KRONIEK UIT EIGEN KRING In het Novembernummer braken wij een lans voor het plegen van overleg inzake de rente- politiek. Een dergelijk streven is niet alleen nuttig met het oog op de rentabiliteit onzer banken, maar het bevordert tevens het solidari teitsgevoel en de zo nodige eenheid in onze organisatie, voorzover de heterogene belangen dit toelaten. Een ander verschijnsel geeft ons aanleiding nog eens op het chapiter onderling overleg" terug te komen. De grote liquiditeit van onze boeren leenbanken in Groningen en het ontbreken van de mogelijkheid om door het verstrekken van bedrij fscredieten in eigen kring voldoende te kunnen reserveren, is voor vele dier banken aanleiding om belegging te zoeken. Men maakt daarbij blijkbaar gebruik van tussenpersonen, die hypothecaire beleggingen aanbrengen. Hier bij beperkt men zich niet tot de eigen werkkring, men trekt hypotheken aan zelfs uit Eriesland en Drenthe. Wij moeten tegen deze handelwijze toch ernstig waarschuwen, ten eerste omdat het element van de persoonlijke credietverlening verloren gaat. Dit moge hij het bedingen van voldoende zake lijke zekerheid niet zo sterk spreken, maar toch zijn ons reeds gevallen bekend, waarin deze persoonlijke bekendheid zijn nut zou hebben op geleverd. Erger is, dat men ertoe komt in het werkgebied van andere zusterbanken te grasduinen, waar door deze benadeeld kunnen wordende kans van dubbel lidmaatschap ontstaat, terwijl men dikwijls genoegen neemt met rente- en aflos- singsvoorwaarden, die beneden de normale credietvoorwaarden van onze banken liggen. Wanneer men meent, dat er bijzondere redenen aanwezig zijn om tot de hypothecaire uitzetting buiten het werkgebied over te gaan, plege men toch in ieder geval overleg met de bank, in wier werkkring de aanvrager woont en neme een ruim standpunt in wanneer de geraadpleegde bank meent een bepaalde post zelf te kunnen ver strekken. Overleg heeft bovendien het voordeel, dat men voor onaangename verrassingen gevrijwaard kan blijven. Zoals men uit de dezer dagen ontvangen cir culaires zal hebben afgeleid is het Bedrijfspen sioenfonds voor de Landbouw in November begonnen met de uitbetaling van pensioenen aan werknemers in de landbouw. Hieraan is in elke provincie bij een daarvoor aangewezen boerenleenbank een demonstratie uitbetaling voorafgegaan, waarbij vertegen woordigers van officiële instanties aanwezig waren, die het grote sociale belang van het Bedrijfspensioenfonds in het licht stelden. Wij vertrouwen erop, dat de kassiers onzer banken een vlotte maandelijkse afwerking van deze betalingen zullen bevorderen. Bij onze inspecties is gebleken, dat hier en daar hypothecaire onderpanden nog verzekerd zijn bij Duitse verzekeringsmaatschappijen, o.a. bij de (vroeger) bekende Maagdenburger Brand verzekering Maatschappij. Aangezien deze maatschappij zich achter het ijzeren gordijn bevindt, behoeft het geen be toog, dat dergelijke verzekeringen dienen te worden geroyeerd. Dit is in het belang van de bank zowel als van de betrokken cliënt. Voor en na worden wij gepolst over het denk beeld de naam van onze boerenleenbanken te wijzigen in „Raiffeisen"banken. Zonder hierop in den brede in te gaan moet het ons van het hart dat wij dit denkbeeld niet met enthousiasme begroeten. De naam boerenleenbank heeft niet alleen in eigen kring, maar alom in den lande een zo danig burgerrecht verworven, dat het o.i. geen zin heeft om hier (en waarom?) verandering in te brengen. Mogen wij, nu het einde van 1949 weer nadert, de besturen onzer banken nog weer eens in dachtig maken aan het nut en de noodzakelijk heid van een goede boekjescontröle? Men leze nog eens met ernst onze brochure „Doe het goed". De bezwaren tegen een strikte doorvoe ring van deze controle, welke in de na-oorlogs jaren ontegenzeglijk bestonden (men denke aan de talrijke geblokkeerde, optie- en beleggings- rekeningen) zijn thans grotendeels vervallen. Ten slotte vragen wij Uw aandacht voor de U gezonden circulaire, waarin werd medegedeeld, dat financiële instellingen trachten onze be stuursleden en kassiers over te halen op te treden als agent of adviseur. Aangezien het hier activiteit geldt, die niet in het belang van onze banken kan worden geacht, moeten wij dergelijke relaties sterk ontraden. 3

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 7