VRAAG EN ANTWOORD een bepaald limiet wel aanvaard kan worden. Tot zover onze korte beschrijving. En is die „Afhaaldienst" nu van een levens belang voor de bank in Naaldwijk? Neen, men zou er mede kunnen stoppen zonder er direct schade van te ondervinden, zoals trou wens ook andere vormen van propaganda niet tot de directe levensvoorwaarden van een bank behoren en meer op de toekomst zijn gericht. Maar afgezien van het feit, dat de afhaaldienst \oor vele mensen een groot gemak betekent, is ze bovendien een doorlopende en direct wer- I)e nieuwe voorschriften der Nederlandsche Bank Vraag: Bij ons bestond de gewoonte om alle hypotheken, ook als zij feitelijk grotendeels het karakter hadden van een vast voorschot (dat dan ook in Grootboek II wordt geadmi nistreerd) te verstrekken in de vorm van crediethypotheken. Kunnen wij hiermede onder de nieuwe voorschriften zonder bezwaar doorgaan Antiv.: De Necl. Bank heeft uitdrukkelijk te kennen gegeven, dat crediethypotheken wor den gerekend onder de uitzettingen, welke medetellen voor de bepaling van de vraag of a 3^2 gelden moeten worden opgenomen. Het doet er daarbij niet toe, of die crediet hypotheken in feite een vast bestanddeel ver tonen, De Ned. Bank ziet uitsluitend naar de vorm. Dit standpunt van de Ned. Bank is voor 1 w bank dus niet gunstig en wij zouden U in overweging willen geven om bij verstrekking- van nieuwe posten onder hypotheek, zoveel als het karakter van de betrokken post zulks toelaat en terwijl de rest van het bedrag dan als credi et hypotheek kan gegeven worden, deze te verstrekken in de vorm van een vaste hypothecaire geldlening. Formulier 310 A Vraag: Is het bij toepassing der nieuwe voor schriften der Ned. Bank nog nodig,, dat bij credietopening formulier 310 A, waarin o.a. opgenomen de z.g. „effectenverklaring", wordt getekend? Antw.: Het formulier 310 A kan in zijn ge heel vervallen. kende propaganda voor de bank. En wij achten de propaganda van de daad altijd nog belang rijker dan die van het woord. Ten slotte zien wij in deze afhaaldienst een nieuw bewijs voor de stelling, dat iedere bank voor zich nauwkeurig de vorm van haar propa ganda dient te bepalen overeenkomstig de mo gelijkheden, die de bank biedt en de aard van de bevolking. Wat voor Naaldwijk passend is, zal voor slechts weinig banken even geschikt zijn. Inlichtingen aan politie Vraag: In verband met een diefstal kregen wij bezoek van twee rijkspolitie-agenten om in zage der rekening omtrent een spaarder van onze bank. Het betreft een justitie-onder- zoek van de jaren 1948, 1949 en 1950. We hebben dit geweigerd omdat we niet weten of we hun gegevens omtrent de reke ning van deze spaarder mogen verstrekken. Gaarne zouden wij willen weten of we hier omtrent gegevens mogen verschaffen. Antw.: U heeft terecht aan de politie-ambte- naren geen inzage gegeven van de desbetref fende spaarrekening. Wenst de politie een volledig overzicht dei- spaarrekening, dan kan zij inzage nemen van het in het bezit van de spaarder zijnde spaar boekje. Vertrouwt de politie dit boekje niet, dan zal de spaarder zelf toezending moeten vragen van een volledig afschrift der reke ning. Wordt de kassier der bank als getuige opge roepen 0111 voor de Rechter-Commissaris een verklaring af te leggen, dan is hij tot het af leggen van de getuigenis verplicht, doch niet tot het overleggen der rekening. Spaarder kan niet tekenen Vraag: Wat moeten we er mee aan, wanneer een spaarder niet kan tekenen voor het in- ontvangstnemen van opnamen? Is een kruisje voldoende Antw.: Een kruisje is niet voldoende. Spaar der moet een derde (niet-personeelslid der bank) bij notariële acte volmacht geven 0111 1 5

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 15