VAN ONZE BOEKENTAFEL plichtingen behoren na te komen, met name dat dit college vóór i Mei de rekening en balans op zijn beurt aan de raad van toezicht moet aanbieden, terwijl vóór i Juli goedkeu ring door de algemene vergadering moet plaats hebben. Door de wetgever wordt het niet vóór i Juli houden van de algemene vergadering als een ernstige tekortkoming opgevat. Dit blijkt uit artikel 30 van de Coöperatiewet„ieder lid kan de rekening en verantwoording na 1 Juli in rechte van het bestuur vorderen", d.w.z. de rekening en verantwoording moet in dit geval voor de rechter worden afgelgd. 1 let is niet nodig, dat men de rekening en balans de eerste dagen van Januari gereed heeft zoals enkele kassiers presteerden doch een termijn van drie maanden moet toch alleszins voldoende worden geacht (blijkens een mede deling in de Raiffeisen-Bode zijn de balansen der Zwitserse boerenleenbanken vóór 1 Maart bij haar Centrale Bank aanwezig). Bij een goed gevoerde administratie behoort een snelle be richtgeving, in het bijzonder betreffende de stand van zaken per het einde van het jaar. De grootte der bank speelt in deze geen rol van betekenis: tot de eerste inzenders van ba lansen behoorden zowel de grootste als de kleinste banken. Kassiers, die zien aankomen, dat zij de rekening en balans vóór 1 April a.s. niet gereed kunnen krijgen, worden bij deze verzocht dit tijdig aan de afdeling inspectie van de Centrale Bank schriftelijk te berichten, op dat in overleg met haar maatregelen ge troffen kunnen worden voor het samenstellen van de rekening en balans vóór 1 April a.s. Vanzelfsprekend wordt onzerzijds aangenomen, dat die kassiers alle controlemiddelen, genoemd in hoofdstuk XI van de handleiding voor de administratie, hebben toegepast en dat zij hoofd stuk VI„rekening en balans" bij het samen stellen van de uittreksels enz. hebben gevolgd. Ook in 1950 hopen wij in de Raiffeisen-Bode de namen der locale banken te publiceren, welke de rekening en balans (met balans van de spaarbank, specificatie diverse uitgaven en ont vangsten (formulier 198) en yerantwoordings- staat effecten, deelneming leningen, enz. (for mulier 257) naar de Centrale Bank hebben ge zonden. Sommige kassiers zenden ook het Z-uittreksel III naar de Centrale Bank, zomede formulier 198A (het z.g. specificatiegordijn), dat ge bruikt wordt voor het verzamelen van de di verse ontvangsten en uitgaven. De laatstge noemde formulieren (Z-uittreksel IIT en for mulier 198A) moeten ten kantore der bank blijven berusten. Ter voorkoming van misverstand delen wij nogmaals mede, dat de toezending van rekening en balans niet behoeft te wachten op de goed keuring van de algemene vergaderingbedoelde goedkeuring kan later verleend worden. Inmiddels wensen wij onze kassiers succes toe bij het samenstellen van de rekening en balans over k>49 en hopen wij, dat de provincie Drenthe in 1950 een meer bedreigde positie op de ranglijst zal innemen dan in 1949. Wij ontvingen van de respectievelijke uitgevers een tweetal boeken ter recensie en aangezien beide uitgaven ook op onze organisatie betrek king hebben, willen wij aan dit verzoek gaarne voldoen en beide werken onder de aandacht van onze lezers brengen. liet eerste boek draagt de titel „Coöperatie''. Deze titel is voor het boek iets te ruimde inhoud bestrijkt niet het gebied der coöperatie in volle omvang, maar de schrijver (de heer A. Kruithof, verbonden aan het Volkshoge- schoolwerk) beperkt zich blijkens de ondertitel tot een beknopte schets van de geschiedenis van verbruiks- en landbouwcoöperatie in Nederland. Met de beide laatste coöperatiegebieden bereikt de schrijver echter toch wel het grootste deel van dit terrein: het Statistisch Zakboek 1947 1948 geeft aan, dat er per 1 Januari 1948 in ons land ruim 3800 wettelijke coöperatieve ver enigingen bestonden, waarvan er 3300 behoren tot de verbruiks- en landbouwcoöperaties (resp. 439 en 2861). De volgorde van behandeling is chronologisch juist: de eerste verbruikscoöperatie kwam in ons land tot stand in 1876; de eerste landbouw coöperatie in 1877. Groot is het tijdsverschil echter niet. De schrijver begint met een kort overzicht van de sociaal-economische toestanden in ons land in de periode 18501880. De industriële ont wikkeling dreef de arbeiders in de richting van samenwerking, de achterstand, welke er bestond tussen de landbouw in Nederland en die in andere landen bracht ook op het terrein van de landbouw de noodzaak tot aaneensluiting. Het volgende hoofdstuk geeft de geschiedenis 18

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 22