ï>chjk$c
Het zou geen wonder zijn als de stortvloed van
pessimistische beschouwingen, die speciaal de
laatste weken in couranten en tijdschriften ver
schijnen over het tekort op onze betalings
balans, de lezers hartgrondig gaat vervelen.
Vandaag is het l'aul Hoffman, die verkondigt,
dat de Europese samenwerking onvoldoende
voortgang maakt, morgen een andere Ameri
kaan, die met klem aandringt op verhoging van
de export naar Amerika, dan komt de president
van de Nederlandsche Bank ons vertellen, dat we
de buikriem moeten aanhalen en organiseert de
Vereniging voor Staathuishoudkunde en Statis
tiek een compleet congres met drie geleerde
sprekers, dat na uitvoerige beraadslagingen ten
slotte tot .de verrassende conclusie komt, dat de
toekomstige ontwikkeling in nevelen gehuld is.
En zo gaat het maar door.
Hoe graag men echter deze vervelende zaak
enige maanden zou willen doodzwijgen, telkens
stoot men weer op deze steen, die in het geheel
niet is te omzeilen als men zich omstreeks de
maandwisseling opmaakt om de economische
aangelegenheden van het ogenblik in vogelvlucht
te behandelen. Gelukkig zijn er ditmaal enige
opwekkende klanken te horen. In October
was onze invoer voor 86 °/o door uitvoer ge
dekt, eeu cijfer, dat nog niet vertoond is. Mogen
wij de directeur van het nieuwe instituut, dat
minister Van den Brink heeft ingesteld ter be
vordering van de export, geloven, dan gaat ook
onze uitvoer naar de dollargebieden behoorlijk
vooruit. Een en ander staat waarschijnlijk niet
los van de devaluatie. Het nieuwe handelsver
drag met Duitsland heeft daarnaast een aan
zienlijke uitvoer doen ontstaan. In de agrarische
sector zijn vooral de enorme export van fruit
en de hoge prijzen, die in Duitsland de eieren
opbrengen, de feiten, welke de aandacht trekken.
Nu moet men niet denken, dat op de duur de
devaluatie maar eenvoudigweg exportbevorde
rend werkt. Voorzover een Europees land
Amerikaanse grondstoffen verwerkt en de pro
ducten, die ervan gemaakt worden, in andere
Europese landen aan de man moet brengen, is
juist het omgekeerde het geval. Met Engeland
hebben wij verschillende langjarige contracten
lopen, betrekking hebbende op b.v. de uitvoer
van bacon en van eieren. Over de prijzen moet
echter telken jare opnieuw onderhandeld worden.
liet lijkt niet onredelijk, dat de Engelsen ons
in ieder geval de kostenverhoging, die een ge
volg is van de devaluatie, in de prijs vergoeden.
Of Engeland in zijn economische benauwdheid
ons vlot tegemoet zal treden is echter nog wel
enigermate de vraag. De goede prijzen, die wij
voor sommige producten in Duitsland maken,
kunnen de Britten wat gewilliger stemmenuit
eindelijk kunnen zij ons aandeel in hun binnen
landse voorziening moeilijk missen.
Er komt nog een ander probleem om de hoek
kijken. De vakverenigingen staan op het stand
punt dat op i Januari a.s. lonen, kinderbijslag
en ouderdomsuitkeringen verhoogd moeten wor
den om de stijging van de kosten van het levens
onderhoud, die in hoofdzaak de devaluatie tot
oorzaak heeft, te compenseren. Men zegt, dat
een loonsverhoging van 5 gevraagd is. De
arbeiders blijken dus het recept van de heer
Holtrop niet te slikken. Zij verlangen behoud
van het reële loon, doch verklaren zich, blijkens
een mededeling van de Stichting voor de Arbeid,
bereid op constructieve wijze mede te werken
aan het in evenwicht brengen van de betalings
balans, het nastreven van volledige werkgelegen
heid en het opvoeren der productie. De werk
geversorganisaties zijn terughoudend; zij willen
eerst weten wat het oordeel van de regering is,
bepaaldelijk aangaande de subsidies op levens
behoeften. Het zal niemand verbazen, wanneer
binnenkort blijkt, dat wij in een nieuwe loon
ronde zijn terecht gekomen. Dat is alleen dan
niet bedenkelijk als wij er daarnaast in slagen
de lijn der voortbrenging stijgende te houden.
Het is belangrijk, dat de vakverenigingen de
noodzaak daarvan inzien en hun steun hebben
toegezegd voor het opvoeren der productie.
Laten we nu de spanningen van het ogenblik
verlaten en eens luisteren naar mensen, die
menen dat het er, in grote lijnen gezien, in de;
toekomst helemaal niet zo kwaad uitziet. Daar
voor moeten wij natuurlijk naar Amerika. Daar
heeft de directeur van het Brookings Instituut
uitgerekend, dat over honderd jaar de Ver
enigde Staten een bevolking, die dubbel zo groot
is als de tegenwoordige, kunnen onderhouden
op een levensstandaard, die het achtvoudige
Te veel goede raad
Een nieuwe loonronde
De gouden toekomst
4