DE REDDINGBOOT KOMT
Kr is aan alle coöperatieve boerenleenbanken
uitvoerig mededeling gedaan van de nieuwe
jeugdactie, die door de XatioiTale Spaarraad
voor bet nieuwe schooljaar werd ontworpen.
Dit heeft vele bestellingen tot gevolg gehad,
doch ook mededelingen in deze geest:
,,Het bestuur voelt niet veel voor deze acties.
I [ogere rente dan andere banken heeft meer
invloed en trekt de grote inleggers. Deze over
weging heeft het bestuur doen besluiten van
deelneming af te zien. Er wordt dus bij geen
enkele school een jeugdactie ontplooid".
Ook dit standpunt moeten wij waarderen, als
mede andere motieven, die voldoende steekhou
dend kunnen zijn om geen deel te nemen aan
landelijke acties voor het sparen. Laat men
echter niet te gemakkelijk en te snel zijn met
een afwijzend oordeel, alvorens de verschillende
aspecten van het jeugdwerk nauwkeurig te
hebben overwogen.
In de eerste plaats moeten wij een duidelijk
onderscheid maken tussen de actie van de Na
tionale Spaarraad en het werk van onze school-
of jeugdspaarbanken. Dit zijn twee verschil
lende dingen, die onafhankelijk van elkaar staan,
zodat een boerenleenbank b.v. een schoolspaar-
bank kan hebben zonder gebruik te maken van
de middelen van de Nationale Spaarraad.
Ook bet tegenovergestelde is mogelijk, doch we
moeten het zo zien, dat de Spaarraad het sparen
door de jeugd tracht te bevorderen door een
landelijke actie, die onafhankelijk is van de
spaarinstellingen, maar het beste kan worden
opgevangen door de z.g. school- of jeugdspaar
banken. Indien men overweegt of het school-
sparen, resp. de actie van de Nationale Spaar
raad door de boerenleenbank moet worden aan
vaard, dan dienen de volgende punten nauw
keurig te worden afgewogen:
1. Het schoolsparen is een opvoedkundig werk.
Het kweekt de spaarzin aan, waar deze aan
vankelijk niet of in beperkte mate aanwezig
was.
2. Het sparen door de jeugd geeft direct een
verhoging van het saldo der belegde spaar
gelden,
3. De bank kweekt voor de toekomst een kring
van spaarders, die voor het noodzakelijke
nieuwe bloed in de spaarbank zullen moeten
zorgen.
4. Er gaat van deze actie een constante propa
ganda voor de boerenleenbank uit. De naam
van de bank wordt in bredere kring bekend
en andere spaarders of zaken worden aan
getrokken.
5. Het bevorderen van het sparen door de
jeugd is van sociaal en nationaal belang.
6. De boerenleenbank verdedigt met het jeugd
werk haar werkgebied tegenover de actie
van andere spaarinstellingen.
7. De jeugd raakt vertrouwd met de spaarbank
en leert zelf de spaarhandelingen verrichten.
In willekeurige volgorde zijn hierbij de omstan
digheden genoemd, die van belang kunnen zijn.
doch die lang niet alle even sterk spreken.
Mogelijk kan de reeks nog worden uitgebreid,
doch het zijn vooral de plaatselijke verhoudin
gen, die al of niet de nadruk leggen op sommige
motieven.
1 foe vaak is niet de boerenleenbank naast de
postspaarbank de enige spaarinstelling v oor een
dorp met omgeving. 1 Iet bestuur is er dan meer
malen van overtuigd, dat de beschikbare spaar
gelden voor het grootste gedeelte naar de boe
renleenbank vloeien en dat de daarvoor in aan
merking komende kinderen reeds een spaar
boekje hij de coöperatieve boerenleenbank heb
ben.
De urgentie voor een jeugdactie is in deze ge
vallen minder sterk.
Geheel anders is de situatie in die plaatsen waal
meer spaarinstellingen zijn gevestigd of waar
(le invloeden te bespeuren zijn van grote spaar
banken uit de naaste omgeving. Juist in die ge
vallen is het van belang te achten, dat de school-
spaarbank als het ware van te voren beslag legt
op een kring van toekomstige spaarders.
Iedere boerenleenbank voor zich zal deze feiten
dienen af te wegen, doch zelfs wanneer de
.concurrentie" niet tot actie dwingt, dan blijven
er tocb voldoende punten van waarde over, die
het jeugdwerk verantwoord doen zijn, mits dit
niet te veel tijd en kosten van de boerenleenbank
vergt.
Mocht men nog nader overwegen deel te nemen
aan de actie ,,De Reddingboot komt", dan dient
biervan zo spoedig mogelijk mededeling te wor
den gedaan aan de afdeling Propaganda, daar
de tijd voor het bestellen der te gebruiken
boekjes op 1 Mei reeds is verstreken.
15