lid nooilmk van interne financiering
dd. 21 Juli 1943, vertonen de cijfers der pro
ductie en extra-stortingen een enorme stijging;
na de bevrijding evenwel een scherpe daling. De
cijfers der royementen en verlagingen nemen in
de laatste jaren hand over hand toe en over
treffen in 1948 zelfs de productie!
Dat evenwel een dergelijke ongunstige ontwik
keling niet uitsluitend kan worden verklaard
uit de inmiddels ingetreden geldschaarste en de
beperkte bouwmogelijkheden, blijkt uit de ge
gevens van de andere kas, de Nationale. Bij deze
jonge kas zijn de extra-stortingen in de laatste
jaren wel enigszins gematigd en zijn de roye
menten vrij aanzienlijk, doch geeft de productie
voorlopig nog een beeld te zien van een gesta
dige ontwikkeling.
Dat de jonge kas er blijkbaar beter in slaagt
nieuwe deelnemers te winnen, moet in de eerste
plaats worden verklaard uit de kortere wacht
tijd, waarmede alle jonge bouwkassen kunnen
propageren. E11 algemeen bekend feit is toch,
dat iedere jonge kas met het voortschrijden van
de tijd haar wachttijd ziet verlengen en op den
duur op haar beurt weer de concurrentie onder
vindt van de later op te richten kassen.
De noodlottige werking van de wachttijd zou
ten gevolge kunnen hebben, dat iedere bouwkas
na een kortere of langere bloeiperiode gedoemd
zou zijn om tot liquidatie over te gaan, met alle
daaraan voor de nog sparende deelnemers ver
honden schaden en teleurstellingen.
Slechts door bijzonder ingrijpen zullen derge
lijke rampen misschien kunnen worden voor
komen.
De vraagstukken, die zich 0111 het probleem van
de wachttijd groeperen, maken thans deel uit
van een diepgaande studie van de Verzekerings-
kamer, van de staatscommissie en van de bouw
kassen. Het is echter de vraag in hoeverre het
mogelijk zal blijken een bevredigende oplossing
te vinden, waarbij de belangen van de deelne
mers niet zullen worden geschaad.
Het Nederlandse bouwkaswezen moet de kin
derziekten nog te boven komen.
Haar zeer ondergeschikte rol bij het verstrek
ken van hypothecair crediet blijkt uit de vol
gende gegevens.
Kan het totaal hypothecair crediet van hypo
theekbanken worden afgerond op 550 mil
lioen, dat der gezamenlijke levensverzekering
maatschappijen op 250 millioen, het totaal
hypothecair crediet der bouwkassen bedraagt
slechts 10 millioen. Dat dit laatste bedrag zo
laag is, vindt mede zijn oorzaak in het feit, dat
vele bouwspaarders, welke voor toekenning van
hypothecair crediet in aanmerking komen, dit
niet opnemen, omdat de mogelijkheid om het te
gebruiken thans ontbreekt. Voor de toekenning
van bouwkapitalen is nl. op geblokkeerde bank
rekeningen nog beschikbaar een bedrag van
rond 15 millioen.
Het totaal van de aangevraagde bouwkapitalen
beloopt 300 millioen. Dit bedrag stelt voor
het totaal der gecontracteerde bouwkapitalen,
op de uitkering waarvan rond 50.000 deelne
mers al sparende wachten. Of die uitkering kan
worden verwacht binnen de termijn en op de
wijze, als de deelnemers zich dat bij het aangaan
van hun contract hebben voorgesteld, is een
vraag, welke zonder meer niet is te beanwoor-
dien. De toekomstige ontwikkeling van de
wachttijd is hierbij van overwegend belang.
(Wordt vervolgd.)
Onder dit opschrift troffen wij in het maand
blad van cle Nationale Coöperatieve Raad een
artikel aan, hetwelk wij van voldoende belang
achten om dit in enkele grote trekken aan onze
lezers door te geven.
Na geconstateerd te hebben dat in ons land na
de tweede wereldoorlog nog steeds een wanver
houding bestaat tussen in- en uitvoer, tussen
nationale productie en consumptie, wijst de
schrijver van het artikel op productievergroting
en industriële rationalisatie als noodzakelijke
factoren voor verder herstel.
Beide vragen echter belangrijke investeringen
en de vraag is, waar de middelen hiervoor moe
ten worden gevonden. Zijn conclusie is dan, dat
het risicodragend kapitaal, dat voor de nood
zakelijke investeringen nodig is, voor een groot
deel door de ondernemingen zelf zal moeten
worden gevormd. De tot dusverre door de
overheid gevolgde belastingpolitiek zal dan ech
ter gewijzigd moeten worden, aangezien het on
der de huidige omstandigheden vrijwel uitgeslo
ten moet worden geacht, dat door interne bespa-
1 2