boerenleenbanken zijn bekend genoeg en men weet ons heus wel te vinden". Anderen zeggen weer: „Wij zijn de enige bank ter plaatse en ieder, die sparen wil, spaart bij ons". Dergelijke uitspraken getuigen van een zekere en soms ook gepaste zelfvoldaanheid. Maar wees voorzichtig met de gedachte „Wij zijn er", want ook op het platteland vindt een voort durende evolutie plaats. Een ontwikkeling, waarbij de boerenleenbank een dienende en soms leidinggevende rol moet spelen. Het bedrij fsleven wordt gecompliceerder, de taak van de bank wordt steeds weer uitgebreid en aan de bank mag de eis worden gesteld, dat zij haar publiek op de juiste wijze voorlicht en herinnert aan de oude, maar altijd levende ideologie van Raif- feisen, waarop onze organisatie is gebaseerd. Zie, dat is propaganda. En als men zeker is van eigen volgroeidheid, laat men dan tevens beseffen, dat dit deels is te danken aan de propaganda. Immers, toen slechts enkelen overtuigd waren van het nut der boerenleenbanken, hebben zij met woord en ge schrift die overtuiging uitgedragen. Zij deden dit voor anderen, doch hun uitingen waren zuiver propaganda. Maar dan propaganda van de beste soort. Als men zeker is van eigen volgroeidheid, dan willen wij een paar ondeugende vragen stellen „Is h^t aantal leden van Uw bank niet uit te breiden? Is er bij de jongeren ook voldoende be langstelling voor de bank? Zijn Uw leden ook allen spaarders? Zijn Uw cliënten op de hoogte van alle diensten, die de bank kan verrichten? Worden er niet vaak vragen gesteld, die een simpele voorlichting had kunnen voorkomen? Wordt Uw algemene vergadering druk bezocht Wordt er weer flink gespaard in Uw werkge bied? Voldoet de bank aan de eisen, die de leden mogen stellen Deze vragen zouden met een groot aantal uit gebreid kunnen worden en het staat als een paal boven water: ze kunnen lang niet alle bevre digend beantwoord worden. Men zal de schouders ophalen en denken, dat het 1111 eenmaal moeilijk is volmaakt te zijn. Neen, dat kan niet, doch een zeker „streven naar" zal toch aanwezig moeten blijven. Bestuur, raad van toezicht en kassier zullen zich positief dienen in te stellen en zich meermalen dienen af te vragenkunnen wij onze taak beter ver vullen Indien deze vraag ernstig wordt gesteld, dan is er ook plaats voor propaganda, ja, zelfs zal blijken, dat propaganda dan onmisbaar is. Dat betekent nog niet, dat de grote trom ge roerd moet worden met schreeuwende annonces, strooibiljetten en wat dies meer zij. Dat betekent, dat ieder der functionarissen persoonlijk zal dienen te trachten naar beste weten en kunnen het werk van de bank te bevorderen. Een verdere aanduiding /is niet nodig, want ieder voor zich weet, waar zijn werk gelegen is en op welke wijze hij het beste zijn krachten kan aanwenden. Men realisere zich bovendien de oude waarheid, dat in eensgezindheid de kracht gevonden moet worden om aan moeilijkheden (die er zijn en zeker zullen komen) het hoofd te kunnen bieden. Een oude waarheid, die in deze tijd ook be tekent, dat de geldzaken van het platteland bij de boerenleenbank thuis behoren. Indien de laatste jaren moet worden vastge steld, dat er van de zijde van de jongeren een matige belangstelling is voor hun eigen orga nisaties, dan dient de oorzaak hiervan ten dele bij deze organisaties te worden gezocht en niet uitsluitend bij de jongeren. De belangstelling kan worden opgewekt en in dit verband kan samenwerking met andere land bouwcoöperaties sterk worden aanbevolen. Van een dergelijke samenwerking zijn ons ver schillende voorbeelden bekend en het blijkt, dat hierdoor zeer vruchtbaar werk kan worden ge daan. In onze organisatie en in bankzaken in het al gemeen speelt het persoonlijk element een zeer grote rol en men zal dit bij de nronaganda niet moe-en vergeten. Aan de gebruikelijke reclame middelen moet een aanvullende functie worden toegedacht, die niettemin belangrijk is. Zij kun nen de massa bereiken, de naam en de werk zaamheden van de bank in brede kringen uit dragen en zelfs nieuwe relaties vormen. Maar dan bliikt weer opnieuw, dat het werk van de bank zelf toch de hoofdzaak bliift. Want voornamelijk door een hehoorliike bediening kan een nieuwe relatie worden behouden. Tn iedere propaganda is „waarheid" een belang rijk element, doch wij dienen bovendien naar „waardigheid" te streven. Tn dat geval zal nie mand kunnen zeggen hetgeen een enkele maal wordt verondersteld dat onze nrona ganda niet deugt voor het platteland. Wie de „waardigheid" in het oog houdt, zal zeker waken voor overdrijving, waaraan de reclame zich zo gemakkelijk schuldig maakt. Niet alleen de overdrijving in de inhoud kan schaden, doch ook een te veelvuldig toepassen van reclame- Geen schetterende fanfares Propaganda in woord en daad 13

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 17