delen ter beschikking worden gesteld om de
normale investeringsbehoeften te bevredigen,
alsmede om de uitvoering van het defensiepro
gramma te verzekeren, dan zal de bevolking
haar welvaartspeil niet zien verminderen. Het
nationale inkomen zal stijgen, terwijl het spaar-
bezit tegen ongewenste storingen in de mone
taire en prijzenverhoudingen beveiligd zal blij
ven. Moest de spaaractiviteit daarentegen on
toereikend blijven, dan zou verplicht of ge
dwongen sparen niet kunnen worden ontgaan.
Dit zou onvermijdelijk tot ernstige economische
en sociale wanverhoudingen leiden, welke op
hun beurt voor de monetaire stabiliteit gevaren
inhouden.
In deze tijd van samenbundeling der nationale
krachten verdient het sparen meer clan ooit de
volle aandacht zowel van de overheid als van
het publiek."
Uit het jaarverslag over 1949 geven wij thans
nog enkele cijfers betreffende het door de
A.S.L.K. verzorgde Iandbouwcrediet.
Het verstrekken van credieten aan de landbouw
geschiedt hoofdzakelijk door bemiddeling van
de zg. landbouwkantoren.
Eind 1949 stonden 28.296 leningen uit voor
een totaalbedrag van 1.712,8 millioen franc
(v. j. 23.034 leningen, totaal 1.224 millioen
franc).
Naar de bestemming kunnen de per het einde
van 1949 uitstaande credieten als volgt worden
ingedeeld
Aankoop gronden of hoeven887
Bouwen of vergroten van hoeven 243,2
Onderhouds- en verbeter ingswerken 174.4
Aankoop vee en materiaal 4H.4
Bouw of aankoop van kassen 9,5
Aflossing van schulden n.3-
Vooral de leningen voor aankoop van hoeven,
gronden en vee zijn toegenomen. De voor
schotten voor de aankoop van materiaal, zaad
of meststoffen en voor onderhouds- en verbete-
ringswerken vertonen daarentegen, zowel naar
aantal als naar bedrag, een achteruitgang. Hier
uit kan afgeleid worden, dat de achterstand in
zake landbouwuitrusting thans grotendeels is
ingelopen, zodat enkel nog in de gewone uit-
breidings- en moderniseringsbehoeften dient te
worden voorzien.
Het verslag wijst er in dit verband op dat, hoe
gewettigd het verlangen van de landbouwer
naar een eigen bedrijf ook moge wezen, er toch
over gewaakt moet worden, dat dit streven niet
leidt tot een te zware schuldenlast, welke voor
het rendement van de bedrijven zeer nadelig zon
kunnen zijn.
Tot slot geven wij nog een overzicht van de
credieten, verstrekt door de belangrijkste instel
lingen voor Iandbouwcrediet in België:
Centrale Kas voor Landbouwkrediet
van de Belgische Boerenbond en
Raiffeisenkassen 1.191
Nationaal Instituut voor Landbouw
krediet 821
Nationale Maatschappij voor de
Kleine Landeigendom 127
Landbouwkantoren van de Algemene
Spaar- en Lijf rent ekasI-7X3
Totaal Iandbouwcrediet 3.852
Over bovenstaande instellingen vermeldden wij
enkele bijzonderheden in ons nummer van
Januari 1930, blz. 16 en 17.
De Nationale Maatschappij voor de kleine land
eigendom werd toen door ons niet omschreven,
omdat dit geen landbouwcredietinstelling in de
eigenlijke zin van het woord is, maar een maat
schappij, die in de crisis van 1934/ 35 m België
werd opgericht om door bevordering van de
kleine landeigendom mede te werken aan het
bedwingen van genoemde crisis.
Gaarne willen wij ook nog vermelden, dat de
A.S.L.K. ons ter gelegenheid van het honderd
jarig bestaan van de Lij frentekas (één der hoofd
bestanddelen van de A.S.L.K.) een gedenk
schrift toezond, dat op zeer aantrekkelijke wijze
een overzicht geeft zowel van ontstaan en groei
als van huidige omvang en werkwijze der Kas.
De Duitse Raiffeisenorganisaties
In Mei 1950 werd in Ziirich een internationaal
congres van Iandbouwcrediet instellingen gehou
den, over welk congres wij in ons blad van Juli
1950 een en ander vermeldden. Onder de aan
dit congres uitgebrachte rapporten bevond zich
ook dat van Dr. H. Kissler, directeur-generaal
van de Landwirtschaftliche Rentenbank in
Duitschland. Enkele grepen uit dit rapport
namen wij op in de nummers van Augustus,
September en October 1950 van ons blad.
Thans ontvingen wij van de toporganisatie van
de Duitse landbouwcoöperatie, het „Deutsche
Raiffeisenverband" het jaarboek 1949.
in raillioenen francs
in tnill. frcs.
11