„service". „Een tuinder", zo zegt de heer Klapwijk, „heeft alleen bewondering en waar dering voor zijn bank, wanneer zijn zaken snel en doeltreffend worden afgewerkt. Hierop is dan ook ons streven bij voortduring gericht en steeds vragen wij ons af op welke wijze ver betering kan worden verkregen' De kassier heeft dan ook een vlotte bediening steeds als de beste vorm van propaganda gezien en wij hebben reden om aan te nemen, dat dit inzicht juist is en wel speciaal hier in Naald wijk. Deze gedachte is ook belichaamd in de „Afhaaldienst voor spaar- en belastinggelden", die in 1937 in het leven werd geroepen. Een zekere gemakzucht voor zaken buiten het tuinbouwbedrijf bij de Westlandse bevolking kan niet ontkend worden en men heeft hier zo geredeneerd: als de mensen niet bij de bank komen, dan moet de bank naar de mensen gaan, opdat zij weten wat de bank kan doen. Er werd een reglement opgesteld voor de afhaal dienst waarvan het eerste artikel luidt „De Spaarbank der Coöp. Boerenleenbank „De Voorschotbank" opent door haar afhaaldienst de gelegenheid wekelijks of maandelijks een vastgesteld bedrag aan huis te doen afhalen, zonder dat dit voor de spaarder enige kosten medebrengt. De afgehaalde gelden kunnen dienen voor ver schillende doeleinden, als betaling van belas tingen, schoolgelden, kwitanties voor gas, elec- triciteit- en waterverbruik, doch ook voor sparen alleen." Men ziet hieruit al, dat de afhaaldienst een doorlopende propaganda voor de service van de bank inhoudt, zonder het sparen direct op de voorgrond te stellen. Natuurlijk is dit wel een nevenoogmerk geweest, alsmede de uitbreiding van de cliëntenkring van de bank. Velen onzer kassiers zullen zich direct afvra gen maar hoe is het mogelijk om al dat kleine werk kosteloos te verrichten? Dat moet toch een flinke verliespost voor de bank zijn? Inderdaad trekt de bank hierdoor niet rendabele zaken aan en de kassier is zich welbewust, dat de afhaaldienst een bepaalde omvang niet mag overschrijden. Er wordt voorts een vast tegoed gekweekt en gezien het feit, flat er geen rente wordt vergoed, kunnen de onkosten vrijwel uit de opbrengst van dit tegoed worden bestreden. De conclusie is derhalve, dat deze afhaaldienst een propa gandamiddel van de bank is, dat door de nor- male werkzaamheden van de bank wordt ge dragen. Een al te grote groei zou dan ook per soneelsuitbreiding ten gevolge hebben, hetgeen natuurlijk moet worden voorkomen. Hoe de afhaaldienst werkt De gang van zaken is overigens buitengewoon praktisch en kan als volgt worden omschreven. De deelnemer meldt zich met een aanvraagfor mulier aan, hetzij bij de bode of bij de bank en geeft dan te kennen welk bedrag wekelijks of maandelijks moet worden afgehaald. Deze be dragen kunnen tussen 0,50 en 100, lig gen, doch zijn aan bepaalde afrondingen ge bonden. De deelnemer krijgt een vast rekeningnummer in de groep „Afhaaldienst" en zijn naam, adres en afhaalbedrag worden in een eenvoudig kaart systeem genoteerd. Daags vóór de bode zijn route afwerkt, worden nu de stortingsbewijzen gereed gemaakt, waar van er drie soorten zijn, nl. witte, blauwe en gele. Het verschil wordt alleen bepaald door de grootte der bedragen. De witte zijn nl. alleen geschikt voor bedragen van 0,50 tot f 7>5°> de blauwe van 10.— tot 30,— en de gele stortingsbewijzen van 15»tot 100, Die stortingsbewijzen vergen niet veel tijd. want het is de adresseermachine, die ze snel en correct voorziet van naam, adres en nummei Het bedrag is als regel ook van te voren bekend, doch een vernuftige vinding maakt verandering mogelijk. De bode heeft nl. een metalen plaat bij zich, waarop het biljet met ponsgaten past. Die metalen plaat heeft verder een aantal uitsteek sels of pallen, waarlangs een gebogen mes ge legd kan worden en wel zo, dat het linkerdeel van het stortingsbiljet kan worden weggesne den. De spaarder ontvangt het rechterdeel, waaraan een reeks bedragen vast zit, waai van het hoogste tevens de storting weergeeft. De hogere bedragen zijn dus weggesneden en dit deel gaat weer terug naar de bank. De snijlijn loopt tussen beide cijferkolommen (zie model) recht naar beneden, volgt een der schuine lijnen naar rechts en gaat dan weer recht naar bene den. Tn een oogwenk is die handeling geschied en de spaarder ziet duidelijk het hoogste bediag overeenkomstig zijn storting. De souche, dus het andere deel van de kwitantie, behoudt de loper en dat gaat terug naar de bank. Ook de souches tonen direct de hoogte van de storting. 1 3

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 13