FINANCIEEL OVERZICHT
's Rijks directe belastingen bepaalt echter, dat
men geen verzet kan doen tegen de inbeslag
neming ter zake van belastingen, uitgezonderd
de grondbelasting, indien de geoogste of nog
niet geoogste, of roerende goederen tot stof
fering van een huis of landhoef, of tot be
bouwing of gebruik van het land, zich tijdens
de inbeslagneming op dc bodem van dc be
lastingschuldige bevinden.
Deze bepaling laat zien, dat de zekerheid van
fiduciaire eigendomsoverdracht van bedrijfs-
inventaris een tamelijk „zwakke" zekerheid
is, want de belasting kan daar beslag op leg
gen, zolang zij zich tenminste „op de bodem"
van de belastingschuldige bevindt, zonder dat
de bank in verzet mag gaan.
,,Op de bodem van de belastingschuldige" wil
zeggen op het land of in het huis of gedeelte
daarvan, dat hij rechtmatig in gebruik heeft
of bewoond. Het doet er dus niet toe of hij
b.v. eigenaar, dan wel houder, pachter,
vruchtgebruiker enz. is, als de goederen zich
maar „op zijn bodem" bevinden.
Het enige wat Uw bank dan kan doen is een
bezwaarschrift richten tot de betrokken di
recteur der directe belastingen binnen 7 dagen
na de inbeslagneming, in te dienen bij de be
trokken ontvanger. Het hangt dus geheel van
de beslissing van de directeur af, of hij de
bank terwille kan zijn.
Dit is een der redenen waarom wij de fidu
ciaire eigendomsoverdracht van bedrijfsin-
ventaris slechts als aanvullende zekerheid
aanbevelen en niet als hoofdzekerheid.
Overlijden van hypothecaire debiteur
Vraag: W at moet er gebeuren indien overlijdt:
a. een voorschotnemer onder hypothecair
verband,
b. een credietnemer onder hypothecair ver
band
Antzv.: Ad a. Het voorschot kan zonder meer
ten name van de overledene doorlopen. Bij
de rekening moet worden aangetekend: „.De
biteur overleden deI95°>
erfgenamen enz.
Ad b. Volgens de Algemene Voorwaarden
hoofdstuk III, art. 8 lid 1 letter 1) eindigt
de credietovereenkomst tengevolge van het
overlijden van de credietnemer. De erfgena
men kunnen dus niet meer in het debet dei-
lopende rekening beschikken, doch hebben
uitsluitend de verplichting het op het tijdstip
van overlijden van de rekeninghouder be
staand debetsaldo zo spoedig mogelijk aan te
zuiveren. Er bestaat echter geen bezwaar
tegen, voor de betaling van een debetsaldo
uitstel van betaling te verlenen en hiervoor
een speciale aflossingsregeling vast te stellen.
Hiernaast kan dan een afzonderlijke credit-
rekening worden geopend, waarop de bedrijfs-
ontvangsten worden gestort en waarop wordt
gedisponeerd. Indien en zolang deze rekening
een saldo aanwijst, kleiner of gelijk aan het
saldo der afgesloten lopende rekening, zou
hierover een speciale rente vergoed kunnen
worden.
Wijst de speciale creditrekening een credit
saldo aan van meer dan het debetsaldo dei-
afgesloten lopende rekening, dan wordt over
het meerdere slechts de normale creditrente
vergoed.
Of liet zin heeft om tot deze regeling over
te gaan, hangt er van af of de rekening op
het moment van overlijden voor een belang
rijk bedrag debet stond.
Het meest voor de hand liggende is, dat het
bestaande debetsaldo in lopende rekening
wordt gedelgd en een nieuw crediet aan de
bedrijfsopvolger wordt geopend en door de
gezamenlijke erfgenamen een nieuw recht van
hypotheek wordt verleend.
Wordt de regeling van een speciale credit
rekening ingevoerd, dan moet daarover wel
overleg gepleegd worden met de Centrale
Bank.
Ten aanzien van de binnenlandse financiële ont
wikkeling- hebben zich in de afgelopen maand
belangrijke gebeurtenissen voorgedaan. Nadat
per 1 Januari de voorschriften van De Neder-
landsche Bank inzake de credietbeperking voor
het bankwezen van kracht waren geworden,
werd groot opzien gebaard door de plaatsing
van 300 millioen schatkistpapier bij de circu
latiebank. Dit was voor de staatsfondsenmarkt
het sein om de in de tweede helft van December
begontien koersdaling in een versneld tempo
voort te zetten. Een en ander ging gepaard met
een vermindering van het vrije tegoed van het
Rijk bij de circulatiebank tot een dieptepunt van
86 millioen, waarmede een peil werd bereikt,
dat sedert Januari 1949, toen de rijksmiddelen
20