FINANCIEEL OVERZICHT
Het wordt voor allen, die bij het werk van de
spaarbanken zijn betrokken, steeds moeilijker
om het sparen te verdedigen. Wij hebben natuur
lijk onze motieven bij de hand. Maar laat ons
eerlijk zijn: hoe zwak is onze redenering: soms
met als er een felle, gedegen aanval wordt ge
daan door de anti-spaarders.
De tijdsomstandigheden gaven hen wel sterke
wapens in handen. En toch moeten wij vast in
de schoenen blijven. Het is nog niet zover, dat
het sparen overbodig kan worden geacht, in
tegendeel.
Zelfs heeft een bepaalde regering, wier streven
tegen „het kapitaal" zou zijn gericht, later inge
zien, dat ze niet buiten bepaalde kapitaalsverhou
dingen kan. Ook in dat land worden staats
leningen uitgeschreven en ook daar bestaan
weer spaarbanken, al verneemt men geen
nauwkeurige berichten aangaande hun werk
zaamheid.
Een gezin, dat niet spaart of niet tot sparen in
staat is, leeft vol zorg voor de lasten der grote
uitgaven. Dat gezin is niet in staat op een hoger
peil te komen en de opvoeding der kinderen is
afhankelijk van het normale inkomen. Dat gezin
ziet geen kans om in zichzelf te investeren.
Ons volk is een groot gezin. Als het niet tot
zelffinanciering kan komen, dan koopt het zich
een dure afhankelijkheid.
De enige conclusie is liet gezin moet sparen,
maar het moet ook kunnen sparen. De remmen
moeten worden weggenomen en dat is weer de
taak van de regering.
Wat baat ons een sterke propaganda voor het
sparen, mdien de feiten het belang van het spa
ren vaak weer reduceren? Wij achten het van
de grootste betekenis, dat diezelfde propaganda
zich in de eerste plaats richt tot de jeugd, want
spaarzaamheid kan ten dele het resultaat zijn
van een welbewuste opvoeding.
Maar die jeugd wordt ouder en leert zelf oor
delen. Ze zal dan alleen blijven sparen, indien
het oordeel gunstig kan zijn en daarvoor zijn
momenteel niet voldoende redenen aanwezig.
Ondanks het feit, dat het „spaarklimaat" nog
niet ten volle gunstig kan worden genoemd, zien
wij de ingelegde bedragen bij onze boerenleen
banken toenemen. Andere oorzaken werken
hiertoe mede, doch op zichzelf is deze toename
verheugend, daar het platteland hiermede het
bewijs geeft, dat men vertrouwen heeft. Ver
trouwen in de waarde van het sparen en ver
trouwen in de eigen boerenleenbank. Het ware
te betreuren, indien de anti-spaartheorieën af
breuk zouden doen aan deze beginselvastheid
ten plattelande, die voor ons land steeds een
bron van kracht is geweest. En het is mede de
taak van onze boerenleenbanken hiertegen stel
ling te nemen en door een krachtige houding
haar spaarders te beschermen en te steunen.
Het is ditmaal wederom de bijzondere rekening
de z.g. tegenwaarderekening der Marshall
hulp van het Rijk hij de Nederlandsche Bank,
die onze aandacht vraagt. En wel in verband
met de voor staatsfinanciën en geldomloop be
langrijke besluiten, welke in de afgelopen maand
ten aanzien van voornoemde rekeninsr zijn ex-
vallen.
Zo maakte de regering eerst bekend, dat met de
erenigde Staten overeenstemming was bereikt
over de besteding van 303 millioen van de
geblokkeerde tegenwaarderekening. E11 enkele
dagen later volgde van de zijde der Nederland
sche Bank de mededeling, dat 275 millioen
van de tegenwaarderekening naar het vrije
tegoed van de schatkist bij de Nederlandsche
Bank was overgeboekt, waarvan 250 millioen
onmiddellijk tot aflossing van schatkistpapier
uit de portefeuille der circulatiebank werd ge
bruikt.
I let verband tussen een en ander was glashelder.
De aflossing was een duidelijk gebaar jegens
hen, die de wenselijkheid van zulk een maatregel
steeds hadden betoogd en veelal zelfs het stand
punt hadden ingenomen, dat aan aflossing nog
de voorkeur diende te worden gegeven boven
een z.g. productieve bestemming van de
Marshall-guldens. Men had deze zienswijze in
financiële kringen reeds bij de eerste overheve
ling tot een bedrag van 240 millioen, van de
Marshall-tegenwaarderekening naar het vrije
tegoed van het Rijk in Juli van het vorig jaar
verkondigd en is sindsdien niet moede geworden
op dit aambeeld te blijven hameren
De anti-spaarder staat wel sterk
o
16