Marshall-hulp. De dank zij deze hulp ontvangen
dollars zouden evenwel niet tot een vermeerde
ring van onze valutavoorraad hebben kunnen
leiden, indien er geen verbetering was ingetre
den op de handelsbalans.
Vooral de uitvoer naar West-Duitsland is het
laatste half jaar aanzienlijk gestegen en daaraan
is het dan ook toe te schrijven, dat bijna een
derde deel van de valuta's, waarover wij be
schikken, uit Marken bestaat.
I iteraard kan het niet in de bedoeling liggen
deze Marken voor onbepaalde tijd aan te hou
den. Zij zullen ten slotte moeten dienen om er
uit West-Duitsland geïmporteerde goederen
mede te betalen.
Sinds het begin van het jaar is er een aanmer
kelijk grotere vrijheid ontstaan in het handels
verkeer tussen de landen, die van het Marshall
plan profiteren. Tal van goederen, die tot dus
verre of slechts in beperkte mate konden wor
den ingevoerd, zijn thans vrij gegeven, hetgeen
betekent, dat zij tegen betaling van de verschul
digde invoerrechten vrij kunnen worden geïm-
l>orteerd. Deze verandering heeft tot dusverre
een minder gunstige invloed op onze handels
balans gehad. De grotere invoer, die erdoor
ontstond, heeft het percentage van de invoer,
dat met de uitvoer kon worden betaald, vermin
derd. Afgewacht zal moeten worden of hierin
een verbetering zal intreden, zodra een zekere
mate van verzadiging is bereikt. Vast staat ech
ter, dat een grotere vrijheid van de internatio
nale goederenruil als een onmisbare voorwaarde
voor het herstel is te beschouwen.
Behalve een toeneming van de valutavoorraad
geeft de weekstaat van de Nederlandsche Bank
ook een verdere daling van de bankbiljetten-
circulatie te zien. Men moet ongeveer jaar
teruggaan om een even laag cijfer voor deze
post te vinden. Ook op de hoeveelheid geld in
omloop oefent de Marshall-hulp een gunstige in
vloed uit. De goederen, die wij dank zij deze
hulp zonder betaling kunnen invoeren, worden
in eigen land aan de bevolking verkocht en de
betaling, die de burgers voor deze goederen
moeten verrichten, heeft een geleidelijke vermin
dering van de geldhoeveelheid ten gevolge. Ook
in dit opzicht leidt de Marshall-hulp dus tot een
versterking van de positie van de gulden.
Waarschijnlijk bestaat er een verband tussen de
versterking van onze munt en de flauwe stem
ming, die reeds geruime tijd op de aandelen
markt valt waar te nemen. Ten slotte is een
koers niet anders dan een cijfer, dat de verhou
ding aangeeft tussen de waarde van een aan
deel en de waarde van het geld, waarmede dit
aandeel gekocht kan worden. Naarmate de
waarde van het geld toenoemt, zal er dus een
tendentie tot lagere koersen ontstaan. Behou
dens kleine onderbrekingen zijn de aandelen
koersen gedaald vanaf liet ogenblik van de deva
luatie van de gulden. Voordien kochten vele be
leggers aandelen, in de hoop zodoende de schade
te ontgaan, die het gevolg van de verwachte
devaluatie kou zijn. Toen de devaluatie eenmaal
een feit was, bestond er voor aankopen uit dien
hoofde geen aanleiding meer en hierdoor was de
belangrijkste oorzaak, die tot vaste aandelen
markten had geleid, verdwenen,
hr bestaat wel een duidelijke tegenstelling tus
sen het koersverloop op de aandelenmarkt en dat
op de obligatiemarkt. Vele beleggers hebben
lange tijd rekening gehouden met de grotere of
kleinere waarschijnlijkheid van een stijging van
de rentestand, dus met een daling van de koersen
van prima obligaties. Tot dusverre is hiervan
evenwel niets waar te nemen geweest en op het
ogenblik lijkt het ook weinig waarschijnlijk, dat
de periode van goedkoop geld spoedig ten einde
zal zijn. In het algemeen kan men zeggen, dat
de overheid de tactiek voert slechts zoveel obli
gaties uit te geven als de markt bij de geldende
rentestand kan opnemen. Heeft men meer geld
nodig, dan wordt in die behoefte voorzien door
het uitgeven van schatkistpapier. Door deze ge
dragslijn is het ook te verklaren, dat er zulke
grote bedragen aan schatkistpapier uitstaan,
m.a.w. dat de vlottende schuld zo omvangrijk is.
Niets wijst erop, dat de schatkist in de nabije
toekomst een andere politiek zal gaan voeren
en op grote schaal leningen zal uitgeven om met
cle opbrengst van deze leningen schatkistpapier
af te lossen.
Hr valt de laatste tijd nogal wat belangstelling-
waar te nemen voor de Nederlandse
lening in dollars, welke stukken destijds in
Amerika zijn uitgegeven en onlangs in de vorm
van certificaten op onze beurs werden geïntro
duceerd. Het aanbod van deze stukken komt
voornamelijk van effectenhandelaren, die de
obligaties in New York kopen. De dollars, die
zij nodig hebben voor de aankoop van deze obli
gaties, verkrijgen zij door Amerikaanse fondsen,
die op de Amsterdamse beurs van het Neder
landse publiek worden gekocht, in New York
van de hand te doen. Op deze wijze worden dus
Amerikaanse effecten in Nederlandse staats
fondsen omgezet. Het lijkt waarschijnlijk, dat
18