ringen voldoende voor de toekomst kan worden
gezorgd.
De schrijver kom dan tot de coöperaties.
Ten tijde van haar opkomst werd in het alge
meen aan een eigen kapitaal weinig betekenis
gehecht. Het directe voordeel, dat de coöperatie
voor haar leden opleverde, achtte men veel be
langrijker dan de zorg voor een behoorlijke
financiële basis voor de coöperatie.
Tot het einde van de eerste wereldoorlog kwa
men de gevaren van een dergelijke financiële
politiek, dank zij het gunstige economische getij,
niet aan het licht. De conjunctuuromslag na
[918 maakte echter, dat in het algemeen na 1920
een voorzichtiger politiek werd gevolgd, wat
nog niet wil zeggen, dat thans de financiering-
der coöperaties geheel gezond kan worden ge
noemd.
Afgezien van de kapitaalintensieve industrieën
de suiker-, strokarton en aardappelmeelfa
brieken hadden de verschillende soorten van
coöperaties betrekkelijk weinig behoefte aan
kapitaal. Langzamerhand werd dit echter an
ders. Mèt uitbreiding der activiteit ging een
grotere kapitaalbehoefte gepaard. .Aankoop
verenigingen met een bescheiden outillage gin
gen over tot de exploitatie van graanmalerijen
en -mengerijen, boter fabrieken begonnen met de
productie van kaas en melkpoeder, groenten- en
fruitveilingen bouwden koelhuizen, enz. De
tweede wereldoorlog en de eerste jaren, die
daarop volgden, waarin weinig of geen inves
teringen mogelijk waren, brachten in verschil
lend opzicht een achterstand, die moet worden
ingehaald. Behalve voor vervanging staat het
coöperatieve bedrijfsleven tevens voor aanpas
sing van zijn outillage aan meer moderne pro
ductiemethoden, terwijl voorts investeringen
noodzakelijk zijn nu ook bij de coöperaties het
streven naar concentratie en rationalisatie meer
en meer levendig wordt, ten einde de efficiency
van het bedrijfsapparaat zo hoog mogelijk op te
voeren."
Na opgemerkt te hebben dat de wijze, waarop
de vernieuwingen in en de expansie van het be
drijf bij vele coöperaties worden gefinancierd,
voor critiek vatbaar is, zegt de schrijver: ,,Voor
een gezonde financiering is het gewenst, dat niet
alleen de vaste activa, doch ook dat deel van de
vlottende activa, dat in feite constant is (mini
mumbedrag aan voorraden, kasmiddelen en
debiteuren) worden gefinancierd door vermo
gen, dat op lange termijn beschikbaar is en dit
dient bij voorkeur eigen vermogen te zijn. Hiel"
voor is het uiteraard niet genoeg, dat behoorlijk
wordt afgeschreven. Om eigen vermogen te
vormen zal uit de overschotten moeten worden
gereserveerd, dan wel ledenkapitaal moeten
worden aangetrokken."
De afschrijvingen dienen voldoende te zijn en
mogen niet beschouwd worden als een sluitpost,
waarvan de grootte afhankelijk is van de be
haalde resultaten, doch als een kostenelement.
De schrijver is van mening, dat afschrijving-
dient te geschieden op basis van de vervangings
waarde, opdat men te zijner tijd over voldoende
middelen zal beschikken om de activa tegen het
huidige prijspeil te vervangen.
Weliswaar wordt het verschil tussen afschrij
ving op basis van de vervangingswaarde en die
op basis der aanschaffingswaarde fiscaal belast,
maar desondanks verdient naar schrijvers me
ning afschrijving op basis der vervangings
waarde om bedrijfseconomische redenen de
voorkeur, aangezien moeilijkheden bij vervan
ging anders niet uitblijven.
In het bewuste artikel worden de bezwaren,
verbonden aan het vormen van een eigen ver
mogen door inhouding van een deel van het
overschot en bij het voeren van een ruime af-
schrijvingspolitiek, geenszins onderschat. Maar
het bestuur van iedere coöperatie dient de leden
er van te doordringen, dat een coöperatie zon
der of met een geringe schuldenlast de leden op
lange termijn gezien meer voordeel oplevert dan
de bate van een iets betere prijs, respectievelijk
van een iets betere terug- of nabetaling. Ook de
betekenis van de aansprakelijkheid voor de leden
van een coöperatie, die er financieel gezond voor
staat, wordt aanmerkelijk geringer.
Reservering- zal in de regel echter niet voldoende
zijn of te lang duren om tot het vormen van
voldoende eigen vermogen te geraken.
Dan is daar nog de mogelijkheid van het aan
trekken van kapitaal van de leden. Hoewel de
toepassing van dit middel onder de huidige
omstandigheden wellicht moeilijk zal zijn, ver
dient het naar schrijvers mening toch ernstige
overweging.
Het artikel eindigt dan aldus: ,,De noodzaak
van een versterkte interne financiering is even
wel dringend. Vernieuwing, uitbreiding, ratio
nalisatie en concentratie vergen grote bedra
gen. Reservering is nodig voor de risico's, die
iedere onderneming, dus ook de coöperatie,
loopt. Goed en goedkoop werken is slechts mo-
1 3