(y ï>el ij hnc vn c* v\*\ cm t&j? vi a vh cn Conferenties. Wanneer de gewone man 's avonds zijn krantje openslaat en, na zich op de hoogte te hebben ge steld van het locale nieuws, de familieberichten en de lotgevallen van Tom Poes, zijn blikken laat gaan over de kolommen met het grote nieuws van de dag, dan moet hij wel de indruk krijgen, dat de internationale machinerie, die orde moet scheppen in de chaotische toestand, waarin de tweede wereldoorlog de zaken heeft achtergelaten, op hoge toeren draait. Schumann, Stikker en Plesman lanceren hun plannen, in Parijs werkt men al wekenlang koortsachtig aan een nieuw Europees betalingsaccoord, de boe- renorganisaties van meer dan twintig landen vergaderen in Stockholm en spreken hun be duchtheid uit over de positie van de agrarische producenten, Duitse en Franse landbouworga nisaties publiceren opzienbarende verklaringen over innige samenwerking, conferenties worden geopend, afgebroken, weer begonnen en beëin digd met communiqués, waarvan het kennelijk de bedoeling is„ dat niet-ingewijden vooral niet de indruk krijgen, dat het resultaat geen succes zou zijn. Intussen duikelt er dan nog eens een Frans kabinet, vallen er een paar schoten in de koude oorlog, opdat we toch niet in de waan zou den gaan verkeren, dat het allemaal zómaar gaat. Van dat laatste zijn we zo langzamerhand wel overtuigd. De toestand is eerder deze, dat het grote publiek van het internationale werk geen al te grote verwachting heeft en het nauwelijks de belangstelling geeft, die het waard is. Begrijpelijk is dat wel, want verreweg de meeste mensen hebben de handen vol met de dingen van de dag en wat daar buiten gaat roert hen wei nig. Echter, al wordt er op internationaal ter rein door een vrij groot aantal personen zwaar geliefhebberd (met de beste bedoelingen overi gens), men moet wèl weten te onderscheiden. Op het internationale toneel wordt een pro gramma opgevoerd, bonter dan een Parijse variété. Reislustigen, idealisten, voordeelzoekers en ernstige werkers lopen er dooreen en, zo ver scheiden als de mensen zijn, zo verschillend van aard en betekenis zijn de onderwerpen, die aan de orde worden gesteld. Laat niemand echter menen, dat voor het grootste deel de na-oorlogse internationale activiteit niet zeer belangrijk is. Het Marshall-plan heeft Europa op het kritieke ogenblik gered en voorzover dit plan de zake lijke achtergrond is van het grote aantal verga deringen te Parijs, is het haast zonder meer duidelijk, dat ons naakte bestaan er direct mede gemoeid is. Het nieuwe betalingsaccoord. Op dit moment zijn stellig de beraadslagingen rondom het nieuwe Europese betalingsaccoord van de grootste directe betekenis voor alle daar aan deelnemende landen. Het oude accoord was op 30 Juni ten einde. Het vond zijn eigenlijke grondslag in het systeem der tweezijdige han delsverdragen. Door het stelsel van z.g. trek kingsrechten,, mogelijk gemaakt door het be schikbaar stellen van Marshall-dollars, konden de ergste bezwaren van het bilateralisme onder vangen worden. Zonder deze trekkingsrechten zou b.v. het handelsverkeer tussen Nederland en België reeds lang zijn vastgelopen. Inmiddels is met de liberalisatie van de Euro pese handel een aanvang gemaakt. De O.E.E.C. heeft daartoe in November van het vorige jaar het initiatief genomen en ons land heeft daar aan zijn steun gegeven. Volgens de onlangs verschenen deviezennota is 62 van onze in voer wat men noemt geliberaliseerd, d.w.z. vrij van kwantitatieve beperkingen. De gevolgen van deze politiek op de Nederlandse invoer zijn niet uitgebleven. Mede door de sterk verhoogde invoer zijn de dekkingspercentages (van de in voer door de uitvoer) in de eerste maanden van dit jaar niet zo gunstig als de ontwikkeling van de tweede helft van 1949 ons deed verwach ten. Waarschijnlijk is van de mogelijkheden, die de geliberaliseerde invoer biedt, vooral ge bruik gemaakt ter vergroting van het assorti ment van verbruiksartikelen, zodat wij, dit eenmaal geschied zijnde, in de toekomst een ge matigder effect van de liberalisatie kunnen ver wachten. Natuurlijk staan tegenover de vrijheden, die wij andere landen hebben toegestaan, ook faci liteiten voor onze export. Een aantal landen heeft echter nog gelegenheid gehad zodanig te manipuleren met invoerrechten, dat de toege stane verlichting der kwantitatieve beperkingen min of meer te niet gedaan wordt. Dat is niet 4

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 4