Voorlichting der aangesloten banken
In afwachting van de technische uitvoering
van de credietbeperkingsmaatregelen (de instel
ling van een zogenaamde kwantitatieve crediet-
controle) werden de aangesloten banken reeds
zo veel mogelijk ingelicht.
Wij laten hieronder een opgave volgen van de
te dezer zake aan de aangesloten banken toege
zonden circulaires
28 September, rubriek VI, 110. 9
2 November, rubriek I, no. 9
24 November, rubriek I, no. 10
27 November, rubriek III, no. 2
28 November, rubriek 1, 110. 11
6 December, rubriek 111, 110. 3
13 December, rubriek 111, 110. 4
.11 deze genoemde maatregelen zijn met ingang
van 6 December 1950 komen te vervallen.
Vanaf deze datum behoeft ten aanzien van de
credietverlening alleen rekening te worden ge
houden met de algemene vergunning 40 D.
Er wordt voor de banken een zogenaamde cre-
dietplafond vastgesteld, waarboven alleen mag
worden uitgegaan mits de daarvoor benodigde
middelen hij de Nederlandsche Bank worden
opgenomen tegen een rente van 3
De aangesloten banken hebben voor de vaststel
ling van haar credietplafond de keuze uit drie
grenzen, te weten
a. 10 van de creditgelden (deze grens is
dus veranderlijk al naar gelang van het tijd
stip, waarop ze wordt berekend)
h. 105 van het bedrag der debetsaldi per
30 September 1950 (deze grens is niet aan
verandering onderhevig)
c. de debetsaldi per 30 September 1950, ver
meerderd met 1/3 deel van de toename der
creditgelden, vergeleken bij de stand daar
van op 30 September 1950.
Tot aan de hoogste van deze drie grenzen heb
ben de boerenleenbanken een zekere vrijheid
van credietverlening, alsmede ten aanzien van
het laten beschikken over openstaand crediet.
Vóór de 1 5e van iedere kalendermaand moeten
de aangesloten banken een volledig ingevulde
per de laatste dag van de voorafgaande kalen
dermaand opgemaakte maandstaat aan de C en
trale Bank inzenden. Banken, die aan deze voor
waarde niet voldoen, komen niet voor toepassing
van de nieuwe algemene vergunning 40 D in
aanmerking en mogen derhalve geen credieten
meer verlenen of beschikking over geopende
credieten toestaan.
Wat moeten de aangesloten banken nu doen?
Wij willen ten slotte nog gaarne enkele opmer
kingen maken over de gevolgen, die de nieuwe
regeling voor de aangesloten banken kan heb
ben. Daarbij spreken wij niet over de technische
uitvoering daarvan, maar wij willen nog eens
wijzen op diè punten, waarop goed zal dienen
te worden gelet.
Vele banken zullen reeds óf aanstonds (omdat
zij reeds boven het voor haar geldende crediet
plafond uitkomen) óf binnenkort bij stijging
van de zogenaamde debetsaldi (omdat zij het
voor haar geldende credietplafond reeds dicht
zijn .genaderd) op speciale rekening hij de Cen
trale Bank een voorschot tegen 3(0 moeten
opnemen. Deze alsdan verplichte opneming van
gelden zal voor de betrokken banken rentenadeel
met zich medebrengen.
Wij menen daarom alle aangesloten banken tc
moeten adviseren haar debetrente met te
verhogen, terwijl als minimum dient te gelden
y2 °/c boven het promessedisconto van de
Nederlandsche Bank.
Uit de algemene vergunning 40 D blijkt, dat
voor de bepaling van het credietplafond het
totaal der debetsaldi vergeleken wordt met de
creditgelden. Men lette er op, dat gesproken
wordt van de debetsaldi, dus niet van het totaal
der geopende credieten. Ten einde de stijging
der debetsaldi zo veel mogelijk te beperken, is
het voor de aangesloten banken zaak om over
leg te plegen met diè credietnemers, die van hun
crediet of in het geheel geen of slechts gedeel
telijk gebruik maken, om zodoende te komen tot
intrekking of vermindering dier credieten.
Door de banken in portefeuille gehouden aard
appelwissels verhogen de debetsaldi, evenals
overheidsbetalingen, te verrekenen cheques ent:.
De banken zullen derhalve in haar eigen belang
goed doen deze posten zo laag mogelijk te
houden.
Spaarzaamheid ten aanzien van de credietver
lening in haar geheel genomen is geboden. Op
dat de boerenleenbanken haar primaire doel
stelling, 11I. de credietverlening aan het land
bouwbedrijf in de ruimste zin des woords, zo
goed mogelijk kunnen nastreven, zullen zij goed
doen om vooral credieten buiten de landbouw
voorzichtig en spaarzaam te verstrekken. Im
mers verruiming van de credietverlening leidt
Korte inhoud der nieuwe regeling
9