Berekenen wij thans hoeveel een deelnemer in
het algemeen bij de tot voorbeeld gekozen bouw-
kas gedurende de wachttijd moet storten, hoe
groot op het moment van de toekenning zijn
netto-spaarsaldo (dit is het totaal van de stoi-
tingen, verminderd met de kosten) is en hoeveel
hij als lening bij de bouwkas moet opnemen om
de beschikking te verkrijgen over het bedrag
van het gecontracteerde bouwkapitaal.
Zoals uit de grafiek blijkt, hangt de wachttijd
af van het tijdstip, waarop de deelnemer toe
treedt. Daar wij echter willen nagaan, waarop
de gemiddelde deelnemer in he algemeen moet
rekenen, moeten wij onze berekeningen instellen
op een deelnemer, die toetreedt, nadat de bouw
kas haar evenwichtstoestand heeft bereikt; im
mers de voordelen, welke deelnemers in de aan
loopperiode genieten, moeten als toevallig wor
den beschouwd en blijven in de bouwkas als het
ware bewaard tot de liquidatie, waarbij de laatst
toegetreden deelnemers in ongeveer gelijke mate
zullen worden gedupeerd als de eerst toegetre-
denen werden bevoordeeld.
De deelnemer, die toetreedt na het bereiken van
de evenwichtstoestand, verkrijgt een wachttijd
van 16,44 jaar, zoals wij hierboven zagen.
Aangenomen, dat hij spaart voor een bouwkapi
taal van b.v. 6.000.betaalt hij bij zijn toe
treding 2.50 entreegeld en 2 of 120.- -
administratiekosten, tezamen dus 122.50
lu de wachttijd spaart hij 2 00 of
12.per maand, gedurende
16,44 jaar of rond 197 maanden:
197 x 12— 2-364-
In totaal heeft hij gestort2.486.50
De kosten bedroegen122.50
Netto-spaarsaldo f 2.364.
Bij toekenning van het bouwkapi
taal ad 6.000.zal de lening
bedragen 3-636.-
dit bedrag noemen we de bele
vingswaarde der bouwkashypo-
thcek; uitgedrukt in procenten van
het bouwkapitaal bedraagt zij
60.6
Bouwkapitaal f 6.000.—
We vragen ons thans af, hoe groot het spaar-
Men kan dit bedrag berekenen door middel van
berekening, indien men gebruik maakt van de tafels
gende vorm
[122,50X8 -f- t44 X f1
Eindkapitaal =j 16 2j4
(1 5 X 0,0225) 5 X 12 X C1 3 X 0,0225)
12 12
saldo op het moment van de toekenning zon zijn
geweest, indien deze gemiddelde deelnemer zelf
standig had gespaard en zijn stortingen had ge-
dcponcerd bij een spaarbank tegen een renti van
2 A Per iaar-
Op samengestelde interest zijn de gedane stui
tingen per het moment van de toekenning aan
gegroeid tot een totaal spaarsaldo
van /3-038-481)
Tevens wordt hij geen afsluit-
provisie (1^2 van de hypo
theek, dus 54-54) verschuldigd
en had dit bedrag op zijn spaar
rekening kunnen storten 54-54
Spaartegoed 3.093.02^
Bij zelf sparen zou de op te nemen lening niet
groter zijn geweest dan 6.000.3-°93-°2
2.906.98. Dit bedrag noemen we de effec
tieve belevingswaarde van de bouwkashypo-
theek; uitgedrukt in procenten van het bouw
kapitaal bedraagt zij 48.4
Bezien we hans de aflossingsperiode of de z.g.
leentijcl van de deelnemer. De deelnemer is 111
die tijd verplicht maandelijks 5 00 of 30-
te storten; van deze stortingen wordt iedere
maand door de bouwkas >4 °/oo van het oor
spronkelijke bedrag der hypotheek, dus 12
van 3.636.— of wel 1.82 ingehouden voor
kostenmaandelijks wordt dus 30. 1 -8-'
28.18 op de schuld afgeboekt. )m tot alge
hele aflossing van de schuld te geraken zijn
,5^628.18 129.02 maandelijkse stortin
gen nodig. De duur van de leentijd is dus afge
rond 10Y\ jaar.
Vervolgens kunnen we ons afvragen: wat heelt
het bouwkascrediet gekost? M.a.w. hoe groot is
de credietprijs?
De propaganda der bouwkassen geeft onge\eei
op de volgende wijze op deze vraag antwooid.
Er werd aan kosten betaald
entreegeld f 2'a°
administratieprovisie120.—
afsluitprovisie 54-54
beheerskosten in de leentijd:
129 X '-82234.78
Totale credietprijs 411.82
een eenvoudige rentestaffelminder tijdrovend is de
van M. van Overeem (Honig-Utrecht) 111 de vol-
4-13 X 0,0225) X S
24 Ï6T2 yj
3038.48
11