wel steeds in een zegelrecht van I,ver vallen. Het zegelrecht van kwitanties, saldo-opgaven van een afgesloten rekening-courant, afschrif ten van een afgesloten rekening-courant, saldo- erkenningen (ongeacht of het betreft de er kenning van een saldo van een afgesloten dan wel van een niet afgesloten rekening-courant) zijn vanaf i Januari 1951 onderworpen aan een zegelrecht van 0,15 i.p.v. 0,10. Het zegelvrije bedrag is ecliter verhoogd van 10,tot 20, Ook de creditnota's en de creditboekingen in de rekening-courantboekjes (voorzover geen giroposten) zijn in principe zegelplichtig ge bleven, thans met 0.15. Daar echter de reso lutie van de minister van Financiën, waarbij voor deze 9tukken algemene vrijstelling van zegel werd gegeven niet is ingetrokken, behoe ven zij ook thans niet gezegeld te worden. Dit laatste is ook het geval met cheques. In principe zijn deze zegelplichtig (minimum twintig cent),, doch de algemene vrijstelling blijft voorlopig van kracht, zodat zij voors hands ongezegeld kunnen worden getrokken Iets nieuws is, dat per 1 Januari 1951 zijn onderworpen aan een effectenzegelrecht van 0,75 per 100,schuldbekentenissen ter zake van leningen aan rechtspersonen, indien die leningen bestemd zijn tot voorziening in de kapitaalsbehoefte van die rechtspersonen en in wezen dezelfde strekking hebben als obli gatieleningen. Tenzij aanwezig is een normale hypothecaire lening van een lening ten be- lope van tweederden van de waarde van het onderpand wordt zodanige strekking in elk geval aangenomen indien de lening, hetzij al leen, hetzij tezamen met een of andere binnen het jaar door dezelfde rechtspersoon gesloten lening 100.000,of meer beloopt en zij niet binnen een termijn van vijf jaar of min der zowel opeisbaar als aflosbaar zijn. De be doeling van deze bepaling is te voorkomen, dat de Staat enkele millioenen guldens per jaar aan zegelrecht derft doordat publiek rechtelijke lichamen en ondernemingen haar behoeften aan nieuw kapitaal dekken door leningen bij banken en institutionele beleggers tegen afgifte van een eenvoudige onderhandse of notariële schuldbekentenis, terzake waarvan slechts enkele guldens aan zegelrecht in de schatkist vloeien, terwijl bij een beroep op de geldmarkt door uitgifte van een obligatie lening aan zegelrecht zou verschuldigd zijn J4 °/0 van het nominaal bedrag van de lening. Ten slotte zij vermeld, dat het vragen van Koninklijke goedkeuring op de statuten ener vereniging thans 1 oo„i.p.v. 5°>aan zegelrecht kost en een Koninklijke Goedkeu ring ener statutenwijziging f 50,i.p.v. 25,—- Per circulaire (Rubriek VII no. 23) hebben wij enige tijd geleden reeds aan onze banken verzocht om de gezegelde en nog niet gebruikte stukken, welke in hun bezit zijn, ter bijzege- ling aan ons op te zenden (afd. Materiaal). Voorzover men dit nog niet heeft gedaan, wordt hierop nogmaals de aandacht gevestigd. In spoedgevallen kan het meerdere zegelrecht ook worden voldaan door middel van plak- zegel(s). Een der ondertekenaren, bij voorkeur de schuldenaar/credietnemer, moet dan door deze plakzegel(s) heen tekenen. c vt 1^' icun'5 Gedurende de maand December 1950 was het aantal jubilea, dat te onzer kennis werd ge bracht, belangrijk minder dan over de vorige maand. De Coöperatieve Roerenleenbanken te Roorda- huizunt en Doniaga zonden ons bericht van de herdenking van haar veertigjarig bestaan, ter wijl de Coöperatieve Boerenleenbank te Leek ons een ter gelegenheid van haar veertigjarig be staan in de pers opgenomen artikel deed toe komen. Eerstgenoemde bank telde bovendien drie per soonlijke jubilarissen, te weten de heren D. A. van der Sluis, voorzitter van het bestuur, H. II. Nijdam Jr., lid van het bestuur en II. K. Hof- stra, voorzitter van de raad van toezicht. Aan besturen, raden van toezicht en kassiers der jubilerende banken ook op deze plaats onze welgemeende gelukwensen, evenals aan de jubi lerende functionarissen. Van harte hopen wij, dat zowel de bovenge noemde banken als allen, die in haar belang werkzaam zijn, deze werkzaamheden nog vele jaren een ieder ten bate van de eigen streek zullen mogen voortzetten. 23

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 23