E. H. GERRITSEN Velen in onze organisatie zullen met ont steltenis kennis hebben genomen van het overlijden van de heer E. H. Gerritsen, sedert i Maart 1919 procuratiehouder van de Centrale Bank. Sedert enige tijd pensioengerechtigd, zou hij op 1 Juli a.s. de dienst bij de bank verlaten om van zijn pensioen te gaan ge nieten- Helaas heeft dit niet zo mogen zijn en is hij, die nimmer een dag wegens ziekte heeft verzuimd, na een ziekbed van veer tien dagen, nog geheel onverwachts, over leden. Daarmede heeft de Centrale Bank een zeer werkzaam ambtenaar verloren. Hij heeft de bank, 31 jaren geleden nog een betrek kelijk eenvoudig bedrijf, waardoor in de eerste jaren zowel de giro- en incasso afdeling als de effectenaf'deling onder de heer Gerritsen konden ressorteren, zien groeien; later was hij als gevolg van een noodzakelijke splitsing in de werkzaam heden uitsluitend chef van de afdeling effecten. De persoon van de heer Gerritsen was zó met de Centrale Bank verbonden, dat zij, die hem gekend hebben, zullen kunnen begrijpen wat het bericht van zijn ver scheiden voor hen, die dagelijks met hem omgingen, betekent. In de middag van 25 Mei, enkele uren na afloop van de algemene vergadering, ver zamelden velen zich in de aula van de Derde Algemene Begraafplaats te Utrecht. Namens bestuur, directie en personeel der Centrale Bank sprak de heer Hooft Graaf land enkele woorden van dank en afscheid. Een woord van dank voor het vele, dat de heer Gerritsen, begaafd met een scherp verstand en een grote werkkracht, voor de Centrale Bank heeft verricht. In het kort schetste spreker de overledene, die, sober en afkerig van veel vertoon, met toewij ding de belangen van de Centrale Bank behartigde en zijn taak zódanig verrichtte, dat men zich het gebouw der Centrale Bank zonder zijn markante figuur moei lijk voorstellen kan. De heer Gerritsen was echter ook een man met een hart, waardoor hij in de herinne ring van velen zal blijven voortleven. Hierdoor valt het afscheid ook zwaarder. Met leedwezen, aldus de heer Hooft Graafland, gaan onze gedachten en ons medeleven uit naar de echtgenote en de kinderen. Zij mogen weten, dat wij delen in het verlies, dat hen getroffen heeft. Gevolgd door de familie en een grote schare van belangstellenden werd het stof felijk overschot vervolgens ten gr ave ge dragen. Een zwager van de overledene dankte na mens de familie voor de betoonde belang stelling, terwijl één der Utrechtse predi kanten de sobere plechtigheid beëindigde. Tot nu toe hebben wij bij de afzet van melk- en zuivelproducten geen al te grote moeilijkheden ontmoet, doch reeds wordt een algemene on gerustheid merkbaar. De afzet op de Europese markt wordt moeilijk en Amerika zit reeds met onverkoopbare overschotten. Wij moeten ons bij de gewijzigde omstandigheden aanpassen door het leveren van producten van de hoogste kwa liteit tegen de laagste prijs. De wereldhandel in boter is thans geringer dan voor de oorlog. Tien jaar geleden bedroeg de wereldproductie 3 millioen ton per jaar, thans slechts 2 millioen. Maar de vraag is eveneens zeer sterk terugge lopen. Bij de kaas liggen de verhoudingen anders- Hier zijn productie en consumptie hoger dan voor de oorlog. Wat de bestemming der exportoverschotten aangaat is de Engelse markt zowel voor boter als voor kaas, verreweg de be langrijkste. De regering schenkt alle aandacht aan de afzet van de producten der zuivelindustrie, de grootste industrie van ons land. De kostprijzen van de zuivelproducten van Nederland en Denemarken zijn lager dan van enig ander land 5

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 5