FINANCIEEL OVERZICHT De spaarder, hij spaart voort. Maar hij laat zich niet vangen op een drijfjacht, hij hapt niet in het aas van een kwart procent rente méér. Hij spaart voort op de wijze, die hem verstandig lijktin de kous, in de verzekering, in goederen of hoe dan ook, doch voorzichtig en met mate bij de spaarbank. De spaarder geeft zich slechts volkomen gewon nen, wanneer hem de oude zekerheden kunnen worden teruggegeveneen vaste bereikbare doelstelling, behoorlijke rente, liefst ook nog herstel van het bankgeheim, maar vooral rust en vertrouwen. Niemand zal in het wilde weg sparen, omdat de economie van het land dit nodig maakt. Voor een gemeenschappelijk doel laat de individualis tische Hollander zich minder gemakkelijk kne den dan de Engelsman en ook in Engeland is Er heeft in de afgelopen maand enige spanning bestaan ten aanzien van de rentevoet als gevolg van verwachtingen, welke van overheidswege waren gewekt terzake van een verzachting van tle goedkoop-geld-politiek. Een op zichzelf vol komen verrassende mededeling van ministeriële zijde, dat een renteverhoging bij de Rijkspost spaarbank ,,in overweging" is genomen, had aan deze verwachtingen voedsel gegeven. Zulk een maatregel zou van vérstrekkende betekenis zijn geweest. Want een renteverhoging bij de Rijkspostspaarbank, bij welke meer dan een derde gedeelte van het spaarkapitaal van het gehele Nederlandse volk, n.1. ongeveer anderhalf milliard, is ingelegd, moet uiteindelijk op het gehele bankwezen doorwerken. Ook de beleg- gingsmarkt zou er op den duur door beïnvloed moeten worden, omdat de banken natuurlijk slechts meer rente kunnen vergoeden, wanneer zij meer inkomsten hebben. Voor de spaarban ken, die louter en alleen op de interestbaten van hun leningen zijn aangewezen, geldt zulks het meeste. Inmiddels heeft de minister evenwel in de Ka mer verklaard, dat een renteverhoging bij de Rijkspostspaarbank n.1. waarschijnlijk van 2,16 tot 2,40 c/o in geen geval per 1 Januari zou geschieden, weermede de gehele aangelegen heid vermoedelijk weer op de lange baan is ge schoven. Want weliswaar blijft een dusdanige verhoging ,,in overweging" en is het derhalve het succes van een breed opgezette spaarpropa- ganda in de oorlog gevolgd door een scherpe reactie. Gelukkig wordt ook op het platteland de soep nimmer zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Men is er gelijkmatiger en rustiger en de reacties bij onze boerenleenbanken zijn ook altijd minder fel dan in de steden. Wij kennen geen massale opvragingen bij onze banken, doch ook op het platteland werd het spaartempo vertraagd. Er schijnt echter een kentering te zijn ingezet en de boerenleenbanken zullen hier gebruik van moe ten maken om de gelden tijdig naar zich toe te trekken. Zonder in het wilde weg te schieten in een ordeloze drijfjacht zullen zij toch de spaar der moeten doordringen van het feit, dat de spaargelden van het platteland in de kassen van de boerenleenbank behoren te vloeien. denkbaar, dat het slechts om een tijdelijk uitstel gaat, verband houdende met bezwaren der spaarbanken, die eerst hogere rente-inkomsten wensen, doch voor de Rijkspostspaarbank zou een renteverhoging in de loop van het jaar bijna onoverkomelijke administratieve moeilijkheden met zich meebrengen, waarmede de minister toch waarschijnlijk wel rekening zal moeten houden. Het is dus mogelijk, dat bedoelde rente verhoging nog een vol jaar op zich zal laten wachten. Van deze zijde uit wordt er derhalve vooralsnog geen bres in de wal der goedkoop- geld-politiek geschoten. Zij, die reeds meenden, dat in Den Haag het roer thans zou worden omgegooid, zijn dus be drogen uitgekomen. Zo is het eigenlijk steeds in :949 gebaan en het afgelopen jaar is dan ook voor de meerderheid in financiële kringen, die een hogere rente een landsbelang acht zij voorkomt verspilling, dat wil zeggen ondoel matige belegging en bevordert het sparen een jaar van onvervulde verwachtingen geworden. Als het er op aan komt, wint minister Lieftinck blijkbaar telkens weer het pleit tegenover de voorstanders van een straffere rente, wier aan tal kennelijk ook in departementale kring toe neemt. Kleinere tegemoetkomingen, zoals b.v. de verlening van het recht om na 30 jaar (in stede van 50 jaar) aflossing te vragen, een recht, dat bij de omzetting van 500 millioen kort lopende rijksschuld in een 3f4%-'ening met een 22

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1950 | | pagina 22