KRONIEK UIT EIGEN KRING J Iet jaar 1949 spoedt ten einde. Bij het schrijven van de kroniek gaan de gedachten onwillekeurig terug naar het achter ons liggende jaar. Uit de maalstroom van grote en kleine gebeurtenissen zijn maandelijks bijzonderheden uit de Raif- feisen-kring doorgegeven. Als vanzelf kwamen daar de nodige raadgevin gen en korte beschouwingen hij over zaken, die ons interesseren. Dankbaar zijn wij voor de reacties, die wij ont vingen en die tekenen zijn van de belangstelling voor ons blad. Men zou zo zeggen, dat het schrijven van een maandelijkse kroniek een klein kunstje is. De moeilijkheid is echter, dat tal van belangrijke feiten en wetenswaardigheden zich nu eenmaal niet voor publicatie in een tamelijk uitgebreide lezerskring lenen, maar uitsluitend voor bespreking in ringvergaderingen e.d. vat baar zijn. Bovendien dringen niet direct alle gebeurtenis sen, waarin de werkers in onze organisatie be lang stellen, tot ons door. Daarom zullen wij het op prijs stellen als bestuursleden of kassiers, die een bepaald feit voor het forum van het Raiffeisen-publiek wensen te brengen, ons hier van mededeling willen doen. Waarbij wij, dat zal men ons niet euvel duiden, zullen beoordelen, wat wèl of niet als artikelstof kan dienen. Wij rekenen voor 1950 op Uw medewerking. Zoals onze banken zullen hebben ervaren, is de jaarlijkse inspectie bij vrijwel alle banken ge houden. Dit regelmatige contact is van groot belang. Mogen wij er nog eens de aandacht op vestigen, dat hij woning van deze inspecties door leden van bestuur en raad van toezicht door ons zéér op prijs wordt gesteld? De voorzitters ontvan gen steeds een uitnodiging, maar ook de leden zijn welkom. liet is de beste gelegenheid om moeilijkheden en problemen betreffende de bank onder de ogen te zien en tot oplossing te bren gen, terwijl de inspecteurs steeds bereid zijn om van voorlichting te dienen. Enkele goede voornemens, welke wij zelf koes terden voor 1949, zijn nog niet ten uitvoer ge bracht. Zo is tot onze spijt nog geen voortgang- van betekenis gemaakt met de organisatie voor een cursus voor kassiers. De moeilijkheden, waarvoor nog geen oplossing gevonden is, zijn tweeërlei. Ten eerste zal moe ten worden uitgemaakt, voor welk deel der kas siers en personeel een cursus moet worden ge schapen. Algemene en administratieve ontwik keling, leeftijd en positie van de aspiranten vormen een probleem, dat lastig zal zijn op te lossen, wil men een algemene cursus instellen. De massa deelnemers en de afstanden zullen voorts dwingen tot een schriftelijke cursus. Uiteraard zouden als organisatoren en leiders juristen en inspecteurs van de Centrale Bank de aangewezen personen zijn. Maar deze kunnen zich voor het tijdrovende werk uiteraard niet vrijmaken. Dan zal het dus, noodgedwongen, aan buitenstaanders moeten worden opgedragen, doch men dient zich dan wel te realiseren wat een dergelijke cursus per deelnemer zal moeten kosten, terwijl bovendien onbekendheid met de organisatie hier toch wel een groot bezwaar is. Dit zijn zo enkele vragen, waarop in samenwer king met het bestuur van de Kassiersvereniging naar een antwoord zal moeten worden gezocht. Een tweede plan, n.1. het opleiden van enkele kassiers-plaatsvervangers bij ziekte en vacantie, is in uitvoering. In de loop van 1949 zijn nieuwe assistenten hij de afdeling inspectie aangesteld, op wier hulp men zo nodig (maar niet meer dan hoog nodig!) een beroep zal kunnen doen. Verder kunnen wij mededelen, dat binnenkort een eenvoudige effectenadministratie zal wor den ingevoerd. Aanvankelijk lag het in de be doeling dit per 1 Januari 1950 te doen geschie den. De voorbereiding heeft echter meer tijd gevorderd dan voorzien was, zodat men in Januari of Februari een handleiding met model len van formulieren en kaarten zal ontvangen om zich te oriënteren. Wilt U 1950 goed beginnen? Denkt dan aan de herhaalde verzoeken om de jaarlijkse boekjescontröle zo serieus mogelijk te houden, aan de hand van de aanwijzingen der Centrale Bank. En willen de secretarissen van bestuur en raad van toezicht, voorzover zij dit nog niet deden, bijzondere aandacht besteden aan de samenstel ling en redactie van de notulen der vergaderin gen? Nog te dikwijls zijn deze te onvolledig of onduidelijk, worden zeer belangrijke bijzonder heden van credieten en voorschotten niet ver meld, hetgeen de bewijskracht schaden kan. 3

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 3