ij
U$c cv» anien
Ten slotte nog een opmerking.
Meermalen blijkt bij controle van notariële ak
ten (hypotheekgrossen) dat de bank bij het
passeren der akten niet vertegenwoordigd is
door een bestuurslid of de kassier. Als gemach
tigde treedt dan een willekeurig persoon op,
soms zelfs belanghebbenden hij de gesloten over
eenkomst.
Men zal het met ons eens zijn, dat onvoor
ziene omstandigheden voorbehouden het
noodzakelijk is, de bank bij het passeren van
hypotheekakten te haren behoeve te doen ver
tegenwoordigen door een functionaris, die ver
antwoordelijkheidsgevoel heeft voor de redactie
der stukken, welke hij mede ondertekent.
Met bovenstaande bespiegelingen wordt de kro
niek besloten, in de hoop, dat de inhoud van het
titelblad der Raiffeisen-Bode in 1950 zich zal
kenmerken door opwekkende feiten, die de ge
zonde bloei van onze organisatie tekenen.
De jaarwisseling ligt alweer achter ons en de
eerste schreden in het nieuwe jaar zijn reeds
weer gezet. Wij hopen, dat 1950 voor onze
lezers een goed jaar zal zijn en dat ook in zaken,
die ons als volk aangaan en in die, welke betrek
king hebben op internationale problemen, het
nieuwe jaar, behalve de welhaast onvermijde
lijke teleurstellingen, goede dingen zal brengen.
Moge dit laatste vooral gelden voor onze nieuwe
verhouding tot Indonesië.
Het is niet onze bedoeling op deze plaats een
overzicht te geven van de gebeurtenissen van het
afgelopen jaar. Voor het ogenblik vestigen we
de aandacht op één ding en wel op het feit, dat
het inwonertal van ons goede vaderland niet
lang geleden de tien millioen gepasseerd is.
Dat is iets heel bijzonders. Nederland heeft in
het tijdvak van 1900 tot 1950 zijn inwonertal
zien verdubbelen. Nemen we de cijfers van 1900
en 1948, dan bedroeg de bevolkingstoename
voor ons land 92 Voor de andere West-
europese landen golden de navolgende cijfers:
België 28, Luxemburg 24, Frankrijk 6, Zwitser
land 39, Groot-Brittanië 35, Noorwegen 43,
Zweden 34 en Denemarken 71.
Hoe zullen al deze mensen werk en brood vin
den?
Binnenkort zijn we zover, dat per jaar 150.000
nieuwe krachten in het arbeidsproces moeten
worden opgenomen. De eimigratie zal, zoals het
zich thans laat aanzien, geen oplossing brengen
voor het bevolkingsvraagstuk, hoe belangrijk
het overigens is, dat jaarlijks enige duizenden
landgenoten hun fortuin in den vreemde gaan
zoeken. Het zal moeten komen van de in
dustrialisatie, het uitbreiden van bestaande en
het oprichten van nieuwe industriële onderne
mingen.
Reeds geruime tijd rekent onze regering de be
vordering van de industrialisatie tot haar ver
antwoordelijkheden. Grote resultaten heeft zij
echter nog niet geboekt. Een onzer eerste des
kundigen op dit gebied, dr Kohnstamm, liet zich
onlangs zeer pessimistisch' uit. Vrijwel geen
enkel industrieel project van betekenis is in de
laatste jaren in ons land aanhangig gemaakt,
terwijl vele plannen, die al jaren gereed waren,
nog niet tot uitvoering zijn gekomen. Zolang
het fiscaal-financieel klimaat in ons land niet
verandert, zijn er, volgens dr Kohnstamm, voor
de industrialisatie weinig kansen. De regering
legt te eenzijdig het accent op sociale aangelegen
heden, daardoor komt de economische kant in
de verdrukking. Andere hinderpalen zouden zijn
het gebrek aan behoorlijke projecten met winst
mogelijkheden en een tekort aan ondernemers,
die voor hun taak berekend zijn. Evenwel blijft
hij hopen, dat Nederland de goede weg naar
industrialisatie zal vinden ondanks het benau
wende feit, dat de vier jaren industrialisatie-
politiek van de regering nog niets anders hebben
opgeleverd dan een nota over industrialisatie.
Na de uitlatingen van dr Kohnstamm is bekend
geworden, dat de Nederlandse hoogovens (de
Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staal
fabrieken te Velsen) het bedrijf aanzienlijk
gaan uitbreiden. De investering geschiedt recht
streeks uit de Marshall-hulp. Hier ontmoeten
we blijkbaar het eerste grote industrialisatie
object. Geen wonder, dat het op het terrein der
staalproductie ligt. Van de 47 millioen ton ruw
staal, die Europa in 1948 produceerde, had Ne
derland het geringste samenstellende bestand
deel, namelijk 0,3 millioen ton, waartegenover
r
Tien millioen landgenoten
Niets anders dan een nota?
Toch voortgang
4