Iilik in de toekiimsl boter kopen dan in 1949, zal het hard vechten worden tegen de Denen. Dat moet even opge merkt worden ter gelegenheid van deze loons verhoging, die in het licht der jongste export cijfers nogal ongevaarlijk schijnt. Die exportcijfers zijn vooral voor het agrarisch bedrijf en de daarop gevestigde industrieën zeer gunstig. In de eerste to maanden van 1949 be droeg de waarde van de agrarische uitvoer ruim 1 milliard tegen 673 millioen in de overeen komstige periode van 194^- De vorige maand hebben we er reeds op gewezen, dat de grote verruiming van het handelsverkeer met West- Duitsland voor onze tuinbouw aanzienlijke af zetmogelijkheden heeft geschapen (130.000 ton fruit werd naar dit gebied geëxporteerd, een derde gedeelte van alles wat ter veiling werd aangevoerd). Reeds eerder in het jaar had onze zuivelexport de „gunstige gevolgen" van de harre droogte in België, Frankrijk en Zwitser land mogen ervaren, waardoor het zozeer ge vreesde boteroverschot bleek te versmelten. Onder deze omstandigheden zouden we bijna vergeten hoe onzeker de agrarische export is. Wij worden er weer aan herinnerd door de ongerustheid in tuinbouwkringen over het scheef trekken van het handelsverkeer met Duitsland. Het loopt namelijk niet met de im port uit dat land naar Nederland en men vreest, ■dat ook de export spaak zal lopen als daarin niet spoedig verandering komt. De Nederlandse instanties moeten vlotter worden met de admi nistratie der import vergunningen. Ieder exportjaar is er één van mee- en tegen vallers. De na-oorlogse hausse in de export van pootaardappelen behoort tot het verleden en in de uitvoer van zaaigranen is lelijk de klad ge komen. In het afgelopen jaar is het met de groenten behoorlijk gelopen en ging het met De ereniging van Kassiers van Coöperatieve Boerenleenbanken hield op 6 December jl. in l trecht een algemene vergadering. Zoals wij in het Decembernummer van „De Raiffeisen- Bode reeds vermeldden, werden in de middag vergadering een tweetal causerieën gehouden. De heer Jhr Mr W. C. Hooft Graafland, direc teur der Centrale Bank, sprak over het onder- fruit en zuivelproducten boven verwachting goed. Ook over de buitenlandse afzet van bloem bollen, eieren, levend vee, bacon, vleeswaren, geslachte schapen (voor het eerst 11a 1926 naar Engeland geëxporteerd!) hadden we niet te klagen; zelfs met de bloemen gaat het de laatste tijd goed. W ij zijn gelukkig te kunnen consta teren, dat land-, tuinbouw en veehouderij een steentje hebben kunnen bijdragen tot het herstel van onze welvaart. Wij zullen er ons echter van bewust moeten zijn, dat de export een steeds belangrijker factor wordt in de afzet onzer agrarische producten en dat de landbouw daar door een zeer geëxposeerde plaats gaat innemen. Zolang alles goed gaat, zijn we verzekerd van een waarderend oordeel over de inspanning, die boeren en tuinders zich getroosten, maar dat zal anders worden, als wij met de boter niet uit de weg kunnen of wanneer partijen groente moe ten worden vernietigd. Er werd al ach en wee geroepen toen er in Augustus vroege appelen tot veevoeder moesten worden gedegra deerd Wij willen ten slotte maar zeggen, dat velen in ons volk niet beseffen, dat wij voor onze tien millioen landgenoten de kost moeten verdienen met risquante exportbedrijven, waaronder de landbouw met een grote L. Het gaat erom de kansen, die zich voordoen, te benutten. Deze zijn vaak van tijdelijke aard en in ieder geval wisselen ze van goed tot slecht, soms op korte termijn. De aanpassing is voor de landbouw, die naar zijn aard veel meer gebonden is dan vele vormen van niet-agrarische ondernemin gen, vaak zeer moeilijk. Zonder het huidige optimisme te willen verstoren, menen wij toch het risico van het exportbedrijf met nadruk naar voren te moeten brengen. Dit risico moe ten wij ons klaar bewust zijn. De gevolgen van de politiek, die op export gericht is, kan 'de land bouw tot op zekere hoogte dragen, doch uitein delijk is het ons volk als geheel, dat er voor moet staan. werp „Het beleggingsprobleem", terwijl door Prof. Mr C. Weststrate, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden, gegeven werd „Een blik in Nederlands economische toekomst". Van beide inleidingen, die door de aanwezigen met grote belangstelling werden aangehoord en die aanleiding gaven tot verschillende vragen, laten wij de (verkorte) inhoud hieronder volgen. Mooie cijfers Wisseling van wel en wee 6 O L

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 6