Het marktverloop in December
ties en 50 millioen, verstrekt door een gelieërd
pensioenfonds) schijnt geen speelruimte beschik
baar te zijn geweest. Er zijn in het afgelopen
jaar namelijk zeer grote posten aan onderhandse
leningen bij verzekeringsinstellingen, pensioen
fondsen en andere institutionele beleggers opge
nomen, waardoor van die zijde niet veel kapitaal
te verkrijgen was. De credietbeperkende bepa
lingen voor het bankwezen zullen de bereidheid
van de institutionele beleggers om obligatie
leningen op te nemen daarenboven verminderen,
daar zij hun beschikbare middelen thans in ver
scheidene gevallen, waarin het bankwezen daar
toe niet in staat zal zijn, op korte termijn, dus
zonder kans op koersverlies, zullen kunnen uit
zetten.
Vergelijkt men de thans voor de belangrijkste
Staatsfondsen geldende beurskoersen met die
van een jaar geleden men zie ons vergelij
kend staatje dan blijkt, dat er een daling van
2 a 3 punten is ingetreden. Ten dele is dit een
gevolg van het grotendeels wegvallen van de
vraag voor belastingdoeleinden, waardoor de
3H
beleggingsmarkt te voren belangrijk werd ge
steund. De toenemende credietschaarste heeft
echter de laatste tijd verschillende institutionele
beleggers ertoe gebracht obligaties te verkopen,
terwijl de nog moeilijke positie van de gulden
anderzijds de kooplust van de grote beleggende
instellingen heeft gedood. Zonder de steunaan
kopen van de schatkist, die bij koersen beneden
97 tot inkoop van de lening 1947 verplicht is,
zou de Staatsfondsenmarkt stellig nog meer
terrein hebben verloren. Ook de leningen van
provincies en gemeenten, alsook de pandbrief-
markt, zijn intussen op lager niveau beland.
Toch is het thans nog niet gerechtvaardigd, op
grond van de geschetste ontwikkeling de con
clusie te trekken, dat het rentepeil ten onzent
zich naar een hoger niveau beweegt. De moge
lijkheid daartoe zal geheel afhangen van de door
de overheid te voeren rentepolitiek en met name
van de vraag of minister Lieftinck in de gewij
zigde verhoudingen op geld- en kapitaalmarkt
aanleiding vindt zijn in 1947 voorgeschreven
renteschaal in opwaartse zin te herzien.
23 Dee.
23 Juni 24 Juli
25 Aug.
22 Sept. 23 Oct.
23 Nov.
22 Dec.
1949
I950
100 7m
99
97"/«
98"/i« 98 7=
98 7.6
97 Ym
98 Y,«
98 7.6
97
97 Y3: 97 716
97 7i«
96"/1«
99'V
99"/"
98 74
97 7«
97 7b 98
97 7b
96 Va
98 y,
99 Ym
98
97 7b
97 7« 97 74
97 Yu
9637b2
97
98 7»
96 7s
96 7*
96l7»2 96 7b
96 74
95 72
98"/..
98
96 7j
97
98m/« 95 7b
96 Vu.
95 7s
80 7„
80 7«
79 7b
79 74
79 7.« 79 74
777.6
78 7,6
96 7.
96 7s
94 74
94 74
94 7b 95 7b
95 7«
94
De noteringen aan de Groninger graanbeurs
gaven gedurende de laatste maand van 195°
slechts kleine schommelingen te zien. Vraag en
aanbod lagen naar het scheen ongeveer in even
wicht. De verwachting, dat door het op de bin
nenlandse markt toelaten van importgraan tegen
lagere prijzen bet prijsniveau voor binnenlandse
granen zou worden gedrukt, is slechts ten dele
bewaarheid. De tarwe kon zich praktisch hand
haven, terwijl de rogge nog weer met een paar
dubbeltjes steeg. Wintergerst en haver daalden
het meest in prijs. Het koolzaad moest over
December van de prijsstijging ad 15.over
November weer 70 cent laten vallen.
De notering aan de Groninger graanbeurs van
enkele graansoorten per 100 kg was op 18 De
cember jl.
Tarwe 19,20-
Rogge 20,20-
Wintergerst 24,20-
Zomergerst 26,20-
Haver 23,20-
Koolzaad 50,30-
-f
23,70
29,70
29,80
30,65
28,20
59>3°
3°,95)
28,80)
60,
De prijs voor graanstro bleef door de meerdere
vraag flink in prijs stijgen, zodat de aanvanke
lijke heffing bij invoer ten behoeve van de car-
Datum
Nederland 1950
3—3'/2%
Nederland 1947
3
Nederland 1962/64
met belast.fac.
3
Investeringscert.
3
Nederland 1937
3
$-lening 1947
2^2
N.W.S.
3
Indië 1937 A
21-11- 50
23,60)
29,45)
30,30)
19