wel honderden spaarbanken gereedgebrek aan spaargelegenheid was er dus evenmin. Of voorzag de bouwkas als nieuw instituut in die zin in een behoefte, dat (ie deelnemer door het tekenen van het contract zichzelf verplichtte tot regelmatig sparen en daarbij de wetenschap verwierf, dat hij zonder strop die verplichting niet ontijdig kon beëindigen? Wij kunnen dit niet geloven temeer als we be denken, dat hij, na het plaatsen van zijn hand tekening, alvorens er van sparen sprake kon zijn, moest beginnen met een aanzienlijk bedrag aan kosten te offeren. Of was het misschien de onopzegbaarheid van de later te verkrijgen hypotheek, waaraan be hoefte bestond? In het buitenland b.v. kon in verband met de vele elkaar opvolgende rente verhogingen een gegronde vrees voor opzeg ging zijn ontstaan, maar hier kwam (en komt) opzegging van een hypotheek op een door de eigenaar zelf bewoond huis praktisch niet voor, behalve in gevallen van wanbetaling, onvol doende verzekering, faillissement, surséance van betaling, onder curatelestellen, gelegd be slag, enz. In al deze gevallen is echter de bouw- kashypotheek eveneens opzegbaar. De aflossing in annuïteiten was bij andere financiers ook mogelijk en biedt te weinig at tractie om daaruit het ontstaan der kassen te kunnen verklaren. In de annuïteitenbetaling wordt vaak een mogelijkheid gezien om te komen tot een gelijkmatige verdeling van de eigendomslasten over een reeks van jaren, ove rigens ten onrechte in verband met de toename van de onderhoudskosten in de latere jaren. Bij de meer gebruikelijke aflossing in gelijke termijnen wordt voor de stijging van de onder houdskosten een compensatie gevonden in de daling van het te betalen rentebedrag. Een der redenen, waarom de hypotheekbanken reeds ge ruime tijd geleden van annuïteitsaflossing zijn teruggekomen, was bovendien, dat de debiteuren (meestal niet tot narekenen in staat), het gevoel hadden te worden bedrogen. De deelnemer verkrijgt bij het tekenen van het contract het recht om, bij nakoming van zijn spaarverplichtingen, te eniger tijd van de bouwkas een hypothecaire geldlening te ont vangen; de praktische waarde van dit recht hangt af van de vraag hoelang en hoeveel de deelnemer eerst moet sparen, alvorens hem de geldlening zal worden uitgekeerd. Op de wijze als nog zal worden aangegeven, kan worden aangetoond, dat de gemiddelde deelnemer ge durende de wachttijd zoveel moet storten, dat hij voor de verkrijging van de geldlening bij de bouwkas steeds aanmerkelijk langer heeft ge spaard dan ingeval van zelfstandig sparen bij een spaarbank nodig was geweestdus heeft het recht van de deelnemer op een hypotheek geen praktische waarde. Men kan >zich afvragen of het ontstaan der bouwkassen misschien werd mogelijk gemaakt door het feit, dat zij zich speciaal hebben ge richt tot de personen, die naar een eigen huis streefden ,hen hebben opgezocht en met veler lei propagandamateriaal bewerkt; doch dit feit alleen had haar in een maatschappij, welke reeds voldoende gelegenheid tot sparen en hy- potheekverkrijging bood, weinig kansen op vestiging geboden, indien zij haar deelnemers niet ogenschijnlijke voordelen van het door haar aangeboden contract hadden voorgehou den en dat deden de bouwkassen door in haar propaganda te wijzen op de renteloosheid van haar leningen. Op de wijze als hierna wordt aangegeven, kan echter worden aangetoond, dat de z.g. renteloze hypotheek voor de gemid delde deelnemer aanmerkelijk duurder is dan de normale rentedragende hypotheek. De propa ganda, welke b.v. door middel van de welbe kende advertentie: „Los Uw rentedragende hypotheek af met een renteloze lening van ome bouwkas" de aandacht vestigde op cle „goed koopte" van de bouwkashypotheek, geeft o.i. een te gunstige voorstelling van zaken. Naar onze overtuiging staat het vast, dat vnl. een dergelijke propaganda de deelnemers heeft aangetrokken. De vestiging der bouwkassen in Nederland is niet te verklaren uit een even tueel bestaande leemte in de voor de aspirant huiseigenaar aanwezige gelegenheden tot spa ren en hypotheekverkrijging, doch uit de bij zondere wijze, waarop de propaganda werd ge voerd; in werkelijkheid zijn de gepropageerde voordelen zeer betrekkelijk of bestaan in het geheel niet. Ook bij de verdere ontwikkeling der bouwkas sen speelt de propaganda een rol van over wegende betekenis, nochtans blijft die propa ganda in de eerste plaats gericht op handhaving en zo mogelijk uitbreiding van de op zo merk waardige wijze verkregen positie der bouw kassen, waarbij de belangen der deelnemers in ernstige mate in het gedrang kunnen komen. 7

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 7