J^ci
Tien jaren Landbouw-Economisch Instituut
Midden December deden in Aalsmeer de vol
gende prijzen:
Rozen 1882 cent per stuk
Anjers 13— 62 cent per stuk
Seringen 85155 cent per tak.
Voori950 was dit het laatste marktoverzicht.
Wanneer op dit jaar wordt teruggezien, dan
mag toch wel geconcludeerd worden, dat over
het algemeen de gang van zaken ten aanzien van
de prijzen tot tevredenheid aanleiding zal heb
ben gegeven. Was er geen directe reden tot
juichen, tot klagen mocht slechts van tijd tot
tijd in enkele afdelingen sprake zijn. Laat de
hoop bewaarheid mogen worden, dat in 1951 het
buitenland, inzonderheid Duitsland, nieuwe
mogelijkheden zal bieden voor onze gehele agra
rische bevolking.
De landbouw heeft als een van de belangrijkste
bestaansbronnen in ons land vele en belangrijke
economische aspecten. In tegenstelling tot het
technisch onderzoek, dat in ons land al vroeg
tot grote ontwikkeling kwam, heeft het econo
misch onderzoek eerst laat de aandacht gekre-
ken, welke het verdiende.
Dit economisch onderzoek werd in 1940 ter
hand genomen door het Landbouw-Economisch
Instituut, in genoemd jaar opgericht door het
Koninklijk Nederlandsch Landbouw-Comité.
Bedoeld instituut herdacht zeer onlangs zijn
tienjarig bestaan en gaf ter gelegenheid daar
van een bundel opstellen uit, waarin enerzijds
de lotgevallen van liet instituut worden ver
haald, doch waarin anderzijds veel meer de na
druk wordt gelegd op het geven van een ver
antwoording van het terrein van onderzoek en
van de gekozen wijze van werken.
Na een woord vooraf door de voorzitter van
het Instituut, Rrof. Dr. Ir. G. Minderhoud en
een hoofdstuk over ontstaan en groei van Prof.
Dr. J. Horring, zijn de overige opstelien uit
sluitend gewijd aan de verschillende onderzoe
kingen van het Instituut. Van deze neemt de
beschrijving van het bedrijfseconomisch onder
zoek in de landbouw de grootste plaats in. Ook
aan het economisch onderzoek in tuinbouw en
visserij wordt door het Instituut aandacht ge-
wij d.
Aan het ons gedane verzoek om de verschijning
van dit gedenkboek in ons blad aan te kondigen,
hebben wij, gezien het grote belang, dat vooral
ook de landbouw bij een dergelijk instituut
heeft, gaarne willen voldoen.
Van harte hopen wij, dat het Landbouw-Econo
misch Instituut in de toekomst haar belangrijke
werk niet alleen zal kunnen voortzetten, maar
dit ook nog zal kunnen uitbreiden ten voordele
van landbouw, tuinbouw en visserij.
cv1
Evenals verleden jaar hopen wij ook dit jaar in
de Raiffeisen-Bode de namen van de locale ban
ken te publiceren, die de rekening en balans met
bijlagen naar de Centrale Bank hebben gezon
den.
Nogmaals vestigen wij de aandacht er op, dat
het Z-uittreksel III en het grote specificatie
formulier (form. 198A) ten kantore der bank
moeten blijven berusten. Toezending van deze
beide formulieren naar de Centrale Bank is dus
niet nodig.
De toezend'ng van rekening en balans behoeft
niet te wachten op de goedkeuring van de alge
mene vergadering; bedoelde goedkeuring kan
later verleend worden.
Tot ons genoegen stelden verschillende kas
siers, die voorheen bij de samenstelling van de
rekening en balans de hulp van de afdeling
inspectie van de Centrale Bank niet konden
ontberen, de rekening en balans over 1949 zelf
samen. Het systematisch volgen van de aanwij
zingen, voorkomende in de Handleiding voor
de administratie heeft blijkbaar alle voorheen
bestaande hinderpalen uit de weg geruimd.
Ofschoon de inzending van de balansen over
1Q49 gunstig afstak bij die over het jaar 1948.
moet toch even opgemerkt worden, dat alleen de
banken in de provincies Drente en Groningen
aan het verzoek van de Centrale Bank voldeden,
met name, dat deze banken zonder uitzondering
21