De credietbeperkingsmaatregelen van de Nederlandsche Bank c. het disconteren van wissels, promessen, schatkistpapier en van schuldbrieven. Disconteren is het kopen van een geld vordering tegen een prijs, gelijk aan de nominale waarde van de vordering", waarop in mindering komt het disconto (de rente). Is de rente 3 per jaar, dan wordt een wissel van 1.000. met een looptijd van 2 maanden door de koper voor 995.gekocht; d. het kopen en verkopen van wissels door in Nederland gevestigde banken of bankiers geaccepteerd met de gebruike lijke looptijd, schatkistpapier van het Rijk en schuldbrieven ten laste van of voor rente en aflossing gegarandeerd door het Rijk. Het verschil tussen de transacties onder c. en d. vermeld ligt hierin, dat het ini tiatief van de onder d. vermelde trans acties uitgaat van de Nederlandsche Bank zelf (open-markt transacties),, ter wijl het initiatief van de handelingen onder c. vermeld uitgaat van de betrok kenen, die met de Nederlandsche Bank zaken wensen te doen e. het kopen en verkopen van schriftelijke en telegrafische uitbetalingen, chéques, wissels en ander handelspapier, een en ander buitenlands betaalbaar; f. het verstrekken van voorschotten tegen onderpand van effecten, goederen, celen, munt, muntmateriaal, wissels, handels papier, schatkistpapier en dergelijke waarden. Het voorschot kan worden op genomen in rekening-courant, dus naar mate er behoefte aan bestaat. g. de handel in edele metalen h. het in bewaring nemen van effecten, geldswaardige papieren, goederen, kost baarheden, enz. (wordt vervolgd). Dat de Nederlandsche Bank voornemens was over te gaan tot het nemen van maatregelen ter beperking van de credietverlening door de banken, zal vermoedelijk geen onzer lezers meer onbekend zijn. Veel toch is over dit voornemen en de vermoedelijke uitvoering daarvan reeds gepubliceerd. Ook de Centrale Bank heeft harerzijds getracht de functionarissen der aangesloten banken zo spoedig en zo goed mogelijk met de maatrege len zelve en met de consequenties daarvan voor de credietverlening door de banken in kennis te stellen. Alvorens tot een korte bespreking van de thans officieel afgekondigde maatregelen en de ge volgen daarvan inzonderheid voor de aangeslo ten banken over te gaan, willen wij tot goed be grip van zaken even de vóórgeschiedenis de revue laten passeren. Vóórgeschiedenis Op 25 September jl. maakte de Nederlandsche Bank bekend, dat zij met ingang van de vol gende dag, Dinsdag 26 September 1950, wijziging ging brengen in haar rentetarieven. Het wissel- en het promessedisconto, die sedert 27 Juni 1941 respectievelijk 2^ en 3 °f0 be liepen, werden met l/2 verhoogd. De rente voor voorschotten in rekening-courant, laatste lijk- per 29 Augustus T939 vastgesteld op 3/2 bleef onveranderd. De Nederlandsche Bank vond o.a. aanleiding tot deze wijziging in de sterke en in tempo toe nemende credietverlening door het bankwezen in de loop van 1950 en in het ongunstige ver loop van de Nederlandse betalingsbalans. Deze laatste toch vertoonde reeds een aanzienlijk te kort en de vrees bestond, dat de sterke expansie van de credietverlening door handelsbanken en boerenleenbanken het bedoelde tekort nog zou vergroten. Reeds aanstonds bij het bekend maken van de discontoverhoging werd erop gewezen, dat het, ten einde het nuttig effect van de verhoging van het disconto te bevorderen, noodzakelijk zou zijn wijziging te brengen in de tot dusver gevolgde methode van uitvoering van het toe zicht op de credietverlening. Het voornemen was toen reeds om door de Nederlandsche Bank richtlijnen te doen geven aan de banken, waardoor deze gebonden zouden worden aan een bepaalde verhouding tussen toevertrouwde gelden enerzijds en de liquide middelen anderzijds. 8

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 8