over de bouw. Het spreekt vanzelf, dat door de veranderde wij ze van aanbesteden en gunnen het Rijk waarborgen verlangt voor een juiste be steding van de gelden en gezocht heeft naar het vaststellen van normprijzen, waarboven de aanbestedingssommen in geen geval mogen uit gaan. Hiervan is het resultaat, dat voor ieder wederopbouwgeval een z.g. stopprijs wordt vastgesteld, welke berekend is naar een eenvou dige traditionele bouw. De stopprijs stelt dus voor de maximum bouwsom, welke aan de hand van landbouwkundige en andere gegevens, welke door de daartoe aangewezen instanties worden verstrekt,, wordt vastgesteld. De maximum bouwsom is voornamelijk samen gesteld uit de voor de herbouw van de woning en de bedrijfsgebouwen geraamde bedragen. Verder speelt hierbij een rol de periodiek vast te stellen bouwindex. Het principe van de financiering is vrijwel ge lijk gebleven. De bouwsom valt dus wederom in drie delen uiteen, nl. 1Rijksbijdrage in de oorlogsschade. 2. Bijdrage van de eigenaar. 3. Renteloos crediet. De bijdrage van de eigenaar moet ook nu, voor dat met de bouw wordt begonnen, worden ge stort, hetzij uit eigen middelen, hetzij door het opnemen van gelden bij derden. Indien de on mogelijkheid blijkt zelf voor de nodige con tanten te zorgen, is het Rijk onder bepaalde voorwaarden bereid deze bijdrage ter beschik king te stellen als rentedragend crediet. De rente van een dergelijk crediet zal niet hoger zijn dan die, welke het Rijk zelf vergoedt voor de rijksbijdrage (4 verder wordt een jaar lijkse aflossing geëist. liet renteloze crediet wordt eveneens door het Rijk verstrekthierop behoeft niet te worden afgelost, terwijl uiteraard hierover geen rente behoeft te worden voldaan. De mogelijkheid is opengelaten dit deel der bouwkosten ook zelf ter beschikking te stellen; het Rijk vergoedt in een dergelijk geval een rente van 4 per jaar. In de Wet op de Materiële Oorlogsschaden is bepaald, dat ongeveer 10 jaar na 'het gereedko men van de bouw nader zal worden bezien of en zo ja welk gedeelte van het renteloze crediet alsnog als rentedragend zal worden aange merkt. Heeft men dit gedeelte zelf ter beschik king gesteld, dan zal 11a afloop van bovenver melde termijn van 10 jaar gehele of gedeelte lijke betaling volgen. Het Rijk neemf als zeker heid voor het door haar verstrekte rentedra gende crediet of later, eventueel als rentedra gend aangemerkt gedeelte van het renteloze crediet, hypotheek op de gereedgekomen gebou wen met de daarbij behorende gronden. De te vestigen hypotheek zal in het algemeen voorrang hebben boven de op de dag der rang schikking bestaande hypotheken. In het algemeen is de voor een boerderij vast gestelde maximumbouwsom het hoogste bedrag, dat voor de bovenomschreven financiering in aanmerking komt. Verhoging van de bouwsom als gevolg van groter bouwen of het aanbren gen van verfraaiingen komt volledig voor reke ning van de eigenaar. De uitkeringen van de molestverzekeringmaat- schappijen moeten als eigen geld voor de bouw worden aangewend. Indien deze bedragen meer zijn dan de bijdrage van de eigenaar, worden zij beschouwd als eigen bijdrage in het renteloze crediet. Zij vallen alsdan onder de eerder ge noemde bepalingen omtrent rentevergoeding en leveren dus 4 per jaar op. De renten van de grootboekinschrijvingen be hoeven niet als deelname in het renteloze crediet te worden gebruikt. Zij blijven derhalve ter be schikking van de eigenaar. Genoemde rente zal, indien door het Rijk nood voorzieningen zijn getroffen, worden ingehou den tot maximaal de kostprijs van de noodvoor ziening. De mogelijkheid bestaat een reductie op de bouwsom te verkrijgen, indien men een boerderij doet bouwen, waarvan de kosten min der zijn dan die, welke voor de ontworpen pan den zijn vastgesteld. De reductie zal zijn de helft van het bespaarde bedrag. Het ministerie heeft richtlijnen bekend gemaakt, welke bij het ontwerpen van de plannen in acht moeten worden genomen. In het algemeen zijn dit soberheidsvoorschriften, die aangeven welke uitvoering is toegestaan en welke niet, tenzij de boer bereid is de hogere kosten zelf bij te be talen. liet bovenstaande heeft betrekking op weder- opbouwgevallen. Ook in brand- of nieuwbouw- gevallen kan men niet zonder meer tot de bouw overgaan. In verband met het bouwvolume, dat voor boerderijen beschikbaar is gesteld, wordt een urgentielijst per provincie aangehouden, welke bepaalt, wie in een bepaald jaar voor de bouw van een boerderij in aanmerking komt. Men vergewisse zich dus zo nodig of dit het 1 5

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 15