è&e CAL gezien de omstandigheid, dat de wereldproductie stukken beneden het vooroorlogse niveau ligt, lijkt voorzichtigheid geboden. Van zeer veel belang is het daarom, dat in het Stichtingsrap port er de nadruk op wordt gelegd, dat de prij zen, die voor de verschillende producten gemaakt kunnen worden, duidelijk door de producenten moeten worden gevoeld, opdat zij de meest ge wenste productie vanzelf gaan kiezen. Voor de producenten komt het er dus op aan,, dat zij beschikken over een verwerkingapparaat, dat aanpassing aan wisselende omstandigheden op korte termijn mogelijk kan maken. Wanneer door de heide rapporten over de bestemming van de melk de „slagvaardigheid" van onze zuivelindustrie zou worden bevorderd, zouden deze studies daarmede hun nut reeds hebben be wezen. Getrouw aan de traditie laten wij hieronder een kort verslag volgen van de op Donderdag 25 Mei 1950 in Utrecht gehouden algemene vergadering der Centrale Bank. De voorzitter van het bestuur, prof. Dr. G. Minderhoud, opent de vergadering, heet allen hartelijk welkom en deelt mede, dat de voor zitter van de raad van toezicht, de heer D. W. Lindenbergh wegens verblijf buitenslands ver hinderd is deze vergadering te presideren en de plv. voorzitter, de heer W. J. Klein Lankhorst bezwaar heeft de leiding van deze grote verga dering op zich te nemen wegens zijn beperkt gezichtsvermogen. De bestuurscolleges stellen voor prof. Minderhoud met de leiding te belas ten, waarmede de vergadering zich accoord verklaart. Nadat de voorzitter de aanwezigen heeft ver zocht zich van hun zetels te verheffen, her denkt hij in treffende bewoordingen de over leden voorzitter van het bestuur, Dr. S- E. P> Bierema. 11ij schetst op welke voortreffelijke wijze de heer Bierema de belangen van de orga nisatie heeft gediend, niet alleen in de organi satie zelf, doch ook daarbuiten en zegt, dat diens naam steeds met ere zal worden genoemd en herdacht. Daarna deelt de voorzitter mede, dat enkele dagen geleden de heer E- H. Gerritsen,, procu ratiehouder der Centrale Bank, is overleden. De heer Gerritsen heeft tal van jaren zijn beste krachten gegeven aan de Bank. Zijn nagedach tenis >zal in ere worden gehouden, in zijn openingsrede wees de voorzitter er op, dat het jaar 1949 voor de Centrale Bank een gunstig jaar mag worden genoemd. De voorzitter merkte vervolgens op, dat er aan wijzingen zijn, die er op zouden kunnen wijzen, dat bepaalde groeperingen in Nederland de ont wikkeling van het landbouwcredietwezen een rem menen te moeten aanleggen. Een symptoom van dit streven meende spreker te zien in het feit, dat de aanvrage van het Ge meenschappelijk Bankkantoor voor het lidmaat schap van de Vereniging voor de Geld- en Ef fectenhandel is afgewezen. In dit verband kan gezegd worden, dat het bestuur der Centrale Bank het standpunt heeft ingenomen, dat aan de normale ontwikkeling van het boerenleen bankwezen geen belemmeringen in de weg mogen worden gelegd, waardoor verhinderd zou worden, dat het zijn taak naar behoren uit oefent. Het laatste woord over deze aangelegen heid is nog niet gesprokendeze zaak blij ft de aandacht van het bestuur behouden. De notulen van de algemene vergadering van 19 Mei 1949, welke tevoren aan alle leden wer den gezonden, worden onveranderd goedge keurd en vastgesteld. Nadat de stembureaux zijn aangewezen deelt de voorzitter mede, dat voor de vervulling van de vacature Bierema de nodige tijd heeft ontbroken voor behoorlijk overleg en daarom besloten werd deze vacature nog onvervuld te laten. Met dit voorstel heeft de Centrale Ringvergadering zich verenigd. Voorts dat, nu 11a het overlijden van Dr. Bierema de provincie Groningen ook in de be stuurscolleges niet meer vertegenwoordigd is, voorgesteld wordt de raad van toezicht met één lid, wonende in die provincie, uit te breiden. De heer Ir. J. M. L. Otten, vertegenwoordiger van de Coöperatieve Landbouwbank „Meppel", wijst er op, dat deze organisatie er een is van en voor boeren en dat thans geen boer meer deel uitmaakt van het bestuur. Hij beveelt aan de plaats in het bestuur te reserveren voor een boer, waarmede de vergadering haar instemming betuigt door applaus. 7

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 7