FINANCIEEL OVERZICHT lopende rekening blijft het mogelijk, dat wij de rekeninghouder iets te bieden hebben. En dat moet ook. Nog altijd wordt de rente en het nuttig effect gemist van een stroom van contant geld, die veel kleiner had kunnen zijn. Men is op het platteland nog steeds te veel gesteld op „klin kende munt", waar men in handel en industrie genoegen neemt met overschrijvingen. En nu doelen wij niet op de kleinste bedrijven, die de uitkomsten van de dag slechts node kunnen missen voor het huishouden of andere dagelijkse uitgaven. Maar iedere kassier, die kasgeld afgeeft aan een zelf uitbetalende zuivelfabriek of andere coöperatie, weet, dat dit geld enkele dagen later voor een deel althans weer terug vloeit. Men dwingt elkaar grote kassen aan te houden met alle gevaren en nadelen, die eraan zijn ver bonden. Met legio voorbeelden zou dit kunnen worden aangetoond en natuurlijk culmineert die behoefte in de kas van de Centrale Bank. Ook daar kan zelfs met de nummers van de bank biljetten soms worden aangetoond, dat die bil jetten maar een korte tijd ,,op reis" zijn geweest. En zo zijn er wel meer facetten van belang, waardoor de gedeponeerde middelen in reke ning-courant op de duur een sterker functie kunnen gaan vervullen naast de toevertrouwde spaargelden. Onze advertenties op dit gebied zijn te be schouwen als een stimulans voor een bestaande en groeiende neiging om in ruimer mate gebruik te maken van de coöperatieve boerenleenbank. Daarbij past dan ook de affiche, die in het bij zonder betrekking heeft op de uitbetalingen van veilingen en zuivelfabrieken en andere instel lingen, die echter niet alle op het biljet konden worden uitgebeeld. Indien onze boerenleenbanken deze uitbeta lingen krijgen te verwerken, is het goed een rationele methode toe te passen, waarbij gebruik kan worden gemaakt van speciale voor dit doel ontworpen formulieren (Z.A. of V.A.). Dit formulier is een gespecificeerde opdracht tot overschrijving en wordt door de fabriek of veiling in duplo opgemaakt en aan de bank ge zonden. De doorslag wordt door de bank m.t de debet-nota terug gezonden als bevestiging van de opdracht. Wederzijdse controle is daar door heel gemakkelijk en het werk voor de bank wordt beperkt. Zie, de deur wordt niet toegeslagen voor de rekeninghouder, maar lang niet alle banken zullen in staat zijn om die deur even wijd open te zetten. En daarom zal er voorlopig nog wel enige reden tot discussie blijven en zijn de ogenschijnlijke tegenstellingen, die wij in de aanvang noemden, nog niet alle van de baan. In de afgelopen maand zijn de koersen van de meeste Amerikaanse fondsen, die op de Amster damse beurs worden verhandeld, ten naaste bij gelijk geworden aan de noteringen, waartegen dezelfde aandelen op de New Yorkse beurs wor den verhandeld. Met andere woorden: het op geld is geheel verdwenen. Werd bij de hervatting van de handel in Ame rikaanse fondsen aan het begin van het lopende jaar nog een toeslag of agio van 15 of meer betaald, thans kan men te Amsterdam onge veer voor dezelfde prijzen terecht als die, welke te New York worden betaald. Daar het agio voor een belangrijk gedeelte voortvloeide uit wantrouwen in de gulden, is men thans geneigd uit het algeheel verdwijnen van dit agio de conclusie te trekken, dat het vertrouwen in de gulden ten volle hersteld zou zijn. Het komt ons voor, dat deze conclusie iets te vér gaat. Wel mag men zeggen, dat de invloed van eventuele devaluatievrees op de koersvorming van Amerikaanse fondsen zo ge ring is geworden, dat deze (eventuele) invloed - met zekerheid kan het werken van zo'11 kracht natuurlijk nimmer worden vastgesteld door een of meer andere tegengestelde krach ten of invloeden wordt teniet gedaan. Onder deze laatste kunnen worden gerangschikt zowel het feit, dat het aanbod in Amerikaanse fond sen de vraag voor Nederlandse rekening voort durend overtreft, alsook mogelijk de over weging, dat de kans op een koersdaling op de New Yorkse beurs thans groter zou moeten worden geacht dan de kans op devaluatie winst. Dat het met de gulden echter ook in het effec tenverkeer nog niet helemaal botertje tot de boom is, kan met verschillende feiten worden aangetoond. In de eerste plaats blijkt zulks daaruit, dat het verdwijnen van het agio tc Amsterdam nog niet de poort opent voor een volledige vrijheid van de handel in Amerikaanse fondsen ten onzent. De minister van Financiën 23

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 23