u
*Kc cijren?
Van het huidige levenspeil zoveel mogelijk af te
wenden.
Wat ten slotte de positie van de gulden tegen
over het buitenland betreft zal eerst 11a vrijma
king van het betalingsverkeer, dus 11a algehele
opheffing van de deviezenbeperkingen kunnen
blijken of de thans geldende wisselkoers zich op
een natuurlijk evenu ichtsniveau bevindt. Mocht
dit niet het geval zijn, dan zal of de wisselkoers
verhouding van de gulden of het binnenlandse
prijspeil moeten worden aangepast. De ervaring
heeft nu wel geleerd, dat dan meestal de eerste
weg wordt gekozen.
Hieronder volgen de verzamelbalansen der bij
de Centrale Bank aangesloten banken, vermei-
dende de saldi per 31 December 194c), 28 Fe
bruari en 31 Maart 1950.
5-o
Bij vergelijking van tic balansen per 31 Maart
1950 met die van 28 Februari 1950 blijken de
navolgende mutaties
Gedurende de maand Maart 1950 daalden de
liquide middelen der boerenleenbanken per saldo
met 27.6 millioen, welke daling als volgt te
verklaren is
De verplichtingen aan derden daalden f 5.8 m
De transit arische passiva met 0.1111
5-9 111
Daartegenover namen de reserves
toe met 0.7 111
zodat de passiva per saldo afnamen
De beleggingen en bedrijfscredicten
vertoonden de navolgende stijgingen:
Beleggingen 15.2 m
Bedrijfscredieten 6.9 m
Immobilia 0.3 111
De liquide middelen der boerenleen
banken zijn uiteindelijk afgenomen 27.6 111
De hierboven genoemde totaalcijfers
zijn als volgt te specificeren:
PASSIVA 31-12 28-2 31-3
1049 1950 1930
Verplichtingen aan derden
Banken 0.2 0.3 1.2
Zegeldepot Centrale Bank 0.4 0.3 0.3
Creditsaldi in lopende re
kening 203. r 212.1 206.5
Eigen kapitaal
Spaargelden 1030.9 1051.4 1050.3
Reserve inclusief bijzon
dere reserve 45.1 45.5 46.2
Transitorische passiva
Saldo diversen (winsten,
onkosten, te betalen belas
tingen, enz.) 4.3 3.4 3.3
ACTIVA
31-12
28-2
31-3
1949
1950
1950
Liquide middelen
Kas, Giro enz
19-3
20.1
16.6
Centrale Bank
759-9
772-5
74«-4
Beleggingen
Aardappelwissels
3-0
3-5
3-5
Schatkistpapier
17-3
24.6
25-5
Effecten
1.33-2
1.35-5
148.4
Deelnemingen leningen
24.8
26.6
27.9
Voorschotten gemeenten
34-i
.35-5
35-6
B edrijf scredieten
Voorschotten particulieren
127.6
1.32.9
137-9
Debetsaldi in lopende reke
ning
15Ö.2
151-4
1.35-5
Overheidsbetalingen
1.7
i-5
Immobilia
Vast goed
S-i
5-4
Aandelen Centrale Bank
2.6
2.6
2.6
Transitorische activa
Te vorderen rente
1.0
1.0
1.0
1284.0
1313-0
1307.8
1284.0 1313.0 1307.8
5.2 111
22.4 111
18