in de allereerste plaats rekening houdend met de
ook voor de toekomst steeds te handhaven liqui
diteit en het vervullen van de taak als landbouw-
eredietinstelling.
Mocht in de toekomst blijken, dat men overdre
ven voorzichtig is geweest en wellicht een iets
te lage rentewinst heeft hereikt, dan zal men
zich ook niet het verwijt behoeven te maken,
dat men de positie der boerenleenbanken in
gevaar heeft gebracht.
Niet voor ieder der aangesloten banken liggen
de problemen gelijk. Overziende het geheel moet
de Centrale Bank echter op alle mogelijkheden
voorbereid zijn. Er zal een marge moeten blij
ven voor onverwachte tegenvallers en de Cen
trale Bank is daarom gedrongen een keuze te
doen uit verschillende beleggingen en die, met
een bepaald schema voor ogen, kiezen.
Aan het slot van zijn causerie gaf de inleider
nog een kort overzicht van de verschillende be-
leggingen, welke de Centrale Bank momenteel
heeft.
Met is niet mogelijk hierover iets met zekerheid
te zeggen.
1 en aanzien van enkele punten, die inzonder
heid de boerenleenbanken zullen interesseren,
schijnt het mogelijk vermoedens uit te spreken,
die niet geheel en al speculatief zijn. Deze pun
ten zijnhet algemeen prijspeil, de agrarische
prijzen, de rentevoet en de belastingen.
De naaste toekomst zal vrij zeker een stijging
van het algemeen prijspeil brengen, een stijging,
welke zich nu reeds manifesteert. De oorzaak
dezer prijsstijging moet worden gezocht in de
devaluatie van de gulden. Immers hierdoor
worden de importen uit de landen, die niet heb
ben gedevalueerd (zoals de Verenigde Staten
en Zwitserland), of die minder hebben gedeva
lueerd (zoals België en Frankrijk) duurder.
Bovendien zullen de prijzen van verscheidene
Nederlandse exportproducten op verschillende
buitenlandse markten, in guldens uitgedrukt,
waarschijnlijk hoger worden. Dezelfde produc
ten worden echter ook op de binnenlandse markt
verkocht en de binnenlandse prijzen zullen met
de buitenlandse in guldens uitgedrukte prijzen
meegaan
De kosten van de productie der goederen, welke
het Nederlandse volk koopt, zijn grotendeels
prijzen voor binnenlandse diensten en goederen
of van goederen, welke geïmporteerd worden
uit landen, die eveneens gedevalueerd hebben.
De stijging van het prijspeil, welke voortvloeit
uit de devaluatie als zodanig, kan door maatre
gelen van overheidswege slechts onvolkomen
en tijdelijk worden tegengehouden.
De stijging van het prijspeil kan daarentegen
worden vergroot wanneer een algemene loons
verhoging gerealiseerd zou worden. Daardoor
stijgen de kosten van de productie en de prijzen
en dan wordt de verhoging van het prijspeil
groter dan de ongeveer 10 welke waarschijn
lijk het gevolg zal zijn van de devaluatie alleen.
Er dreigen echter nog andere gevaren voor het
prijspeil.
Het voornaamste gevaar voor de stabiliteit van
het prijspeil komt van de zijde van de overheid.
Geeft de overheid namelijk meer uit, dan zij
ontvangt, dan kan zij extra geld creëren, of
laten creëren, om haar kastekorten te dekken.
L it dezen hoofde is in de afgelopen jaren een
vermeerdering van de hoeveelheid geld ontstaan,
welke zonder twijfel inflatorisch heeft gewerkt.
Nu echter is de begroting in evenwicht en de
regering is blijkbaar ten volle overtuigd van de
noodzakelijkheid om haar in evenwicht te hou
den en om inflatie te vermijden.
Een inflatorische werking kan ook uitgaan van
credietverlening door de banken, speciaal dooi
de grote handelsbanken. Gezien het nauwe con
tact, dat tegenwoordig bestaat tusschen de lei
ding van de Nederlansche Bank en de leiding
van de grote banken, mogen wij er wel op ver
trouwen, dat de credietverlening door de banken
niet zal ontaarden in te grote, inflatorische
credietverlening. Een hoopvol teken is in dit
verband het feit, dat de hoeveelheid geld sinds
ongeveer 1 j/> jaar praktisch stabiel is gebleven.
De conclusie betreffende de ontwikkeling van
het algemeen prijspeil in Nederland in de nabije
toekomst is zeker niet onrustbarend. Een stij
ging zal er zeker zijn, maar als er geen spaken
in het wiel worden gestoken, zal deze stijging
wel niet meer dan 10 a 15 zijn. Of met
andere woordende waarde van de gulden zal
wel niet veel meer dan 10 a 15 dalen.
Ten aanzien van de agrarische prijzen verdient
de verzekering der regering, dat zij de prijzen
van de Nederlandse landbouwproducten op een
zodanig peil zal houden, dat behoorlijk en ratio
neel verrichte agrarische arbeid een redelijke
beloning ontvangt, vertrouwen. Niet alleen om
dat regeringstoezeggingen als zodanig reeds
vertrouwen verdienen, maar ook omdat de feite
lijke situatie voorlopig de goede wil der rege
ring zal steunen. Immers, voorlopig zal Neder
land door de feiten gedwongen zijn om zijn
landbouwproductie zo hoog mogelijk op te voe-
Een blik in Nederlands
economische toekomst
8