gewenst moment voor 100 kan worden terugbetaald. Ik meen, dat wij dit thans met de hand op het hart mogen verldaren. Laat de politiek van de Centrale Bank en van de boerenleenbanken er op gericht zijn, dat wat wij heden met dank baarheid en voldoening mogen constateren, ook in de toekomst kan worden bestendigd. In dit verband nog een enkel woord over de plannen, die er bij vele boerenleenbanken bestaan tot het stichten van nieuwe bankgebouwen. Er gaat haast geen zitting van het bestuur voorbij of op onze agenda istaan enige aanvragen om dispensatie voor het stichten van nieuwe bank gebouwen. Wij zijn ervan overtuigd, dat in vele gevallen de nood in dit opzicht hoog is en dat het water tot de lippen komt, zodat men wel bouwen moet. In verschillende gevallen wordt de boerenleenbank echter te luxieus opgezet. Men laat zich door een architect of door wie dan ook verleiden een ge bouw te stichten, dat niet absoluut noodzake lijk is of dat althans eenvoudiger kan worden opgezet en uitgevoerd. Ik moge daarvan een voorbeeld geven. In de laatste bestuursverga dering vroeg het bestuur van een boerenleen bank met een balanstotaal van 2.000.000. en een jaaromzet van 6000.000.— a 7.000.000.ons goed te vinden, dat 75.000.zou worden bestemd voor het stich ten van een nieuw gebouw, waarin dan wel is waar de woning van de kassier was begrepen. Men moet het ons dan niet kwalijk nemen als wij in zo'n geval een bedenkelijk gezicht trek ken en dit maar niet zo aanstonds goed vinden. Wij zijn ervan overtuigd, dat indien een derge lijke plaatselijke bank inderdaad overgaat tot het stichten van een nieuw kantoor, dat volgens de opgezette begroting een waarde zal hebben van 75.000.met inbegrip van de kassiers woning, bij het afsluiten van de eindrekening van de bouw zal blijken, dat er nog wel het een en ander bij komt. Dat is nu eenmaal bij elke bouw het geval. Ik weet dit uit eigen ervaring, want ik heb zelf voor de noodzaak gestaan te moeten bouwen,, eenvoudig omdat ik geen dak boven mijn hoofd had. Indien wij ons verzetten tegen het besteden van grote bedragen voor het stichten van ge bouwen, die zo zijn opgezet, dat naar luxe wordt gestreefd, moet men dit niet beschouwen als een uiting van conservatisme. Dit is eenvoudig een uiting van voorzichtigheid, omdat wij weten, dat als gevolg daarvan de lasten voor de bank zó hoog worden, dat die niet meer kunnen wor den gedragen, indien de tijden iets ongunstiger worden. Men moet niet vergeten, dat het bouw- kapitaal dood kapitaal is. Ik geef toe, dat er in derdaad gevallen zijn, waarin het niet anders kan, gevallen, waarin men moet bouwen. Laat men ook in dit opzicht echter voorzichtig zijn. Laat men ook hier die oude boerenwijsheid in acht nemen, die zuinigheid, dat elk dubbeltje een paar maal wordt omgedraaid, voordat het wordt uitgegeven. Laat men zich niet laten ver leiden om als het ware voor de wereld te bouwen. Bij de huidige hoge bouwkosten moet er heel wat meer worden verdiend dan vroeger om het bedrijf rendabel te houden. Indien ik zeg, dat ook de locale banken zich in een florissante positie bevinden,, doe ik dit met voldoening, maar dan doe ik dit zeker niet om ons op de borst te slaan. Er valt nl. voor de meeste boerenleenbanken nog veel te doen- Meer dan men misschien denkt Laat ik als voorbeeld nemen de provincie Over- ijsel. Er zijn weinig streken, waar de boeren betere coöperatoren zijn dan in Overijsel. En toch heeft een onderzoek uitgewezen, dat in 1948 van de opgenomen credieten nog geen 6 van de boerenleenbanken kwam Ook als men bedenkt, dat in boerenkringen de familieleden in de eerste plaats in de crediet- behoefte van de boeren voorzien, dan nog wij zen de lage percentages, die voor de boeren leenbanken gelden, er toch op, dat ook buiten de familie nog heel wat geld wordt geleend, waaraan de boerenleenbanken niet te pas komen. Dit kan en moet anders worden. Er is voor de boerenleenbanken nog werk aan de winkel. Niet op onze lauweren rusten derhalv^, maar de hand aan de ploeg en vooruit. Het is in het belang van de hele boeren- en tuindersstand en van de gehele samenleving. O 13

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 13