KRONIEK UIT EIGEN KRING Nu de vacantietijd is aangebroken, bereiken ons van verschillende zijden verzoeken om voor een plaatsvervanger van de kassier te willen zorg dragen. Aangezien de Centrale Bank tot nu toe beschikt over één lid van haar personeel, die speciaal belast is met de vervanging van kassiers, zal het IJ zonder meer duidelijk zijn, dat niet aan alle verzoeken om hulp kan worden voldaan. Temeer, aangezien ook vaak hulp moet worden geboden bij ziekte of ingeval van overlijden van een kassier, fn vele gevallen is dan nog wel een oplossing te vinden door de kassiers functie tijdelijk te laten vervullen door iemand van de afdeling inspectie. liet kan echter voorkomen, dat (zoals kort ge leden het geval was) op vijf of zes plaatsen tegelijk hulp nodig is en in dergelijke gevallen is hulpverlening alleen mogelijk, doordat de normale inspectiewerkzaamheden worden opge schort. Het is dan ook van zeer groot belang, dat iedere boerenleenbank zoveel mogelijk zorg draagt voor de benoeming van een plaatsvervangend kassier, die in noodgevallen tijdelijk het werk van de kassier kan overnemen. Dit behoeft geen persoon te zijn, die in vaste dienst van de bank is. In vele gevallen zal wellicht een bestuurslid of een lid van de raad van toezicht, die enigszins is onderlegd in de administratiewerkzaamheden, kunnen worden gekozen. Om op de hoogte te blijven zal het in dat geval aanbeveling verdienen, dat de plaatsvervangende kassier zo nu en dan aan de administratieve werkzaamheden deelneemt, ten einde niet geheel vreemd tegenover het werk te staan indien het nodig is te vervangen. Ook kan het, zoals reeds vroeger door ons werd betoogd, aanbeveling verdienen om met kassiers van omliggende banken de afspraak te maken, dat men elkaar over en weer zal vervangen. De Centrale Bank is, wij herhalen het nogmaals, te allen tijde gaarne bereid bul]) te bieden. Er kunnen zich echter omstandigheden voor doen, waardoor het niet mogelijk blijkt aan alle aanvragen tegemoet te komen. De beoordeling van de door de boerenleenban ken ingezonden begrotingen door de afdeling inspectie heeft regelmatig voortgang. In vele gevallen kan een ontvangen begroting- zonder op- of aanmerkingen worden goedge keurd. In andere gevallen zijn wij echter ge noodzaakt het bestuur te adviseren in bepaalde onderdelen wijzigingen in de rentevergoeding aan te brengen of een provisieregeling in te voeren. Uit de reacties op onze adviezen van de zijde van de boerenleenbankbesturen blijkt dan vaak, dat men genoodzaakt is een bepaald per centage te vergoeden voor toevertrouwde gel den, omdat de bank hiertoe gedwongen wordt door plaatselijke concurrentie of concurrentie in de naaste omgeving. Indien dit het geval is door de activiteit van particuliere banken of spaar banken. zal men in vele gevallen genoodzaakt zijn zich hierbij neer te leggen. Het komt echter ook voor, dat men gedwongen wordt een hoog, vaak te hoog percentage te vergoeden, omdat ook andere boerenleenbanken in de omgeving een dergelijk percentage vergoeden (wellicht inderdaad hiertoe in de gelegenheid gesteld door hun uitzettingen). Waar zulke gevallen zich voordoen lijkt bet ons niet ondienstig, dat de betreffende boerenleen banken door gezamenlijk overleg trachten een regeling te ontwerpen, zodat een behoorlijke rentabiliteit van alle banken in het betreffende rayon gewaarborgd wordt. Wij zouden dan ook een dergelijk overleg warm willen aanbevelen. Op 23 Februari van dit jaar werd aan alle boe renleenbanken een circulaire verzonden van de administratierubriek, no. 3, waarin gewezen werd op de noodzakelijkheid van het bijhouden van een voldoende overzicht van de effecten, welke aan de bank zijn toevertrouwd In deze circulaire werd een volledige uiteenzetting ge geven betreffende bet gebruik van de bij de circulaire gevoegde modellen. Het ligt in de bedoeling 0111 in de effecten administratie niet alleen het effectenbezit van de bank, doch ook de effecten, welke door cliën ten ter registratie zijn gedeponeerd, op te nemen. Thans blijkt, dat bij de tot heden gehouden inspecties in vele gevallen de banken er nog niet toe zijn overgegaan om deze administratie in te richten. Wij verzoeken daarom nogmaals dringend er voor te zorgen, dat ook deze schakel in de (Zie vervolg pag. 4) 3

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 3