De eerst toegetreden deelnemer behoeft niet lang op zijn lening te wachten, reeds na één jaar sparen krijgt hij zijn lening uitgekeerd. Het zal echter zonder meer wel duidelijk zijn, dat de laatst toegetreden deelnemer veel langer op een uitkering moet wachten, hij zal nl. moeten wachten op de afloop van de liquidatie van de bouwkas. Afgezien van het eigen kapi taal der kas, dat meestal gering is, moet hij wachten tot de laatste dubieuse debiteur de laatste cent van zijn schuld aan de bouwkas heeft afbetaald en dan is er vanzelfsprekend geen sprake meer van het verstrekken van een lening, maar mag hij blij zijn als hij, zijn kin deren of kindskinderen de stortingen, zonder rente, doch onder aftrek van kosten, terugont vangen. Tussen deze beide uitersten van het meest gunstige resultaat voor de eerste deelnemer en liet meest ongunstige resultaat voor de laatste deelnemer liggen de resultaten, die de ove rige deelnemers zullen behalen. Bij de toetreding is het noch aan de deelnemer, noch aan de bouwkas bekend tot welke wacht tijd een contract zal leiden. Toch heeft iedere deelnemer er een uitermate groot belang bij te weten hoe lang zijn wachttijd wel zal kunnen zijn. De credietprijs van de z.g. renteloze hypo theek wordt in feite, behalve door de betaalde kosten, gevormd door de gederfde spaarrente in de wachttijd. Naarmate in de wachttijd meer en langer moet worden gespaard, >zal de ge derfde rente van meer belang worden en zal de credietprijs daarmede stijgen. Ook de grootte van de te ontvangen lening hangt af van de in de wachttijd te verrichten stortingen. In verband met de aanmerkelijke voor- en na delen, welke tussen de deelnemers onderling" kunnen bestaan, is aan iedere deelneming' ge- wild of ongewild, een gokje" verbonden. Of een dergelijk „gokje" een behoorlijke kans op voordeel biedt, hangt wederom af van de duur van de wachttijd. De propaganda der bouwkassen suggereert meestal, dat de wachttijd slechts enkele jaren zal duren en baseert zulks op de resultaten, welke behaald werden door in vroeger jaren toe getreden deelnemers. Om deze propaganda op haar juistheid te kunnen beoordelen, heeft het echter geen zin, dat wij ons verdiepen in het toevallige resultaat van enige deelnemers, doch zal het nodig zijn, dat wij alle deelnemers, van de eerste tot de laatste, in ons onderzoek be trekken, om op deze wijze te komen tot het resultaat voor een gemiddelde' deelnemer. \V ij hebben ons tot taak gesteld hier enig in zicht te verschaffen in het probleem van de wachttijd; zonder becijferingen zal zulks echter niet mogelijk zijn. In verband met het feit, dat de werkelijke wachttijd niet bij voorbaat is te becijferen, daar deze ten sterkste wordt beïnvloed door het toe komstig verloop van de productie en de extra stortingen, maken we gebruik van een 4-tal voorbeelden, waarbij wij veronderstellen, dat beide genoemde wachttijdbepalende factoren in de toekomst een zeker verloop zullen hebben. Bij zulke veronderstellingen is het nl. wél mo gelijk een wachttijdberekening te maken aan de resultaten mag dan echter niet de pretentie worden verbonden, dat zij een toekomstvoor spelling inhouden voor de wachttijd van welke bouwkas dan ook. Aan de hand van die resul taten zal het echter wel mogelijk zijn ons in zicht te verdiepen. In deze voorbeelden treedt de productie in ver schillende gedaanten op. 11I. constant (cl.w.z. ieder jaar treedt een gelijk aantal deelnemers toe), toenemend (d.w.z. ieder volgend jaar treedt er een groter aantal deelnemers toe dan in het voorgaande jaar) en veranderend (d.w.z. het aantal toetredende deelnemers verandert van jaar tot jaar). Ook met een verschillende mate van extra stor ten is rekening gehouden. In geen der gevallen eindigt de kas in een liqui datie, steeds werd verondersteld, dat de kas na een ongunstige periode bleef voortbestaan, hoe wel voor een dergelijke veronderstelling soms veel verbeeldingskracht nodig was. Voorbeeld 1 I anaf de oprichting treden ieder jaar 100 deel nemers toe, terwijl alle deelnemers voor een ge lijk bouwkapitaal van b.v. 1.000.sparen (de grootte van dit bedrag is hier van c/een bc- lang). Verplichte spaarstorting 2 per maand "f f -4Per jaar; verplichte aflossing 5 per maand of f 60.per jaar. Er wordt niet extra gestort. O J O In „Het probleem van de wachttijd bij bouwkas sen" van A. de Bruijn en Prof. Dr Fred. Schuh, (Sijthoff-Leiden), waaraan de berekende wachttijden werden ontleend, wordt een wiskundige en een boek houdkundige methode ter berekening van de wacht tijd behandeld. 8

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 8