fraai, maar ook niet ongewoon in het interna tionale spel, waarin men niet zó maar troeven uit handen pleegt te geven. Om nu weer tot de kwestie van het nieuwe be- talingsaccoord terug te keren zij gewezen op de waarschijnlijke invloed van de liberalisatie op de samenstelling van het deviezenbezit van de Nederlandsche Bank. Dat deviezenbezit is zeer groot (eind Juni 1164 millioen), doch het moet vooral door de sterk vergrote export naar Duitsland eenzijdiger van samenstelling zijn geworden dan het voor de liberalisatie was. Idet is duidelijk, dat de vrijmaking van het goederenverkeer vergezeld zal moeten gaan van een betalingsaccoord, dat een vrijheid in het be talingsverkeer mogelijk maakt, een inwissel baarheid van valuta's derhalve, die in harmonie is met de vrijheid, die in het goederenverkeer wordt gebracht. Zou er geen grotere vrijheid van verrekening komen, dan zouden wij on herroepelijk en wel zeer spoedig terug moeten naar het stelsel der tweezijdige gebondenheid van handel en betaling. Wij moeten de moge lijkheid hebben de marken, die de Duitse ex port ons oplevert, indien nodig, te gebruiken voor de dekking van de tekorten, die in het verkeer met andere landen ontstaan. Het is voor onze landbouwexport van ver schrikkelijk groot belang, dat er een betalings accoord komt, dat het ons mogelijk maakt ver der te gaan op het pad der liberalisatie. Op dit moment ziet het er naar uit, dat het overleg zal slagen. De grootste obstakels, de positie van Belvië als grootste crediteurland en de zelf- standige rol van het pond sterling, schijnen overwonnen te zijn. Mochten de kranten eerst daags met vette koppen het tot standkomen van een accoord aankondigen, dan hebben we ons te realiseren, dat dit van enorme praktische be tekenis is. Eindelijk accoord met Engeland. Het handelsverdrag met Engeland is een andere belangrijke zaak, waarbij even moet worden stilgestaan. Het is een beetje wonderlijk,, dat het accoord, regelende het handelsverkeer over de periode, lopende van 1 Januari tot 31 De cember 1950, eerst thans is afgesloten. Er -zijn vele besprekingen gevoerd, want er waren grote verschillen van inzicht. Het geval van de eier- prijzen is bekend genoeg. In het nieuwe handelsverdrag neemt de land bouwsector voor ongeveer drie kwart in het to taal van de Nederlandse uitvoer naar Engeland deel. De grote producten zijn bacon en boter. Hangende de besprekingen is de baconuitvoer gewoon doorgegaan, de boterexport echter niet. De voorraden hier te lande, die de 10.000 ton ruim gepasseerd zullen zijn, begonnen ons wel een beetje te benauwen. Minimaal zal nu 15.000 ton naar Engeland gaan, maximaal 25.000 ton. Deze afzetmogelijkheid, gevoegd bij het feit, dat België sedert 19 Juni weer boter toelaat (droogte!) en dat Duitsland eerstdaags weer opengesteld wordt,, geven goede grond voor de verwachting, dat de boterproductie 195° wel zal worden geplaatst. De Engelsen geven als ge woonlijk een zeer matige prijs 2.80?). Voor het verlies draait het zuivelfonds op en als dat is uitgeput, de schatkist. Er is verder nog over een gekomen, dat 30.000 ton aardappelmeel zal worden geleverd, een zeer belangrijk kwantum. Eieren blijft het moeilijke artikel. De pluimvee houders, thans in grote vrees voor de pseudo- hoenderpest, prijzen zich nog alle dagen geluk kig, dat hun organisaties zich in Februari met succes hebben verzet tegen het „Engelse con tract" van zeven cent. In September zal men opnieuw over eieren spreken. Op de vergadering van de Nederlandse Spaar- bankbond te Haarlem heeft prof. Tinbergen, de directeur van het Centraal Planbureau, opmer kelijke dingen gezegd over het sparen. Aller eerst over de spaarzin. Niets is daarvoor zo fnuikend, aldus de inleider, als het gevaar van inflatie. Hij meende echter, dat, ondanks de moeilijkheden van de jongste devaluatie van de gulden, de ontwikkeling van ons geldwezen thans in de goede richting gaat,, zodat de toe komst in dat opzicht met een gematigd opti misme kan worden tegemoet gezien. Onze groeiende bevolking vereist vergroting van de productie. Wij moeten vrij komen van buitenlandse hulpverlening, vrij zijn van werk loosheid en een redelijk levenspeil in vergelijking met andere landen verkrijgen. Daartoe zijn meer kapitaalgoederen nodig en die kunnen slechts door sparen worden aangeschaft. Er is dus een nauwe samenhang tussen het sparen en de volkswelvaart. Omtrent de grootte en de verdeling der bespa ringen merkte de inleider op, dat bij de insti tutionele beleggers (fondsen en levensverzeke ringsmaatschappijen) jaarlijks gespaard wordt voor 500 millioen en in de bedrijven door reservering uit de winst voor 600 millioen. o o Prof. Tinbergen over sparen. 5

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 5