Liiiidliiiinvi iTilicI in hel liiiilciiliiiiil Landbouwcrediet in het buitenland Zoals wij in het vorige nummer van ons blad reeds mededeelden (blz. 25), ontvingen wij in de afgelopen weken de jaarverslagen van enkele instellingen op het gebied van landbouwcoöpe ratie en landbouwcrediet in het buitenland. Gaarne willen wij hieruit enkele bijzonderheden in dit nummer opnemen. Centrale Bank voor coöperatief landbouw crediet in Finland Voor Finland was 1949 in zekere opzichten het belangrijkste van de na-oorlogse jaren, inzon derheid wat het economisch leven van het land betrof. Nog slechts enkele artikelen werden ge distribueerd. De beide devaluaties van de Finse mark, res pectievelijk in Juli en in September, werden hoofdzakelijk toegepast om de exportmogelijk heden te vergroten. Het hierdoor gestegen prijs peil van verschillende artikelen, alsmede de verhoging van huren en lonen, veroorzaakten verstoringen in de regelmatige ontwikkeling van het Finse economische leven. De vroeg optredende vorst verwoestte in een groot deel van het land de oogst en veroorzaakte een verlies van naar schatting 3.000 millioen Finse marken. De veevoederoogst was weliswaar groter dan die van het vorige jaar, doch de kwaliteit was minder. Graan- en aardappeloogsten waren eveneens kleiner, terwijl in het bijzonder de kwaliteit van de tarwe als gevolg van de vorst slecht was. De omzet der zuivelbedrijven nam sterk toe en grote hoeveelheden kaas werden geëxporteerd. De markt van vlees en eieren was levendig. De prijzen van varkensvlees en eieren lagen merk baar beneden de kostprijzen in het begin van het jaar, maar tengevolge van export en ver minderde productie trad in de herfst een ver betering der prijzen in. Als gevolg van een grote vraag naar crediet was de geldmarkt betrekkelijk krap, niettegenstaande de grote stijging der deposito's. Toch was de krappe geldmarkt geen beletsel voor het Finse coöperatieve landbouwcredietwezen om een zeer belangrijke groei te vertonen. Het aantal leden der Finse boerenleenbanken nam toe met 12.100, waardoor deze banken aan liet eind van het verslagjaar 222.700 leden tel den. Het aantal banken bedroeg 726 (v. j. 767; in 1949 vonden vele concentraties plaats). De omvang der credietverlening eind 1949 was 29.040 millioen Finse mark (v. j. 20.628 mill. terwijl het totaal der deposito's 18.156 millioen mark bedroeg (v. j. 14.028 mill.). De verplichtingen, welke de Finse boerenleen banken eind 1949 aan de overheid hadden, be droegen 13.586 millioen mark (v. j. TO.179 mill.). Door de Finse Centrale Bank was eind 1949 aan 723 der aangesloten banken een totaalbe drag van 16.570 millioen mark ter leen ver strekt v. j. 11.469 mill.). tiet eigen kapitaal der Centrale Bank be droeg per 31 December 1949 292 millioen mark (v. j. 168 mill.), terwijl de balanstelling 20.07T millioen mark was (v. j. 14.065 mill.). Voor de wijze, waarop de Finse coöperatie is opgebouwd, menen wij nog te mogen verwijzen naar de Raiffeisen-Bode van November 1949, blz. 10 en 11. In ons blad van Januari 1950, no. 7, blz. 16, gaven wij reeds enkele aantekeningen over bo venstaande instelling, welke de oudste is der Belgische organisaties op het gebied van het landbouwcrediet. Vau deze instelling ontvingen wij het verslag over de verrichingen en de toestand gedurende het jaar 1949 met de afzonderlijk uitgegeven .Inleidende beschouwingen bij het jaarverslag 1949". Evenals het Finse verslag begint ook het Bel gische met een beschouwing te geven over de economische, financiële en sociale toestand van België, voor zover deze de A.S.L.K. betreffen. Uit de inleidende beschouwingen, welke ener zijds betreffen sparen, voorzorg en crediet in verband met de economische en sociale evolutie en anderzijds de huidige stand van het huisves- tingsvraagstuk, nemen wij uit het eerste ge deelte enkele zinsneden over „Uit de ervaringen van het jaar 1949 kan be sloten worden, dat het zwaartepunt van de ont wikkeling van 's lands economie het investe ringsprobleem blijft. Een essentiëel vereiste hiertoe blijft de vorming van een ruim spaarvolume. Indien door een vrijwillige onthouding van consumptie de mid- Algemene Spaar- en Lijfrentekas van België 1 0

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 10