Het bezit van een eigen huis en bouwkassen óp een rijksbijdrage zal van de bestedingsplicht vrijstelling kunnen worden verleend, in welk geval de bijdrage of schadeloosstelling, ook in dien deze betrekking heeft op andere goederen dan onroerende goederen en schepen, plaats vindt door de uitreiking van opbouwobligaties. Ten slotte zal na verkregen vergunning van de betrokken minister ook beslag gelegd kunnen Worden op de toegekende bijdrage. De verleende toestemming heeft ten gevolge, dat de bijdrage, waarvoor deze ook gegeven is, in opbouwobliga ties beschikbaar wordt gesteld. Nadat men de opbouwobligaties heeft ontvan gen, kan men deze verhandelen ter beurze, daar van deze stukken de opname in de notering ter beurze zal worden bevorderd. Hoe de koers dezer stukken zal zijn, laat zich echter niet ge makkelijk voorspellen, mede in verband met de wijze, waarop de aflossing zal plaats vinden. De aflossing geschiedt a pari, hetzij na ver strijken van de looptijd, dus na i Januari 1969, hetzij tussentijds door aanbieding ter aflossing indien door de aanbieder wordt aangetoond a) dat hij ten minste een gelijk bedrag als dat der aangeboden obligaties beeft belegd of zal beleggen in door oorlogsgeweld getroffen onroerende goederen of schepen boven de daar voor verleende bijdragen (waaronder begrepen het verstrekken van leningen onder hypothecair verband op die onroerende goederen of schepen) b) dat hij een gelijk bedrag als der aangeboden obligaties zal beleggen in een 11a 5 Mei 1945 gebouwd of te bouwen onroerend goed (bet ver lenen van een geldlening onder hypothecair ver band op een dergelijk onroerend goed inbegre pen). Zowel in bet geval a) als in geval b) moet wor den overgelegd een verklaring van de minister van Wederopbouw en V olkshuisvesting, waaruit blijkt, dat de aantoning te zijnen genoege is ge schied. Daarenboven kan de minister van Financiën in bijzondere gevallen de aflossing a pari gelasten. De verklaring wordt slechts gegeven voor dat gedeelte van het onder a) en b) bedoelde bedrag, belegd in onroerend goed of schepen, ter zake waarvan geen bijdrage, crediet, uitgestelde bij drage of aanvullende bijdrage als bedoeld in de wet op de materiële oorlogsschaden is of zal worden verleend. De opbouwobligaties zijn nog niet uitgereikt. Men ziet uit bet bovenstaande dus, dat de be doeling der opbouwobligaties geen andere is dan het ..mobiel" maken der rijksbijdragen, terwijl het totaal bedrag, dat aan rijksbijdragen is ver strekt, toch zoveel mogelijk voor wederopbouw - doeleinden wordt besteed. Om grote kapitalen van buitenstaanders te kun nen lenen is het nodig, dat aan verschillende voorwaarden wordt voldaan. In de eerste plaats zal de geldschieter vertrouwen moeten hebben in de bestaansmogelijkheid en de gestes der credietvragende kas, waardoor het algemeen belang of het eigen belang van de geldschieter niet wordt geschaad; in de winstmogelijkheid, waardoor een behoorlijke rente over het ge leende geld kan worden verwacht en in de te bieden zekerheid voor de terugbetaling van de tijdelijk toevertrouwde gelden of in het in tact blijven van permanent afgestaan kapitaal. Eerste vereiste is, dat de bouwkas ervoor zorgt het vertrouwen van het publiek en van de geld schieters te winnen en te behouden ook bij haar propaganda zal zij daarmede rekening hebben te houden, daar een te optimistische voorstel ling van zaken leidt tot teleurstelling bij de deel nemers, waardoor het vertrouwen in de bouw kas op de duur wordt geschaad. Tevens zullen de geldschieters in het algemeen waarborg verlangen voor de terugbetaling der geleende gelden. Door verpanding der hypo theekgrossen verdwijnt echter de zekerheid voor de door de deelnemers gestorte spaargelden. In verband met de belangen van deze spaarders is te verwachten, dat de Verzekeringskamer tegen een dergelijke verpanding op grote schaal be zwaar zal maken. Andere activa dan de uit staande hypothecaire vorderingen heeft de bouwkas praktisch niet, zodat het geven van bijzondere zekerheid aan de geldschieters in het algemeen niet mogelijk is. De kas heeft voortdurend behoefte aan een groot crediet. Bij het aantrekken van vreemd geld, dat niet blijvend aan haar is toevertrouwd, zal zij er rekening mede moeten houden, dat (VERVOLG EN SLOT) 8

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 8