatbaar is en tracht z'n deel van de buit binnen te halen. Voor arme landen zal het ogenblik spoedig aanbreken, dat de aankopen slechts mondjesmaat kunnen geschieden, tenzij men er door internationaal overleg in zou slagen iets tot stand te brengen, dat op een billijke verde ling lijkt. De O.E.E.S., in de aanvang van haar hestaan vooral gebruikt als instrument om behulpzaam te zijn bij de verdeling van de Marshall-hulp, vervolgens actief op het terrein van de economi sche integratie, heeft 1111 het dringende probleem der grondstof fenvoorziening in haar werkzaam heid betrokken. Het bestuur dezer organisatie (de z.g. Raad) heeft in December aan de aan- aanbevelingen ge daan, die op zichzelf wel belangrijk zijn, maar die het vraagstuk niet in de kern aantasten. De deelnemende landen moeten de productie van schaarse grondstoffen zo hoog mogelijk opvoe ren, zij moeten hun verwerkende industrieën zo doelmatig mogelijk laten functionneren, zij die nen het gebruik van vervangingsartikelen te bevorderen en het verbruik van schaarse grond stoffen te beperken. Door maatregelen als cre- dietbeperking moet het innemen van speculatieve voorraadposities worden tegengegaan. Hier vindt men waarschijnlijk een van de redenen, waarom ook in Nederland tot het nemen van credietbeperkende maatregelen is overgegaan. Nadat door het aannemen van deze resolutie de goede wil der Europese landen om de crisis niet te verscherpen is bevestigd, is de Raad der O.E.E.S. verder op het oorlogspad gegaan. Zij heeft besloten een missie naar Washington te zenden om met de Amerikaanse regering over het vraagstuk in het algemeen te spreken. Het kernpunt is de voorraadvorming der U.S.A. De aankopen voor dit doel hebben de prijzen om boog gejaagd. Verder zijn de belemmeringen, die de V.S. aan de uitvoer van zwavel en katoen in de weg hebben gelegd, zeer bezwarend voor W est-Europa. De missie naar Washington heeft het in Decem ber hier niet getroffen. Op dat tijdstip was juist de Engelse minister-president de oceaan overge stoken de heer Attlee maakte met de Ameri - kanen een grondstof fenregeling, waarbij de voornaamste producerende en verbruikende 4

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 4