FINANCIEEL OVERZICHT
Er is lange tijd geen aanleiding voor ons ge
weest om ons in het bijzonder met de staats-
fondsenmarkt bezig te houden en wel als gevolg
van het feit, dat cle voor staatsleningen geldende
koersen van de ene maand op de andere slechts
uiterst kleine afwijkingen vertoonden.
Nu voor het eerst hierin een verandering is ge
komen, is er dus zeker reden om de beleggings-
markt in onze beschouwing te betrekken.
De koersen zijn, zoals men ook uit onze gebrui
kelijke tabel aan het slot van dit artikel kan
aflezen, algemeen op lager peil gekomen. Op
zich zelf zijn de verliezen nog niet belangrijk
en nog minder verontrustend, daar zij nog
beneden 2 zijn gebleven. Het grootst was het
verlies bij de 3 cf -investeringscertificaten, die
ruim 1/2 in koers zijn gedaald. Daar de
koersdaling zich parallel aan de toespitsing der
internationale politieke verhoudingen onder in
vloed van de strijd in Korea heeft voltrokken,
is het aan geen twijfel onderhevig, dat daarin
de hoofdoorzaak voor de ommekeer moet wor
den gezocht. Dat wil zeggen, dat de politieke
toestand ertoe heeft geleid, dat de verkoopsdruk
toe- en de kooplust afnam. Dit is dus op zich
zelf een technische oorzaak, voortspruitende uit
twee factorenten eerste een algemene drang
tot vergroting van de liquiditeit, dus tot verrui
ming van de kaspositie bij particulier en bedrijf
ten tweede inflatieverwachtingen en schaarste-
vrees, welke beide een neiging tot hamsteraan
kopen hebben opgewekt, waaraan soms het
afstoten van beleggingswaarden vooraf zal zijn
gegaan.
De inflatieverwachtingen berusten op verschil
lende overwegingen: enerzijds de mogelijkheid
van toenemende goederenschaarste naarmate
het gevaar voor een derde wereldoorlog toe
neemt, anderzijds de uitzetting van de geldom-
loop populair genoemd de mogelijkheid van
het aandraaien van de biljettenpers - en wel
beide als gevolg van de zware financiële eisen,
die zelfs bij het behoud van de vrede in de
naaste toekomst voor een versterking van de
defensie ook in Nederland zullen moeten worden
gesteld.
In tijden van economische en financiële nood
neemt de geldbehoefte altijd belangrijk toe en
een stijging van de rentevoet zou dan ook onder
zulke omstandigheden normaal zijn en wel des
te meer, naarmate de geldomloop minder wordt
uitgebreid, dus meer normaal blijft en de prijzen
minder stijgen. De geldomloop moet echter wel
groter worden, omdat de verhoogde defensie-
uitgaven slechts ten dele uit belasting- en
leningsopbrengsten kunnen worden gedekt. De
prijzen kunnen door overheidsmaatregelen voor
de eerste levensbehoeften wel binnen de perken
worden gehouden, doch voor minder dringende
en „zwarte" artikelen is zulks niet mogelijk,
zoals wij nog allen van de tweede wereldoorlog
goed weten. Indien onder zulke omstandigheden
de rentevoet kunstmatig laag wordt gehouden
of vanzelf laag blijft door de sterk vergrote
geldomloop, heeft zulks in economisch opzicht
geen praktische betekenis, want het verband
tussen rente en sparen is dan in nog veel ster
kere mate verloren gegaan dan onder normale
omstandigheden bij het voeren van een goed-
koop-geld-politiek het geval pleegt te zijn. Er
wordt dan immers niet meer gespaard. De par
ticulier zou zich daartoe slechts bij een buiten
gewoon hoge rentevergoeding laten bewegen,
terwijl de overheid, als de oorlogsinflatie een
maal heeft voortgewoekerd, niet eens meer
poogt een beroep op het particuliere geldreser-
voir door een aantrekkelijke rente te doen, maar
de veel gemakkelijker weg van de biljettenpers
verkiest. Er wordt dan schatkistpapier naar be
hoefte aangemaakt, dat hij het bankwezen ge
plaatst wordt tegen guldens, die de overheid
vervolgens besteedt en welke weer bij de banken
terecht komen. Hierna wordt dezelfde cirkel
loop: nieuw schatkistpapier, geldonttrekking
aan de banken, terugvloeiing naar de banken
door overheidsuitgaven, hervat.
Op het ogenblik zijn wij echter gelukkig nog
lang niet zover en verkeren wij nog slechts in
een stadium, waarin de balans naar twee kanten
kan doorslaan oorlog of vrede, inflatie of even
wicht in economie en financiën. Men zal echter
verstandig doen rekening ermede te houden, dat
zelfs bij het behoud van de vrede en wij
houden het vooralsnog daarop de verhoogde
defensie-inspanning, noodzakelijk om de oor
logskansen zo klein mogelijk te maken, toch de
spanning tussen geld en goederen zal vergroten.
Van de van zovele zijden met steeds meer klem
op goede gronden bepleite belastingverlagingen
zal nu wel niets kunnen komen en men zal reeds
blij mogen zijn, indien de belastingschroef niet
nog verder zal worden aangedraaid. Wanneer
14