Staatsfondsenmarkt voorgedaan, zoals ook uit onderstaande tabel blijkt. Dooreengenomen kon de stemming als goed prijshoudend worden aan gemerkt. Uit ons koersoverzicht blijkt niet de tijdelijke koersval van de dollarlening tot een fractie boven 91 waarop inmiddels weder een koers- herstel tot 0111 en nabij 95 °/o is gevolgd. Aan gezien deze koers nog altijd een drietal punten lager is dan die van guldensleningen met over eenkomstige looptijd, moet wel worden gecon cludeerd, dat in dit nadelige koersverschil toch nog de mogelijkheid van een dollardevaluatie tot uitdrukking komt, al heeft president Tru- man dan ook inmiddels een dergelijk voornemen nog zo uitdrukkelijk ontkend. De omzetting van een belangrijk bedrag aan dollars in goud dooi de Nederlandsche Bank, waarmede een dergelijk goudverlies van anderhalf jaar geleden weder is goedgemaakt, is in financiële kringen opgevat als een aanwijzing, dat de Staat geen nodeloos risico op haar dollarbezit wil lopen. Bedoelde transactie van onze circulatiebank doet natuur lijk in psychologisch opzicht eerder afbreuk aan het vertrouwen in de dollar, die weliswaar als de .hardste" valuta van de wereld wordt be schouwd. doch als standaard voor de goudprijs voor herziening vatbaar wordt geacht. Van een liquiditeitscrisis bij het bankwezen, die eigenlijk in verband met de betaling van de bijzondere heffingen en achterstallige be lastingen verwacht was, is niets te bespeuren geweest, want in dat geval zou de schatkist er zeker niet gedurende de laatste maanden in hebben kunnen slagen meer schatkistpapier te plaatsen dan moest worden afgelost. De gecom bineerde cijfers van 42 handelsbanken ge publiceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek geven zelfs een stijging van het bezit dier instellingen aan schatkistpapier te zien van 33 s6 tot 3.447 millioen voor de tijd van 31 Juli tot 30 September jl. Geheel in overeenstemming daarmede blijven de credit- saldi in rekening-courant bij bedoelde banken zich in hetzelfde tijdvak op een niveau boven 3.200 millioen bewegen. Het geblokkeerde tegoed bij deze banken, dat einde Juli 194^ nog ruim 900 millioen beliep, moet inmiddels tot om en nabij 400 millioen zijn teruggelopen, waaruit kan worden afgeleid, dat de afwikkeling van de geldzuivering in haar laatste phase is gekomen. Tn dit verband mag niet onvermeld blijven, dat per 1 December jl. een derde tranche van 20 van de 3%-investeringscertificaten vrij verhan delbaar is geworden. Op grond van het feit, dat het uitstaande bedrag aan investerings certificaten ca. 650 millioen uitmaakt, zou in theorie een aanbod van 20 °/o of 130 mil lioen aan de markt kunnen komen. Echter moet men bedenken, dat een belangrijk bedrag om bijzondere redenen onmiddellijk bij de afgifte voor 100 verhandelbaar was, weshalve nu in werkelijkheid ten hoogste ca. 100 millioen vrij zal komen. Hiervan bevindt zich weer een belangrijk gedeelte in vaste (beleggers-) handen, zodat de beleggingsmarkt waarschijnlijk slechts enkele tientallen millioenen guldens zal moeten opnemen. Wordt dit aanbod geleidelijk ten ver koop gebracht, dan kan het evenwicht op de Staatsfondsenmarkt nauwelijks en dan nog ten hoogste tijdelijk erdoor worden verstoord. Tegen de verwachting in zijn er de laatste tijd geen belangrijke bedragen aan nieuw kapitaal op de beleggingsmarkt door het particuliere bedrijfsleven opgenomen, terwijl er toch aan goed materiaal grote behoefte bestaat. Wel hebben er geruchten gelopen omtrent plannen van de Koninklijke Petroleum tot uitgifte van een grote obligatielening. Of deze geruchten al of niet op goede grond berusten, wagen wij niet te beoordelen. Te verklaren vallen zij echter wel. Want in de eerste plaats is ter gelegenheid van de emissie van twee jaar geleden in het prospectus opgemerkt, dat de nieuwe middelen toereikend zouden zijn tot einde 1949. En in de tweede en belangrijkste plaats staat het vast, dat zo er al grote bedragen aan nieuwe investe- ringsgelden in de naaste toekomst nodig zijn, deze in geen geval door de aandelenmarkt zul len kunnen worden verschaft, daar deze toch reeds aan te grote druk is blootgesteld en door een belangrijke emissie geheel zou worden ont wricht. Daarbij komt, dat thans weer wordt gevreesd, dat een verzachting van de dividend stop, welke naar men hoopte de dividendgrens voor de Koninklijke van 9 tot zeker 12 zou verhogen, in de Tweede Kamer op stevig ver zet van socialistische zijde schijnt te zullen stuiten, waardoor de aantrekkelijkheid voor een aandelenemissie van het olieconcern nog kleiner zou worden. Het behoeft geen betoog, dat indien de Ko ninklijke een grote obligatielening op sta] iel zou willen zetten, hiervan een koersdrukkende in vloed op de Staatsleningen zou kunnen uitgaan, daar er in dat geval ongetwijfeld ruilingen in de hoger rentende lening van de Koninklijke plaats zouden hebben. Zo kunnen zich dus ook in de particuliere emissiesector steeds gebeurte nissen voordoen, die de rentevoet van de Staat aan het wankelen brengen ondanks de geld- ruimte, waarover de schatkist zelf beschikt. Waaruit dus de les kan worden getrokken, dat 15

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 19