Korte inhoud van het gedenkschrift Het bedoelde gedenkschrift behandelt achter eenvolgens ontstaan, groei en huidige structuur van de organisatie, om daarna stil te staan bij de bereikte resultaten. In de opbouw van de Belgische Boerenbond nemen de plaatselijke organen (gilden, zoals men ze in België noemt) een eerste plaats in. Boeren, hoveniers, bloemisten, boomkwekers, druivenkwekers enz., zijn verenigd in gemeen telijke- of parochiale verenigingen, genaamd hoerengilden of boeren- en hoveniersgilden. Het gilde is de cel van de gehele plaatselijke organisatie. Binnen de gilden bestaan nog allerlei andere organisaties met eigen bestuur en eigen statuten, zoals boerinnengilden, aan- en verkoopafdelingen, Raiffeisenkassen, onder linge paarden- en veeverzekeringen, veebonden, zuivelfabrieken, bietensyndicaten, enz. Ieder is vrij om deel te nemen aan deze diverse coöpe raties, mits men ook lid is van het gilde. Het bestuur van het gilde is zo ruim mogelijk vertegenwoordigd in de besturen der coöpe raties deze laatste hebben op hun beurt een vertegenwoordiger in het gildebestuur. De gilden vormen tezamen gewestelijke bonden, terwijl deze bonden tenslotte verenigd zijn in de centrale organisatie, de Belgische Boerenbond. Zowel in de plaatselijke en gewestelijke orga nisaties als in de centrale organisatie heeft de R.K. Belgische geestelijkheid (zoals het gedenk schrift het noemt) van rechtswege zitting. Op de hierboven weergegeven wijze is in de Belgische landbouw een hechte en sterke orga nisatie opgebouwd. Werkzaamheden van de Boerenbond De werkzaamheden van de Belgische Boeren bond kunnen als volgt worden ingedeeld a. sociale werkzaamheden, waaronder gerekend worden het algemeen secretariaat (de cen trale van de plaatselijke gilden), de dienst voor toezicht (ter aanwakkering van de activiteit der plaatselijke gilden), de boe- rinnenbond en de boerinnenjeugdbond, de onderlinge kas voor kindertoeslagen (uit kering der kindertoeslagen aan de aange sloten boeren en tuinders), de verrekenkas voor kindertoeslagen (uitkering kindertoe slagen aan loontrekkend personeel van de aangesloten boeren en tuinders) en de dienst voor sociaal hulpbetoon (vervult voor de werkgevers alle voorkomende formaliteiten, die de sociale wetgeving eist) b. economische werkzaamhedenhieronder res sorteren de centrale aan- en verkooporgani satie, de centrale der Raiffeisenkassen, de verzekering en de technische dienst. Tenslotte nog enkele bijzondere werkzaam heden de tuinbouwverbonden, de onderlinge paarden- en veeverzekeringen en de boeren- jeugdbond. l'it het bovenstaande blijkt wel ten duidelijkste welk een overheersende plaats de Belgische Boerenbond in al zijn geledingen inneemt in het leven ten plattelande: op schier elk terrein komt de Belgische boerenbevolking met de bond of met een daarbij aangesloten of daarvan uit gaande organisatie in aanraking. Doelstellingen van de Boerenbond De voornaamste doelstellingen van de bond zijn de volgende t. Ontwikkeling en versteviging van de ver enigingsgeest en de standsverbondenheid bij boeren en tuinders. 2. Behoud van het geloof en de goede zeden op het platteland. 3. Verspreiding van de landbouwwetenschap pen. 4. Verbetering van de sociale toestanden en van de levensvoorwaarden van boeren en tuinders. 6. Technische en economische verbetering van de uitbetalingsmiddelen in land- en tuin bouw. 7. Studie en verdediging der algemene land- en tuinbouwbelangen. Slotopmerking Uit hetgeen hierboven omtrent inrichting en werkwijze van de Belgische Boerenbond is weergegeven, blijkt wel enig verschil met de organisatie van het landbouwcredietwezen in ons land. Het Nederlandse landbouwcrediet voor zoveel betreft de boerenleenbanken, welke aangesloten zijn bij de Centrale Bank te Utrecht, bezit een geheel eigen en zelfstandige organisatie, die volkomen los staat van elke andere. De hij de Centrale Bank te Eindhoven aangesloten boe renleenbanken vertonen in het algemeen één van de trekken van het Belgische systeem. Wij vinden althans in de model-statuten der Eind- hovense boerenleenbanken (uitgave 1948) als één der vereisten voor het lidmaatschap ver meld: „dat men lid zij van de Boerenbond" (d.i. de N.C.B., de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond). België heeft dus geen zelfstandige landbouw- credietorganisatiehet landbouwcredietwezen is een onderafdeling van de machtige standsorga nisatie, de Belgische Boerenbond. 16

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 16